Exodus 4:1-3
Exodus 4:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen antwoordde Mozes, en zeide: Maar zie, zij zullen mij niet geloven, noch mijn stem horen; want zij zullen zeggen: De HEERE is u niet verschenen! En de HEERE zeide tot hem: Wat is er in uw hand? En hij zeide: Een staf. En Hij zeide: Werp hem ter aarde. En hij wierp hem ter aarde! Toen werd hij tot een slang; en Mozes vlood van haar.
Exodus 4:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen antwoordde Mozes en zei: Maar zie, zij zullen mij niet geloven en niet naar mijn stem willen luisteren, want zij zullen zeggen: De HEERE is niet aan u verschenen. De HEERE zei tegen hem: Wat hebt u daar in uw hand? Hij zei: Een staf. Hij zei: Werp hem op de grond. En hij wierp hem op de grond en hij werd een slang. En Mozes vluchtte ervoor.
Exodus 4:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen antwoordde Mozes: Maar als zij mij niet geloven en niet naar mij luisteren, doch zeggen: de HERE is u niet verschenen? En de HERE zeide tot hem: Wat hebt gij daar in uw hand? Hij antwoordde: Een staf. Daarop zeide Hij: Werp die op de grond. En toen hij die op de grond geworpen had, werd hij een slang, zodat Mozes ervoor wegvluchtte.
Exodus 4:1-3 Het Boek (HTB)
Mozes zei evenwel: ‘Zij zullen mij niet geloven! Ze zullen het niet doen en zeker niet als ík het zeg. Zij zullen zeggen: “De HERE is helemaal niet aan u verschenen!” ’ ‘Wat hebt u daar in uw hand?’ vroeg de HERE hem. ‘Een herdersstaf,’ antwoordde Mozes. ‘Gooi hem eens op de grond,’ zei de HERE. Mozes gooide de staf neer, hij veranderde onmiddellijk in een slang en Mozes deed snel een stap terug.
Exodus 4:1-3 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen antwoordde Mozes: "Maar ze zullen me niet geloven! Ze zullen niet naar me willen luisteren. Ze zullen zeggen: 'De Heer is helemaal niet naar je toe gekomen'." De Heer antwoordde: "Wat heb je daar in je hand?" Hij antwoordde: "Een staf." De Heer zei: "Gooi hem op de grond." Toen Mozes hem op de grond gooide, veranderde de staf in een slang. Mozes rende geschrokken weg.