Exodus 12:3-14

Exodus 12:3-14 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Spreekt tot de ganse vergadering van Israël, zeggende: Aan den tienden dezer maand neme een iegelijk een lam, naar de huizen der vaderen, een lam voor een huis. Maar indien een huis te klein is voor een lam, zo neme hij het en zijn nabuur, de naaste aan zijn huis, naar het getal der zielen, een iegelijk naar dat hij eten kan; gij zult rekening maken naar het lam. Gij zult een volkomen lam hebben, een manneken, een jaar oud; van de schapen of van de geitenbokken zult gij het nemen. En gij zult het in bewaring hebben tot den veertienden dag dezer maand; en de ganse gemeente der vergadering van Israël zal het slachten tussen twee avonden. En zij zullen van het bloed nemen, en strijken het aan de beide zijposten, en aan den bovendorpel, aan de huizen, in welke zij het eten zullen. En zij zullen het vlees eten in denzelfden nacht, aan het vuur gebraden, met ongezuurde broden; zij zullen het met bittere saus eten. Gij zult daarvan niet rauw eten, ook geenszins in water gezoden; maar aan het vuur gebraden, zijn hoofd met zijn schenkelen en met zijn ingewand. Gij zult daarvan ook niet laten overblijven tot den morgen; maar hetgeen daarvan overblijft tot den morgen, zult gij met vuur verbranden. Aldus nu zult gij het eten: uw lenden zullen opgeschort zijn, uw schoenen aan uw voeten, en uw staf in uw hand; en gij zult het met haast eten; het is des HEEREN pascha. Want Ik zal in dezen nacht door Egypteland gaan, en alle eerstgeborenen in Egypteland slaan, van de mensen af tot de beesten toe; en Ik zal gerichten oefenen aan al de goden der Egyptenaren, Ik, de HEERE! En dat bloed zal ulieden tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt; wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan; en er zal geen plaag onder ulieden ten verderve zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal. En deze dag zal ulieden wezen ter gedachtenis, en gij zult hem den HEERE tot een feest vieren; gij zult hem vieren onder uw geslachten tot een eeuwige inzetting.

Exodus 12:3-14 Herziene Statenvertaling (HSV)

Spreek tot heel de gemeenschap van Israël: Op de tiende dag van deze maand moet ieder voor zich een lam per familie nemen, een lam per gezin. Maar als het gezin te klein is voor een lam, dan moet hij er samen met de buurman, die het dichtst bij zijn gezin woont, één nemen, overeenkomstig het aantal personen. U moet bij het lam rekening houden met wat ieder eten kan. U moet een lam zonder enig gebrek hebben, een mannetje van een jaar oud. U moet het van de schapen of van de geiten nemen. U moet het in bewaring houden tot de veertiende dag van deze maand, en heel de verzamelde gemeenschap van Israël zal het slachten tegen het vallen van de avond. En zij zullen van het bloed nemen en het aan de beide deurposten strijken en aan de bovendorpel, aan de huizen waarin zij het eten zullen. Zij moeten het vlees dezelfde nacht nog eten; op vuur gebraden, met ongezuurde broden, en met bittere kruiden moeten zij het eten. U mag daarvan niets rauw eten, en zeker niet in water gekookt, maar alleen op vuur gebraden, met zijn kop, met zijn poten en zijn ingewanden. U mag daarvan ook niets overlaten tot de morgen. Wat er de volgende morgen van over is, moet u met vuur verbranden. En zo moet u het eten: uw middel omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand. U moet het met haast eten, het is Pascha voor de HEERE. Want Ik zal in deze nacht door het land Egypte trekken en alle eerstgeborenen in het land Egypte treffen, van de mensen tot het vee. En Ik zal aan al de goden van de Egyptenaren strafgerichten voltrekken, Ik, de HEERE. En het bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen waarin u verblijft. Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt, als Ik het land Egypte zal treffen. Deze dag moet voor u een gedenkdag worden. U moet hem vieren als een feest voor de HEERE. U moet hem vieren als een eeuwige verordening, al uw generaties door.

