Genesis 29:16-35
Genesis 29:16-35 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Nu had Laban twee dochters; de oudste heette Lea en de jongste Rachel. Lea’s ogen waren flets, maar Rachel was schoon van gestalte en schoon van uiterlijk. En Jakob had Rachel lief. Daarom zeide hij: Ik wil u zeven jaren dienen om uw jongste dochter Rachel. En Laban zeide: Het is beter, dat ik haar aan u geef dan dat ik haar aan een andere man geef; blijf bij mij. Derhalve diende Jakob zeven jaren om Rachel, en die waren in zijn ogen als enkele dagen, omdat hij haar liefhad. Daarna zeide Jakob tot Laban: Geef mij mijn vrouw, want mijn tijd is om, opdat ik tot haar kome. En Laban vergaderde al de mannen van die plaats, en richtte een maaltijd aan. Des avonds echter nam hij zijn dochter Lea en bracht haar tot hem, en hij kwam tot haar. Ook gaf Laban haar zijn slavin Zilpa, tot een slavin voor zijn dochter Lea. Maar des morgens, zie, het was Lea. Toen zeide hij tot Laban: Wat hebt gij mij daar gedaan? Heb ik niet om Rachel bij u gediend, waarom hebt gij mij dan bedrogen? Daarop zeide Laban: Zo doet men niet hier ter plaatse, dat men de jongste ten huwelijk geeft vóór de eerstgeborene. Breng de bruiloftsweek met deze ten einde, dan zal u ook de andere gegeven worden voor de dienst, waarmede gij nog eens zeven jaren bij mij dienen zult. En Jakob deed zo; hij bracht de bruiloftsweek met haar ten einde; daarop gaf hij hem zijn dochter Rachel tot vrouw. En Laban gaf aan zijn dochter Rachel zijn slavin Bilha, haar tot een slavin. (Jakob) kwam ook tot Rachel, en hij had Rachel lief, in tegenstelling met Lea. Aldus diende hij bij hem nog eens zeven jaren. Toen de HERE zag, dat Lea niet bemind was, opende Hij haar schoot, maar Rachel bleef onvruchtbaar. En Lea werd zwanger, baarde een zoon, en gaf hem de naam Ruben, want, zo zeide zij, voorwaar, de HERE heeft mijn ellende aangezien; voorwaar, nu zal mijn man mij liefhebben. En zij werd wederom zwanger, baarde een zoon, en zeide: Voorwaar, de HERE heeft gehoord, dat ik niet bemind ben, en heeft mij ook deze geschonken; en zij gaf hem de naam Simeon. Wederom werd zij zwanger, baarde een zoon, en zeide: Nu zal mijn man zich ditmaal aan mij hechten, omdat ik hem drie zonen gebaard heb; daarom gaf zij hem de naam Levi. En zij werd wederom zwanger, baarde een zoon, en zeide: Nu zal ik de HERE loven; daarom gaf zij hem de naam Juda. Toen hield zij op met baren.
Genesis 29:16-35 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Laban had twee dochters: de naam der grootste was Lea; en de naam der kleinste was Rachel. Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht. En Jakob had Rachel lief; en hij zeide: Ik zal u zeven jaren dienen, om Rachel, uw kleinste dochter. Toen zeide Laban: Het is beter, dat ik haar aan u geve, dan dat ik haar aan een anderen man geve; blijf bij mij. Alzo diende Jakob om Rachel zeven jaren; en die waren in zijn ogen als enige dagen, omdat hij haar liefhad. Toen zeide Jakob tot Laban: Geef mijn huisvrouw, want mijn dagen zijn vervuld, dat ik tot haar inga. Zo verzamelde Laban al de mannen dier plaats, en maakte een maaltijd. En het geschiedde des avonds, dat hij zijn dochter Lea nam, en bracht haar tot hem; en hij ging tot haar in. En Laban gaf haar Zilpa, zijn dienstmaagd, aan Lea, zijn dochter, tot een dienstmaagd. En het geschiedde des morgens, en ziet, het was Lea. Daarom zeide hij tot Laban: Wat is dit, dat gij mij gedaan hebt; heb ik niet bij u gediend om Rachel? waarom hebt gij mij dan bedrogen? En Laban zeide: Men doet alzo niet te dezer onzer plaatse, dat men de kleinste uitgeve voor de eerstgeborene. Vervul de week van deze; dan zullen wij u ook die geven, voor den dienst, dien gij nog andere zeven jaren bij mij dienen zult. En Jakob deed alzo; en hij vervulde de week van deze. Toen gaf hij hem Rachel, zijn dochter, hem tot een vrouw. En Laban gaf aan zijn dochter Rachel zijn dienstmaagd Bilha, haar tot een dienstmaagd. En hij ging ook in tot Rachel, en had ook Rachel liever dan Lea; en hij diende bij hem nog andere zeven jaren. Toen nu de HEERE zag, dat Lea gehaat was, opende Hij haar baarmoeder; maar Rachel was onvruchtbaar. En Lea werd bevrucht, en baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Ruben; want zij zeide: Omdat de HEERE mijn verdrukking heeft aangezien, daarom zal mijn man mij nu liefhebben. En zij werd wederom bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Dewijl de HEERE gehoord heeft, dat ik gehaat was, zo heeft Hij mij ook dezen gegeven; en zij noemde zijn naam Simeon. En zij werd nog bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Nu zal zich ditmaal mijn man bij mij voegen, dewijl ik hem drie zonen gebaard heb; daarom noemde zij zijn naam Levi. En zij werd wederom bevrucht, en baarde een zoon, en zeide: Ditmaal zal ik den HEERE loven; daarom noemde zij zijn naam Juda. En zij hield op van baren.
