Genesis 33:18-20
Genesis 33:18-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Jakob kwam behouden tot de stad Sichem, welke is in het land Kanaän, als hij kwam van Paddan-Aram; en hij legerde zich in het gezicht der stad. En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds. En hij richtte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israëls is God!
Genesis 33:18-20 Herziene Statenvertaling (HSV)
Jakob kwam veilig aan bij de stad Sichem, die in het land Kanaän ligt, nadat hij uit Paddan-Aram gekomen was; en in het zicht van die stad zette hij zijn tenten op. Hij kocht het stuk land waarop hij zijn tent gezet had voor honderd geldstukken van de zonen van Hemor, de vader van Sichem. Hij richtte daar een altaar op en gaf het de naam: De God van Israël is God.
Genesis 33:18-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Jakob kwam op zijn tocht uit Paddan-Aram behouden bij de stad Sichem, in het land Kanaän en sloeg zijn legerplaats ten oosten van de stad op; hij kocht voor honderd geldstukken het stuk land waarop hij zijn tent gespannen had, van de zonen van Hemor, de vader van Sichem. Daar richtte hij een altaar op en noemde dat: De God van Israël is God.
Genesis 33:18-20 Het Boek (HTB)
Daarna kwamen zij veilig aan in Sichem, in Kanaän en sloegen hun kamp op buiten de stad. Jakob kocht het stuk land waarop hij zijn tent had opgezet, voor honderd zilverstukken van de familie van Chamor, de vader van Sichem. Hij bouwde daar een altaar en noemde het: ‘De God van Israël is God.’
Genesis 33:18-20 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jakob kwam van zijn reis uit Paddan-Aram veilig aan bij de stad Sichem, in Kanaän. Hij ging in de buurt van de stad wonen. Het stuk grond waarop hij ging wonen, kocht hij voor 100 geldstukken van de zonen van Hemor. Eén van die zonen heette Sichem. Jakob bouwde er een altaar en noemde dat altaar 'de God van Israël is God' [ (El-Elohe-Israël) ].