Galaten 1:18-24
Galaten 1:18-24 Herziene Statenvertaling (HSV)
Daarna, drie jaar later, ging ik naar Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem. En ik heb niemand anders van de apostelen gezien; alleen Jakobus, de broer van de Heere. Wat ik u schrijf, zie, ik getuig voor God dat ik niet lieg. Daarna kwam ik in de streken van Syrië en Cilicië. En ik was van gezicht onbekend aan de gemeenten van Judea die in Christus zijn. Maar zij hadden alleen horen zeggen: Hij die ons voorheen vervolgde, verkondigt nu het geloof dat hij voorheen verwoestte. En zij verheerlijkten God in mij.
Galaten 1:18-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daarop ging ik drie jaar later naar Jeruzalem, om Kefas te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem; en ik zag geen ander van de apostelen dan Jakobus, de broeder des Heren. Wat ik u schrijf, zie, voor het aangezicht van God, ik lieg niet. Daarna ben ik gegaan naar de streken van Syrië en van Cilicië. En ik was aan de gemeenten van Christus in Judea van aanzien onbekend. Alleen hoorden zij telkens: hij, die ons vroeger vervolgde, verkondigt nu het geloof, dat hij tevoren trachtte uit te roeien. En zij verheerlijkten God in mij.
Galaten 1:18-24 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Daarna kwam ik na drie jaren weder te Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef bij hem vijftien dagen. En zag geen ander van de apostelen, dan Jakobus, den broeder des Heeren. Hetgeen nu ik u schrijf, ziet, ik getuig voor God, dat ik niet lieg! Daarna ben ik gekomen in de gewesten van Syrië en van Cilicië. En ik was van aangezicht onbekend aan de Gemeenten in Judéa, die in Christus zijn. Maar zij hadden alleenlijk gehoord, dat men zeide: Degene, die ons eertijds vervolgde, verkondigt nu het geloof, hetwelk hij eertijds verwoestte. En zij verheerlijkten God in mij.
Galaten 1:18-24 Herziene Statenvertaling (HSV)
Daarna, drie jaar later, ging ik naar Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem. En ik heb niemand anders van de apostelen gezien; alleen Jakobus, de broer van de Heere. Wat ik u schrijf, zie, ik getuig voor God dat ik niet lieg. Daarna kwam ik in de streken van Syrië en Cilicië. En ik was van gezicht onbekend aan de gemeenten van Judea die in Christus zijn. Maar zij hadden alleen horen zeggen: Hij die ons voorheen vervolgde, verkondigt nu het geloof dat hij voorheen verwoestte. En zij verheerlijkten God in mij.
Galaten 1:18-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daarop ging ik drie jaar later naar Jeruzalem, om Kefas te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem; en ik zag geen ander van de apostelen dan Jakobus, de broeder des Heren. Wat ik u schrijf, zie, voor het aangezicht van God, ik lieg niet. Daarna ben ik gegaan naar de streken van Syrië en van Cilicië. En ik was aan de gemeenten van Christus in Judea van aanzien onbekend. Alleen hoorden zij telkens: hij, die ons vroeger vervolgde, verkondigt nu het geloof, dat hij tevoren trachtte uit te roeien. En zij verheerlijkten God in mij.
Galaten 1:18-24 Het Boek (HTB)
Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem om met Petrus kennis te maken en ik logeerde twee weken bij hem. De enige andere apostel die ik toen ontmoet heb, was Jakobus, de broer van onze Here. Denk niet dat ik lieg. God weet dat ik de waarheid spreek. Daarna ging ik naar Syrië en Cilicië. En nog steeds wisten de christenen van Judea niet hoe ik er uitzag. Het enige wat zij over mij hoorden, was dat de man die hen vroeger vervolgde, nu zelf het goede nieuws van het geloof in Christus bekendmaakte, het geloof dat hij vroeger probeerde uit te roeien. En zij prezen God om wat er met mij gebeurd was.
Galaten 1:18-24 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Pas drie jaar later ben ik naar Jeruzalem gegaan. Daar heb ik Petrus bezocht. Ik ben toen twee weken bij hem gebleven. De enige andere boodschapper van God die ik toen ontmoet heb, was Jakobus, de broer van de Heer. Het is echt waar wat ik hier schrijf. God weet dat ik niet lieg. Daarna ben ik naar het gebied van Syrië en het gebied van Cilicië gegaan. Tot dan toe had nog niemand van de gemeenten van Christus in Judea mij ooit gezien. Alleen hoorden ze steeds weer zeggen: "Weet je nog die man die ons vroeger vervolgde? Nu vertelt hij de mensen over het geloof dat hij vroeger probeerde te vernietigen!" En ze prezen God voor wat Hij in mij had gedaan.