Genesis 29:16-35 Herziene Statenvertaling (HSV)
Nu had Laban twee dochters: de naam van de oudste was Lea, en de naam van de jongste was Rachel. Lea had fletse ogen, maar Rachel was mooi van gestalte en knap om te zien. Jakob had Rachel lief. Daarom zei hij: Ik zal zeven jaar voor u werken om Rachel, uw jongste dochter. Toen zei Laban: Het is beter dat ik haar aan jou geef dan dat ik haar aan een andere man geef. Blijf bij me. Zo werkte Jakob zeven jaar om Rachel, en de jaren waren in zijn ogen als dagen, omdat hij haar liefhad. Toen zei Jakob tegen Laban: Geef mij mijn vrouw, want mijn dagen zijn om, zodat ik bij haar kan komen. Daarom verzamelde Laban al de mannen van die plaats en hij richtte een maaltijd aan. En het gebeurde 's avonds dat hij zijn dochter Lea nam en haar bij hem bracht; en Jakob kwam bij haar. Ook gaf Laban haar zijn slavin Zilpa; aan zijn dochter Lea gaf hij haar als slavin. En het gebeurde 's morgens – zie, het was Lea! Daarom zei hij tegen Laban: Wat hebt u me nu aangedaan? Heb ik niet voor u gewerkt om Rachel? Waarom hebt u me dan bedrogen? Laban antwoordde: Zo doet men niet bij ons, dat men de jongste vóór de eerstgeborene ten huwelijk geeft. Maak de bruiloftsweek van deze dochter vol; daarna zullen wij je ook de andere geven, voor het werk waarmee je mij nog eens zeven jaar dienen zult. Dat deed Jakob en hij maakte de bruiloftsweek van deze dochter vol. Daarna gaf Laban hem zijn dochter Rachel tot vrouw. Laban gaf zijn dochter Rachel zijn slavin Bilha als haar slavin. Hij kwam ook bij Rachel en ook had hij Rachel meer lief dan Lea. Hij werkte nog eens zeven jaar bij hem. Toen de HEERE zag dat Lea minder geliefd was, opende Hij haar baarmoeder; Rachel daarentegen was onvruchtbaar. Lea werd zwanger en baarde een zoon. Zij gaf hem de naam Ruben. Want, zei zij, de HEERE heeft mijn verdrukking gezien. Voorzeker, nu zal mijn man mij liefhebben. Lea werd weer zwanger en baarde een zoon. Zij zei: Omdat de HEERE gehoord heeft dat ik minder geliefd ben, heeft Hij mij ook deze zoon gegeven. Zij gaf hem de naam Simeon. Nogmaals werd zij zwanger en baarde een zoon. Zij zei: Nu, ditmaal, zal mijn man zich aan mij hechten; ik heb hem immers drie zonen gebaard. Daarom gaf hij hem de naam Levi. Weer werd zij zwanger en baarde een zoon. Zij zei: Ditmaal zal ik de HEERE loven. Daarom gaf zij hem de naam Juda. Toen hield zij op met baren.
