Exodus 16:21-30
Exodus 16:21-30 Het Boek (HTB)
Iedereen verzamelde elke morgen zoveel als hij nodig had. En wanneer de zon meer kracht kreeg, smolt het weg. Op de zesde dag verzamelden zij twee maal zoveel brood als gewoonlijk: vier viertiende liter per persoon. De leiders van het volk kwamen Mozes echter vragen waarom zij tweemaal zoveel moesten verzamelen. Hij legde het hun uit. ‘Dit heeft de HERE mij gezegd: “Morgen is het een rustdag, een heilige sabbat voor de HERE, kook of bak zoveel als nodig is en bewaar dat voor de volgende dag”.’ Zij lieten het eten tot de volgende morgen liggen, zoals Mozes had gezegd, er zaten geen wormen in en het stonk ook niet. Mozes zei verder: ‘Dit is uw eten voor vandaag, want het is de sabbat van de HERE en vandaag zal er geen brood op de grond te vinden zijn. Zes dagen kunt u het verzamelen, maar op de zevende dag niet, dan is het een rustdag.’ Toen enkele mensen op de ochtend van de zevende dag toch gingen zoeken, vonden zij niets. Daarom zei de HERE tegen Mozes: ‘Hoelang zullen deze mensen blijven weigeren Mij te gehoorzamen? De HERE heeft de sabbat ingesteld en daarom geeft Hij op de zesde dag brood voor twee dagen. Iedereen moet in zijn tent blijven en niet naar brood gaan zoeken.’ Toen rustte het volk op de zevende dag.
Exodus 16:21-30 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zij nu verzamelden het allen morgen, een iegelijk naardat hij eten mocht; want als de zon heet werd, zo versmolt het. En het geschiedde op den zesden dag, dat zij dubbel brood verzamelden, twee gomers voor een; en al de oversten der vergadering kwamen en verkondigden het aan Mozes. Hij dan zeide tot hen: Dit is het, dat de HEERE gesproken heeft: Morgen is de rust, de heilige sabbat des HEEREN! wat gij bakken zoudt, bakt dat, en ziedt, wat gij zieden zoudt; en al wat over blijft, legt het op voor u in bewaring tot den morgen. En zij legden het op tot den morgen, gelijk als Mozes geboden had; en het stonk niet, en er was geen worm in. Toen zeide Mozes: Eet dat heden, want het is heden de sabbat des HEEREN; gij zult het heden op het veld niet vinden. Zes dagen zult gij het verzamelen; doch op den zevenden dag is het sabbat, op denzelven zal het niet zijn. En het geschiedde aan den zevenden dag, dat sommigen van het volk uitgingen, om te verzamelen; doch zij vonden niet. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Hoe lang weigert gijlieden te houden Mijn geboden en Mijn wetten? Ziet, omdat de HEERE ulieden den sabbat gegeven heeft, daarom geeft Hij u aan den zesden dag voor twee dagen brood; een ieder blijve in zijn plaats! dat niemand uit zijn plaats ga op den zevenden dag! Alzo rustte het volk op den zevenden dag.
Exodus 16:21-30 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zo verzamelden zij het elke morgen, ieder naar wat hij eten kon, want zodra de zon heet werd, smolt het weg. Op de zesde dag gebeurde het dat zij een dubbele hoeveelheid brood verzamelden, twee gomers voor één persoon. Al de leiders van de gemeenschap kwamen dat aan Mozes vertellen. Hij zei toen tegen hen: Dat is het wat de HEERE gesproken heeft. Morgen is het de rustdag, de heilige sabbat voor de HEERE! Wat u bakken wilt, bak het, en kook wat u koken wilt, en laat alles wat er overblijft voor uzelf liggen om het tot de volgende morgen te bewaren. Zij lieten het staan tot de volgende morgen, zoals Mozes geboden had, en nu stonk het niet en waren er geen maden in. Toen zei Mozes: Eet dit vandaag, want vandaag is het de sabbat voor de HEERE. U zult het vandaag buiten niet vinden. Zes dagen moet u het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat. Dan zal het er niet zijn. Het gebeurde echter op de zevende dag dat sommigen van het volk eropuit gingen om brood te verzamelen, maar zij vonden niets. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Hoelang weigert u nog Mijn geboden en Mijn wetten in acht te nemen? Zie, omdat de HEERE u de sabbat gegeven heeft, daarom geeft Hij u op de zesde dag brood voor twee dagen. Ieder moet op zijn plaats blijven! Niemand mag er op de zevende dag vanuit zijn verblijfplaats opuit gaan! Zo rustte het volk op de zevende dag.
Exodus 16:21-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Zij nu verzamelden het elke morgen ieder naar zijn behoefte; maar als de zon heet werd, smolt het. En op de zesde dag verzamelden zij tweemaal zoveel brood, twee gomer voor ieder; en al de vorsten der vergadering kwamen het Mozes berichten. Toen zeide hij tot hen: Dit is wat de HERE gezegd heeft: een rustdag, een heilige sabbat is het morgen voor de HERE; bakt wat gij bakken wilt en kookt wat gij koken wilt; laat al wat overblijft liggen om het tot de volgende morgen te bewaren. Zij lieten het dan tot de volgende morgen liggen, zoals Mozes bevolen had; toen stonk het niet, en er waren geen maden in. Voorts zeide Mozes: Eet dit vandaag, want heden is het sabbat voor de HERE, vandaag zult gij het niet vinden op het veld. Zes dagen zult gij het verzamelen, maar op de zevende dag is het sabbat; dan is het er niet. Toen er dan ook van het volk op de zevende dag heengingen om wat te verzamelen, vonden zij het niet. Daarom zeide de HERE tot Mozes: Hoelang weigert gij mijn geboden en wetten te onderhouden? Bedenkt, dat de HERE u de sabbat gegeven heeft; daarom geeft Hij u op de zesde dag brood voor twee dagen. Ieder moet op zijn plaats blijven; niemand mag zijn plaats op de zevende dag verlaten. Toen rustte het volk op de zevende dag.
Exodus 16:21-30 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Zo verzamelden ze elke morgen precies zoveel als ze nodig hadden. Maar als de zon heet werd, smolt het. Op de zesde dag verzamelden ze twee keer zoveel: 2 gomer [ (4,4 liter) ] per persoon. De leiders van het volk kwamen het aan Mozes vertellen. Toen zei hij tegen hen: "Dat had de Heer ook gezegd. Want morgen is het een rustdag, een heilige rustdag voor de Heer. Bak wat jullie willen bakken en kook wat jullie willen koken. Wat overblijft kunnen jullie bewaren voor de volgende dag." Toen lieten ze het tot de volgende dag liggen, zoals Mozes gezegd had. Toen stonk het niet en er zaten geen wormen in. Mozes zei: "Eet dit vandaag, want vandaag is het een heilige rustdag voor de Heer. Vandaag zullen jullie niets vinden. Zes dagen per week moeten jullie het verzamelen. Maar elke zevende dag is een heilige rustdag. Dan is het er niet." Op de zevende dag waren er toch mensen die de korreltjes wilden gaan verzamelen. Maar ze vonden niets. Daarom zei de Heer tegen Mozes: "Hoelang weigeren jullie nog om Mij te gehoorzamen? Bedenk dat Ik jullie de heilige rustdag heb gegeven. Daarom geef Ik jullie op de zesde dag brood voor twee dagen. Op de zevende dag moet iedereen thuisblijven. Dan mag niemand zijn plaats verlaten." Toen rustte het volk op de zevende dag.