Genesis 14:22-23
Genesis 14:22-23 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar Abram zei tegen de koning van Sodom: Ik zweer bij de HEERE, God, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit, dat ik niets, van draad tot schoenriem toe, ja, niets van alles wat van u is, zal nemen, zodat u niet kunt zeggen: Ik heb Abram rijk gemaakt.
Genesis 14:22-23 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Doch Abram zeide tot den koning van Sodom: Ik heb mijn hand opgeheven tot den HEERE, den allerhoogsten God, Die hemel en aarde bezit; Zo ik van een draad aan tot een schoenriem toe, ja, zo ik van alles, dat het uwe is, iets neme! opdat gij niet zegt: Ik heb Abram rijk gemaakt!
Genesis 14:22-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Doch Abram zeide tot de koning van Sodom: Ik zweer bij de HERE, bij God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde: Zelfs geen draad of schoenriem, ja niets van het uwe zal ik nemen, opdat gij niet kunt zeggen: Ik heb Abram rijk gemaakt!
Genesis 14:22-23 Het Boek (HTB)
Maar Abram weigerde: ‘Ik zweer bij de HERE God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde: nog geen schoenveter zal ik van u aannemen, anders kunt u later zeggen: “Ik heb Abram rijk gemaakt.”
Genesis 14:22-23 BasisBijbel (BB)
Maar Abram antwoordde: "Ik zweer bij de Heer, de Allerhoogste God, de Eigenaar van de hemel en de aarde: ik zal nog geen draad of schoenveter houden. Ik wil helemaal niets van u krijgen. Want ik wil niet dat u zal kunnen zeggen, dat ú Abram rijk heeft gemaakt.