Genesis 29:16-35 Het Boek (HTB)
Laban had twee dochters, Lea, de oudste en haar jongere zuster Rachel. Lea had fletse ogen, maar Rachel was een echte schoonheid. Jakob werd dan ook verliefd op haar. Daarom zei hij tegen haar vader: ‘Ik zal zeven jaar voor u werken, als u mij daarna Rachel als vrouw wilt geven.’ ‘Afgesproken!’ zei Laban. ‘Ik geef haar liever aan jou dan aan iemand van buiten de familie.’ Zo bleef Jakob de volgende zeven jaren bij zijn oom werken om Rachel te betalen. De zeven jaren leken hem zeven weken toe, zoveel hield hij van haar. Ten slotte brak de trouwdag aan. ‘Ik heb mijn deel van onze afspraak ingelost,’ zei Jakob tegen Laban. ‘Geef mij nu mijn vrouw, zodat ik met haar kan slapen.’ Laban nodigde alle mannen van de nederzetting uit om het heuglijke feit met Jakob te vieren. Later die avond, toen het donker was geworden, bracht Laban Lea bij Jakob en die sliep met haar. Laban gaf Lea een dienares, Zilpa. Maar toen Jakob de volgende morgen wakker werd, lag Lea naast hem! ‘Wat is dit voor een streek?’ raasde Jakob tegen Laban. ‘Ik heb zeven jaar voor Rachel gewerkt! Waarom hebt u mij bedrogen?’ ‘Het is niet onze gewoonte een jongere dochter eerder uit te huwelijken dan haar oudere zuster,’ huichelde Laban. ‘Wacht tot na de bruidsweek, dan kun je Rachel ook krijgen. Maar dan moet je nog eens zeven jaar voor mij werken!’ Jakob beloofde dat. Toen gaf Laban hem ook Rachel. Rachel kreeg van haar vader een dienares, Bilha. Zo sliep Jakob ook met Rachel. Hij hield meer van haar dan van Lea. Hij bleef daar en werkte de afgesproken zeven jaar voor zijn oom. Maar omdat Jakob Lea veronachtzaamde, liet de HERE haar een kind krijgen, terwijl Rachel onvruchtbaar bleef. Zo werd Lea zwanger en kreeg een zoon, Ruben (De HERE heeft mijn moeilijkheden gezien). Want zei Lea: ‘De HERE heeft mijn moeilijkheden gezien, nu zal mijn man van mij gaan houden.’ Zij werd al snel weer zwanger en kreeg weer een zoon, die zij Simeon (De HERE heeft gehoord) noemde, want zij zei: ‘De HERE hoorde dat ik niet geliefd was, daarom heeft Hij mij nog een zoon gegeven.’ Lea raakte opnieuw in verwachting, kreeg weer een zoon en noemde hem Levi (Toevoeging). Zij zei: ‘Nu zal mijn man zeker genegenheid voor mij voelen, want ik heb hem drie zonen gegeven!’ Daarna werd zij nog een keer zwanger, kreeg een zoon en noemde hem Juda (Lof) en zij zei: ‘Nu zal ik de HERE loven!’ Hierna kreeg zij geen kinderen meer.
Genesis 29:16-35 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Nu had Laban twee dochters. De oudste heette Lea, de jongste Rachel. Lea had fletse ogen, maar Rachel had een mooi figuur en zag er knap uit. Jakob hield van Rachel. Daarom zei hij: "Ik zal zeven jaar voor je werken, als ik daarna met je jongste dochter Rachel mag trouwen." Laban zei: "Ik kan haar beter aan jou geven dan aan een andere man. Blijf bij mij werken." Daarom werkte Jakob zeven jaar voor Laban om met Rachel te mogen trouwen. Die jaren leken voor hem maar een paar dagen, omdat hij van haar hield. Daarna zei Jakob tegen Laban: "Laat mij nu met je dochter trouwen, want de afgesproken tijd is om." Laban riep alle mannen van die plaats bij elkaar en hield een feestmaaltijd. Maar 's avonds bracht hij zijn dochter Lea naar Jakob, en Jakob ging met haar naar bed. En Laban gaf aan Lea zijn slavin Zilpa. Zo werd Zilpa de slavin van zijn dochter Lea. De volgende ochtend zag Jakob dat Lea bij hem lag. Toen zei hij tegen Laban: "Wat heb je me aangedaan? Ik heb toch om Rachel voor je gewerkt? Waarom heb je me dan bedrogen?" Toen zei Laban: "Het is hier niet de gewoonte dat de jongste dochter eerder trouwt dan de oudste. Vier je bruiloftsweek met deze vrouw, dan zal ik je daarna ook de andere geven. Maar dan moet je nog eens zeven jaar voor me werken." Dat deed Jakob. Hij vierde de bruiloftsweek met Lea. Daarna gaf Laban hem Rachel als vrouw. En Laban gaf aan Rachel zijn slavin Bilha. Zo werd Bilha de slavin van Rachel. Zo trouwde Jakob dus ook met Rachel. En hij hield van Rachel, maar niet van Lea. En hij werkte nog eens zeven jaar voor Laban. Toen de Heer zag dat Jakob niet van Lea hield, gaf Hij haar kinderen. Maar Rachel kreeg geen kinderen. Lea raakte in verwachting en kreeg een zoon. Ze noemde hem Ruben [ (= 'kijk, een zoon!') ]. Want ze zei: "De Heer heeft mijn ellende gezien. Nú zal mijn man van mij houden." Ze raakte weer in verwachting en kreeg weer een zoon. En ze zei: "De Heer heeft gehoord dat mijn man niet van mij houdt. Daarom heeft Hij mij nóg een zoon gegeven." Ze noemde hem Simeon [ (= 'God luistert') ]. Ze raakte weer in verwachting en kreeg nóg een zoon. En ze zei: "Nu zal mijn man van mij gaan houden, omdat ik hem drie zonen heb gegeven." Daarom noemde ze hem Levi [ (= 'vriend') ]. Ze raakte weer in verwachting en kreeg nóg een zoon. En ze zei: "Nu zal ik de Heer prijzen." Daarom noemde ze hem Juda [ (= 'lofprijs') ]. Toen kreeg ze geen kinderen meer. (lees verder)