Exodus 1:4-7
Exodus 1:4-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Dan en Naftali, Gad en Aser. De afstammelingen van Jakob waren zeventig zielen in het geheel. Jozef echter was reeds in Egypte. En Jozef stierf, benevens al zijn broeders en dat gehele geslacht. De Israëlieten nu waren vruchtbaar en breidden zich snel uit; zij vermenigvuldigden zich en werden uitermate talrijk, zodat het land met hen vervuld werd.
Exodus 1:1-7 Het Boek (HTB)
Dit zijn de namen van de zonen van Jakob en hun gezinnen die met hem meegingen naar Egypte: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issachar, Zebulon, Benjamin, Dan, Naftali, Gad en Aser. Zo gingen in totaal zeventig mensen met hem mee (Jozef was al in Egypte). Na verloop van tijd stierven Jozef en zijn broers en zo kwam er een einde aan hun generatie. Hun afstammelingen waren echter erg vruchtbaar en hun aantal nam snel toe. Uit die kleine groep van zeventig mensen groeide een groot volk, dat het hele land Gosen bevolkte.
Exodus 1:4-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
Dan, Naftali, Gad en Aser. Alle zielen die van Jakob afstamden, waren zeventig zielen; Jozef was echter al in Egypte. Toen Jozef gestorven was, en ook al zijn broers, en heel die generatie, werden de Israëlieten vruchtbaar en breidden zij zich overvloedig uit. Ze werden talrijk en uitermate machtig, zodat het land vol van hen werd.
Exodus 1:4-7 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Dan en Naftali, Gad en Aser. De familie die uit Jakob was ontstaan, bestond in totaal uit 70 mensen. Maar Jozef was al in Egypte. Jozef en zijn broers stierven. De Israëlieten kregen veel kinderen, zodat ze al gauw een heel volk werden. Overal in het land woonden Israëlieten.
Exodus 1:4-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Dan en Nafthali, Gad en Aser. Al de zielen nu, die uit Jakobs heup voortgekomen zijn, waren zeventig zielen; doch Jozef was in Egypte. Toen nu Jozef gestorven was, en al zijn broeders, en al dat geslacht, Zo werden de kinderen Israëls vruchtbaar en wiesen overvloedig, en zij vermeerderden, en werden gans zeer machtig, zodat het land met hen vervuld werd.
Exodus 1:4-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
Dan, Naftali, Gad en Aser. Alle zielen die van Jakob afstamden, waren zeventig zielen; Jozef was echter al in Egypte. Toen Jozef gestorven was, en ook al zijn broers, en heel die generatie, werden de Israëlieten vruchtbaar en breidden zij zich overvloedig uit. Ze werden talrijk en uitermate machtig, zodat het land vol van hen werd.
Exodus 1:4-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Dan en Naftali, Gad en Aser. De afstammelingen van Jakob waren zeventig zielen in het geheel. Jozef echter was reeds in Egypte. En Jozef stierf, benevens al zijn broeders en dat gehele geslacht. De Israëlieten nu waren vruchtbaar en breidden zich snel uit; zij vermenigvuldigden zich en werden uitermate talrijk, zodat het land met hen vervuld werd.
Exodus 1:1-7 Het Boek (HTB)
Dit zijn de namen van de zonen van Jakob en hun gezinnen die met hem meegingen naar Egypte: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issachar, Zebulon, Benjamin, Dan, Naftali, Gad en Aser. Zo gingen in totaal zeventig mensen met hem mee (Jozef was al in Egypte). Na verloop van tijd stierven Jozef en zijn broers en zo kwam er een einde aan hun generatie. Hun afstammelingen waren echter erg vruchtbaar en hun aantal nam snel toe. Uit die kleine groep van zeventig mensen groeide een groot volk, dat het hele land Gosen bevolkte.
Exodus 1:4-7 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Dan en Naftali, Gad en Aser. De familie die uit Jakob was ontstaan, bestond in totaal uit 70 mensen. Maar Jozef was al in Egypte. Jozef en zijn broers stierven. De Israëlieten kregen veel kinderen, zodat ze al gauw een heel volk werden. Overal in het land woonden Israëlieten.