Exodus 14:13-22

Exodus 14:13-22 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Doch Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, staat vast, en ziet het heil des HEEREN, dat Hij heden aan ulieden doen zal, want de Egyptenaars, die gij heden gezien hebt, zult gij niet weder zien in eeuwigheid. De HEERE zal voor ulieden strijden, en gij zult stil zijn. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Wat roept gij tot Mij? Zeg den kinderen Israëls, dat zij voorttrekken. En gij, hef uw staf op, en strek uw hand uit over de zee, en klief dezelve, dat de kinderen Israëls door het midden der zee gaan op het droge. En Ik, zie, Ik zal het hart der Egyptenaren verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal verheerlijkt worden aan Farao en aan al zijn heir, aan zijn wagenen en aan zijn ruiteren. En de Egyptenaars zullen weten, dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik verheerlijkt zal worden aan Farao, aan zijn wagenen en aan zijn ruiteren. En de Engel Gods, Die voor het heir van Israël ging, vertrok, en ging achter hen; de wolkkolom vertrok ook van hun aangezicht, en stond achter hen. En zij kwam tussen het leger der Egyptenaren, en tussen het leger van Israël; en de wolk was te gelijk duisternis en verlichtte den nacht; zodat de een tot den ander niet naderde den gansen nacht. Toen Mozes zijn hand uitstrekte over de zee, zo deed de HEERE de zee weggaan, door een sterken oostenwind, dien gansen nacht, en maakte de zee droog, en de wateren werden gekliefd. En de kinderen Israëls zijn ingegaan in het midden van de zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur, aan hun rechter- en aan hun linkerhand.

Exodus 14:13-22 Herziene Statenvertaling (HSV)

Maar Mozes zei tegen het volk: Wees niet bevreesd, houd stand, zie het heil van de HEERE dat Hij vandaag nog voor u zal bewerken! Want de Egyptenaren die u vandaag ziet, zult u tot in eeuwigheid niet meer terugzien. De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn. Toen zei de HEERE tegen Mozes: Wat roept u tot Mij? Spreek tot de Israëlieten en zeg dat zij opbreken. En u, hef uw staf op, strek uw hand uit over de zee en splijt hem doormidden, zodat de Israëlieten door het midden van de zee op het droge kunnen gaan. En Ik, zie, Ik zal het hart van de Egyptenaren verharden, zodat zij achter hen aan gaan. Ik zal geëerd worden ten koste van de farao en ten koste van heel zijn leger, ten koste van zijn strijdwagens en ten koste van zijn ruiters. Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik de HEERE ben, als Ik geëerd zal worden ten koste van de farao, ten koste van zijn strijdwagens en ten koste van zijn ruiters. Toen verliet de Engel van God, Die vóór het leger van Israël uit ging, Zijn plaats en ging achter hen aan. Ook de wolkkolom verliet de plaats vóór hen en ging achter hen staan. Hij kwam tussen het leger van Egypte en het leger van Israël. De wolk was duisternis en tegelijk verlichtte hij de nacht. De een kon niet in de nabijheid van de ander komen, heel de nacht. Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee, en de HEERE liet de zee die hele nacht wegvloeien door een krachtige oostenwind. Hij maakte de zee droog, en het water werd doormidden gespleten. Zo gingen de Israëlieten midden in de zee op het droge. Het water was voor hen aan hun rechter- en linkerhand een muur.

Exodus 14:13-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Maar Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, houdt stand, dan zult gij de verlossing des HEREN zien, die Hij u heden bereiden zal; want de Egyptenaren, die gij heden gezien hebt, zult gij nimmermeer zien. De HERE zal voor u strijden, en gij zult stil zijn. Toen zeide de HERE tot Mozes: Wat roept gij zo luid tot Mij? Zeg tot de Israëlieten, dat zij opbreken. En gij, hef uw staf op en strek uw hand uit over de zee en splijt haar; dan zullen de Israëlieten midden door de zee kunnen gaan op het droge. Maar zie, Ik zal het hart der Egyptenaren verharden, zodat zij hen achterna zullen trekken, en Ik zal Mij verheerlijken aan Farao en aan zijn gehele legermacht, aan zijn wagens en aan zijn ruiters. En de Egyptenaren zullen weten, dat Ik de HERE ben, doordat Ik Mij verheerlijken zal aan Farao, aan zijn wagens en aan zijn ruiters. Toen verliet de Engel Gods, die vóór het leger van Israël uitging, zijn plaats en ging achter hen aan; ook verliet de wolkkolom haar plaats aan hun spits en ging achter hen staan. Zo kwam zij tussen het leger van de Egyptenaren en dat van de Israëlieten in, – en de wolk was duisternis, maar tegelijk verlichtte zij de nacht – zodat de een de ander niet kon naderen, de gehele nacht. Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee en de HERE deed de zee de gehele nacht door een sterke oostenwind wegvloeien, maakte haar droog, en de wateren werden gespleten. Zo gingen de Israëlieten in het midden der zee op het droge; terwijl rechts en links de wateren voor hen waren als een muur.