Exodus 12:3-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Spreekt tot de gehele vergadering van Israël als volgt: op de tiende van deze maand zal ieder voor zich een stuk kleinvee nemen, familiesgewijs, een stuk kleinvee per gezin. Maar indien een gezin te klein is voor een stuk kleinvee, dan zullen hij en de naaste buurman van zijn gezin er een nemen, naar het aantal personen; gij zult bij het stuk kleinvee rekenen met ieders behoefte. Een gaaf, mannelijk, éénjarig stuk kleinvee moet gij nemen; gij kunt dit nemen van de schapen of van de geiten. En gij zult het bewaren tot de veertiende dag van deze maand; dan zal de gehele vergadering der gemeente van Israël het slachten in de avondschemering. Vervolgens zal men van het bloed nemen en dit strijken aan de beide deurposten en de bovendorpel, aan die huizen, waarin men het eet. Het vlees zullen zij dezelfde nacht eten; zij zullen het eten op het vuur gebraden, met ongezuurde broden, benevens bittere kruiden. Rauw of gaar gekookt in water zult gij het niet eten; slechts op het vuur gebraden met kop, schenkels en ingewanden. Gij zult daarvan niets overlaten tot de morgen; wat ervan overblijft tot de morgen, dat zult gij met vuur verbranden. En aldus zult gij het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand; overhaast zult gij het eten; het is een Pascha voor de HERE. Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken en alle eerstgeborenen, zowel van mens als dier, in het land Egypte slaan en aan alle goden van Egypte zal Ik gerichten oefenen, Ik, de HERE. En het bloed zal u dienen als een teken aan de huizen, waar gij zijt, en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik u voorbij. Aldus zal er geen verdervende plaag onder u zijn, wanneer Ik het land Egypte sla. En deze dag zal u een gedenkdag zijn, gij zult hem vieren als een feest voor de HERE; in uw geslachten zult gij hem als een altoosdurende inzetting vieren.

Exodus 12:3-14 Het Boek (HTB)

Vertel alle Israëlieten dat op de tiende dag van deze maand elk gezin een lam of een bokje moet nemen, elk gezin één. Als het een klein gezin is, kan het met een ander klein gezin samen een lam nemen. Dat hangt af van het aantal gezinsleden, want het lam moet wel helemaal worden opgegeten. Het mag geen enkel gebrek hebben en het moet mannelijk en een jaar oud zijn. Het mag ook een bokje zijn. Tegen de avond van de veertiende dag van de maand moeten alle Israëlieten de dieren slachten. Het bloed moeten ze strijken aan de posten van de voordeur van het huis waar zij eten. Die nacht moet iedereen geroosterd vlees eten, met ongezuurd brood en bittere kruiden. Het vlees mag niet rauw of gekookt worden gegeten. Rooster het boven het vuur met de kop, de poten en de ingewanden erbij. Al het vlees moet diezelfde nacht worden opgegeten. Als er toch iets overblijft, moet dat de volgende morgen worden verbrand. Het moet een haastige maaltijd zijn, iedereen moet klaar staan om op reis te gaan. De sandalen aan en de wandelstaf in de hand. Het is een Pesach (Voorbijgang) voor de HERE. Want Ik zal deze nacht door Egypte gaan en alle eerstgeborenen van mens en dier doden. Ik zal de afgoden van Egypte vernederen, Ik, de HERE. Het bloed aan de deurposten zal voor Mij het teken zijn dat daar Israëlieten zijn. Als Ik het bloed zie, sla Ik dát huis over. Uw eerstgeborenen zullen niet het slachtoffer worden van de straf die Ik Egypte ga opleggen. Voortaan moet u deze gebeurtenis elk jaar herdenken. Dit voorschrift blijft altijd van kracht, ook voor toekomstige generaties.

Exodus 12:3-14 BasisBijbel (BB)

Zeg tegen het hele volk Israël: Op de tiende dag van deze maand moet iedereen een lam uit zijn kudde uitzoeken: één lam per gezin. Maar als iemands gezin daar te klein voor is, moet hij samendoen met een buurman. Er moet genoeg vlees zijn voor alle mensen van die twee gezinnen. Bij het uitzoeken van het dier moeten jullie rekening houden met hoeveel iedereen eet. Het moet een gezond mannetjes-dier zijn van één jaar oud. Het mag ook een geitje zijn van één jaar oud. Er mag helemaal niets mis mee zijn. Jullie moeten het bewaren tot de 14e dag van deze maand. Dan moeten alle Israëlieten die dieren slachten als het avond wordt. Daarna moeten jullie het bloed van de dieren aan de deurposten smeren, rond de deuren van de huizen waar jullie de dieren eten. Diezelfde nacht nog moeten jullie het vlees opeten. Eet het gebraden, met brood van deeg zonder gist, en met bittere kruiden. Jullie mogen het vlees niet gekookt of rauw opeten. Jullie mogen het alleen gebraden eten. Jullie moeten het hele dier eten, met de kop, de poten en de ingewanden. Jullie mogen er niets van bewaren tot de volgende dag. Wat ervan overblijft moeten jullie verbranden. Jullie moeten het haastig eten. Sta onder het eten klaar om te vertrekken, met je schoenen aan en een staf in je hand. Het is het Paasoffer ('Pascha' = 'voorbijgaan') voor de Heer. Want Ik zal vannacht door Egypte gaan en alle oudste zonen en alle eerstgeboren dieren doden. Ik zal alle goden van Egypte straffen. Ik ben de Heer. Het bloed aan jullie huizen is een teken. Als Ik bloed aan een huis zie, zal Ik dat huis voorbijgaan. Zo zal er bij jullie niemand sterven als Ik Egypte straf. Deze dag moet voortaan voor jullie een feestdag zijn, een feest voor Mij, de Heer. Al jullie families ná jullie moeten voor altijd dit feest vieren.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid