Ezra 4:23-24
Ezra 4:23-24 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen, van dat het afschrift des briefs van den koning Arthahsasta voor Rehum, en Simsai, den schrijver, en hun gezelschappen gelezen was, togen zij in haast naar Jeruzalem tot de Joden, en beletten hen met arm en geweld. Toen hield het werk op van het huis Gods, Die te Jeruzalem woont, ja, het hield op tot in het tweede jaar van het koninkrijk van Darius, den koning van Perzië.
Ezra 4:23-24 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zodra het afschrift van de brief van koning Arthahsasta voorgelezen was voor Rehum, Simsai, de secretaris, en hun ambtgenoten, vertrokken ze haastig naar Jeruzalem, naar de Joden en lieten hen met kracht en geweld ophouden. Toen hield het werk aan het huis van God in Jeruzalem op, ja, het hield op tot het tweede regeringsjaar van Darius, de koning van Perzië.
Ezra 4:23-24 Het Boek (HTB)
Een afschrift van deze brief van koning Arthahsasta werd voorgelezen aan Rehum, zijn secretaris Simsai en hun collegaʼs. Zij haastten zich onmiddellijk naar Jeruzalem en dwongen de Judeeërs met geweld de bouw te staken. Het werk aan de tempel in Jeruzalem bleef stilliggen tot het tweede regeringsjaar van koning Darius van Perzië.
Ezra 4:23-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Nadat nu het afschrift van de brief van koning Artachsasta voorgelezen was aan Rechum, Simsai, de schrijver, en hun ambtgenoten, begaven zij zich in aller ijl naar Jeruzalem tot de Judeeërs en deden hen met kracht en geweld de arbeid staken. Zo werd de arbeid aan het huis Gods te Jeruzalem gestaakt en bleef stilliggen tot het tweede jaar van de regering van Darius, de koning van Perzië.
Ezra 4:23-24 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De brief van koning Artasasta werd voorgelezen aan Rehum, zijn schrijver Simsai en de andere ambtenaren. Toen gingen ze haastig naar Jeruzalem. Daar dwongen ze de Judeeërs met geweld om te stoppen met bouwen. Zo stopte [ al in de tijd van koning Kores ] het werk aan de tempel van God in Jeruzalem. Het bleef stilliggen tot Darius voor het tweede jaar koning was over Perzië.