Exodus 14:13-22 Het Boek (HTB)

Maar Mozes kalmeerde het volk. ‘Wees maar niet bang. Blijf gewoon waar u bent en kijk hoe de HERE ons vandaag redt. De Egyptenaren die daar aankomen, zult u nooit meer zien! De HERE zal voor u vechten, u hoeft zelfs geen vinger naar hen uit te steken!’ Toen zei de HERE tegen Mozes: ‘Roep niet langer tot Mij, breek het kamp op en zet het volk in beweging! Strek uw staf uit boven het water en de zee zal zich splitsen, zodat u er doorheen kunt trekken. Ik zal de harten van de Egyptenaren verharden zodat zij u achterna gaan en dan zal Ik mijn eer behalen door de farao, zijn strijdwagens en zijn ruiters ten val te brengen. De Egyptenaren zullen erkennen dat Ik de HERE ben wanneer Ik mijn macht heb laten zien aan de farao, zijn strijdwagens en ruiters.’ Toen verliet de Engel van God zijn plaats aan het hoofd van het volk en stelde Zich achter de Israëlieten op, de wolk ging met Hem mee. Zo kwam de wolk tussen de Israëlieten en het Egyptische leger te staan. Deze zorgde aan de Egyptische kant voor een diepe duisternis, maar verschafte de Israëlieten tegelijkertijd licht, zodat zij verder konden trekken. Zo kregen de Egyptenaren geen kans de Israëlieten te naderen! Toen strekte Mozes zijn arm uit over de zee en de HERE liet een krachtige wind uit het oosten waaien, zodat het water wegvloeide en de bodem droog kwam te staan. Er ontstond een pad waarover de Israëlieten door de zee trokken. Links en rechts van hen rees het water op als een muur.

Exodus 14:13-22 BasisBijbel (BB)

Maar Mozes zei tegen het volk: "Wees niet bang, houd moed! Vandaag zullen jullie zien hoe de Heer jullie zal redden. Want de Egyptenaren die jullie vandaag zien, zullen jullie nooit meer terugzien. De Heer zal voor jullie strijden. Wees maar rustig, jullie hoeven zelf niets te doen." Toen zei de Heer tegen Mozes: "Waarom roep je zo luid tot Mij? Zeg tegen de Israëlieten dat ze hier moeten vertrekken. Strek je hand met je staf uit over de zee en splijt de zee. Dan zullen de Israëlieten midden door de zee kunnen gaan, over het droge. Maar Ik zal ervoor zorgen dat de Egyptenaren koppig blijven. Ze zullen hen achterna gaan door de zee. Dan zal Ik aan de farao en zijn hele leger, met al zijn strijdwagens en ruiters, laten zien hoe machtig Ik ben! Heel Egypte zal toegeven dat Ik de Heer ben." De Engel van God was aldoor voor het volk Israël uit gegaan. Nu verliet Hij zijn plaats en ging achter hen staan. Ook de grote, hoge wolk verliet zijn plaats vooraan het leger en ging achter hen staan. Zo stonden zij tussen de Egyptenaren en de Israëlieten in. Aan de kant van de Egyptenaren was de wolk donker. Maar aan de kant van de Israëlieten gaf hij licht in de nacht. Daardoor kon de hele nacht het ene leger niet bij het andere leger komen. Mozes had zijn hand uitgestrekt over de zee. En de Heer zorgde ervoor dat er de hele nacht een harde oostenwind waaide. Daardoor stroomde het water van de zee weg, zodat de bodem droogviel. Zo werd het water in tweeën gedeeld. De Israëlieten gingen midden door de zee, over het droge. Het water stond als een muur links en rechts van hen.

Exodus 14:13-22

Exodus 14:13-22 HTBExodus 14:13-22 HTBExodus 14:13-22 HTBExodus 14:13-22 HTB