Genesis 31:2-9
Genesis 31:2-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Jakob zag ook het aangezicht van Laban aan, en ziet, het was jegens hem niet als gisteren en eergisteren. En de HEERE zeide tot Jakob: Keer weder tot het land uwer vaderen, en tot uw maagschap, en Ik zal met u zijn. Toen zond Jakob heen, en riep Rachel en Lea, op het veld tot zijn kudde; En hij zeide tot haar: Ik zie het aangezicht uws vaders, dat het jegens mij niet is als gisteren en eergisteren; doch de God mijns vaders is bij mij geweest. En gijlieden weet, dat ik met al mijn macht uw vader gediend heb. Maar uw vader heeft bedriegelijk met mij gehandeld, en heeft mijn loon tien malen veranderd; doch God heeft hem niet toegelaten, om mij kwaad te doen. Wanneer hij aldus zeide: De gespikkelde zullen uw loon zijn, zo lammerden al de kudden gespikkelde; en wanneer hij alzo zeide: De gesprenkelde zullen uw loon zijn, zo lammerden al de kudden gesprenkelde. Alzo heeft God uw vader het vee ontrukt, en aan mij gegeven.
Genesis 31:2-9 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ook merkte hij dat Laban niet meer zo vriendelijk naar hem keek als eerst. Toen zei de Heer tegen Jakob: "Ga terug naar je geboorteland en naar je familie. Ik zal met je zijn." Jakob liet Rachel en Lea naar het veld komen waar hij met zijn kudden was. Hij zei tegen hen: "Ik heb gemerkt dat jullie vader niet meer zo vriendelijk naar me kijkt als eerst. Maar de God van mijn vader is met mij geweest. Ook weten jullie zelf dat ik heel erg hard voor jullie vader heb gewerkt. Maar hij heeft mij bedrogen en mijn loon wel tien keer veranderd. Maar God heeft ervoor gezorgd dat ik daar geen last van had. Als Laban zei: 'Jij mag de gespikkelde dieren als beloning hebben,' dan kregen alle dieren gespikkelde jongen. En als hij zei: 'Jij mag de gestreepte dieren als beloning hebben,' dan kregen alle dieren gestreepte jongen. Zo heeft God het vee van jullie vader afgenomen en aan mij gegeven.
Genesis 31:2-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ook lette Jakob op het gezicht van Laban, en zie, het stond ten opzichte van hem niet meer als voorheen. Toen zei de HEERE tegen Jakob: Keer terug naar het land van uw vaderen en naar uw familiekring. Ik zal met u zijn. Toen stuurde Jakob boden en liet Rachel en Lea naar het veld roepen, naar zijn kleinvee, en hij zei tegen hen: Ik zie dat het gezicht van jullie vader ten opzichte van mij niet meer staat als voorheen. De God van mijn vader is echter bij mij geweest. Jullie weten zelf dat ik met al mijn kracht voor jullie vader heb gewerkt. Jullie vader heeft mij echter bedrogen en mijn loon wel tien keer veranderd, maar God heeft hem niet toegelaten mij kwaad te doen. Wanneer hij dit zei: De gespikkelde dieren zullen je loon zijn, dan wierp al het kleinvee gespikkelde jongen; en wanneer hij dit zei: De gestreepte dieren zullen je loon zijn, dan wierp al het kleinvee gestreepte jongen. Zo heeft God het vee aan jullie vader ontrukt en het mij gegeven.
Genesis 31:2-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ook lette Jakob op het gezicht van Laban, en zie, het was jegens hem niet als gisteren en eergisteren. Toen zeide de HERE tot Jakob: Keer terug naar het land uwer vaderen en naar uw maagschap, en Ik zal met u zijn. Daarop liet Jakob Rachel en Lea roepen naar het veld, bij zijn kleinvee, en zeide tot haar: Ik bemerk, dat het gezicht van uw vader jegens mij niet is als gisteren en eergisteren, maar de God mijns vaders is met mij geweest. Ook weet gij zelf, dat ik met al mijn kracht uw vader gediend heb. Maar uw vader heeft mij bedrogen en mijn loon tienmaal veranderd, doch God heeft hem niet toegelaten mij te benadelen. Wanneer hij zeide: de gespikkelde zullen uw loon zijn, dan wierp al het kleinvee gespikkelde jongen; en wanneer hij zeide: de gestreepte zullen uw loon zijn, dan wierp al het kleinvee gestreepte jongen. Zo heeft God de kudde uws vaders weggenomen en mij gegeven.
Genesis 31:1-9 Het Boek (HTB)
Maar Jakob kwam er achter dat Labans zonen zeiden: ‘Alles wat hij bezit, heeft hij aan onze vader te danken. Zijn rijkdom is ten koste van onze vader ontstaan.’ Jakob merkte ook dat Labans vriendschap voor hem bekoelde. Toen sprak de HERE met Jakob en zei: ‘Ga terug naar uw vaderland en uw familie. Ik zal bij u zijn.’ Daarom liet Jakob Rachel en Lea op een dag bij zich op het land komen, waar hij de kudde hoedde, om met hen te overleggen. ‘Jullie vader heeft zich tegen mij gekeerd,’ vertelde hij hun, ‘en nu heeft de God van mijn vaderen met mij gesproken. Jullie weten hoe hard ik voor jullie vader heb gewerkt, maar hij heeft mij bedrogen en is de afspraken over mijn loon herhaalde malen niet nagekomen. God heeft echter niet toegestaan dat hij mij benadeelde, want toen hij beloofde dat alle gespikkelde dieren voor mij zouden zijn, werden alleen nog gespikkelde dieren geboren. En toen hij van mening veranderde en zei dat ik alle gestreepte dieren mocht hebben, waren alle jonge dieren gestreept! Op die manier heeft God mij rijk gemaakt ten koste van jullie vader.