Efeziërs 6:1-12
Efeziërs 6:1-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte), Opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde. En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren. Gij dienstknechten, zijt gehoorzaam uw heren naar het vlees, met vreze en beven, in eenvoudigheid uws harten, gelijk als aan Christus; Niet naar ogendienst, als mensenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende den wil van God van harte; Dienende met goedwilligheid den Heere, en niet de mensen; Wetende, dat zo wat goed een iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije. En gij heren, doet hetzelfde bij hen, nalatende de dreiging; als die weet, dat ook uw eigen Heere in de hemelen is, en dat geen aanneming des persoons bij Hem is. Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht. Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
Efeziërs 6:1-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Kinderen, wees je ouders gehoorzaam in de Heere, want dat is juist. Eer je vader en moeder (dat is het eerste gebod met een belofte), opdat het je goed gaat en je lang leeft op de aarde. En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere. Slaven, wees, evenals aan Christus, gehoorzaam aan uw heer naar het vlees, met vrees en beven, oprecht van hart, niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar als slaven van Christus; doe zo van harte de wil van God, en dien met bereidwilligheid de Heere en niet de mensen. U weet immers dat wat ieder aan goeds gedaan heeft, hij dat van de Heere terug zal krijgen, hetzij slaaf, hetzij vrije. En heren, doe hetzelfde bij hen; laat het dreigen achterwege. U weet toch dat ook uw Heere in de hemelen is en dat er bij Hem geen aanzien des persoons is. Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
Efeziërs 6:1-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam [in de Here], want dat is recht. Eer uw vader en uw moeder – dit is immers het eerste gebod, met een belofte – opdat het u welga en gij lang leeft op aarde. En gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing des Heren. Slaven, weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud uws harten, als aan Christus, niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar door als slaven van Christus de wil Gods van harte te doen, en bereidwillig dienstbaar te zijn als aan de Here en niet aan mensen. Gij weet immers, dat een ieder, hetzij slaaf, hetzij vrije, al het goede, dat hij gedaan heeft, van de Here zal terugontvangen. En gij, heren, handelt evenzo jegens hen; laat het dreigen na. Gij weet immers, dat hun en uw Heer in de hemelen is, en bij Hem is geen aanzien des persoons. Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.
Efeziërs 6:1-12 Het Boek (HTB)
Kinderen, gehoorzaam je ouders. Dat is goed omdat de Here hun gezag over jullie heeft gegeven. ‘Heb eerbied voor uw vader en moeder.’ Dat is het eerste gebod waaraan een belofte is verbonden: ‘Als je je vader en moeder eert, zal het je goed gaan en zul je een lang leven hebben.’ Ouders, behandel uw kinderen zo dat zij niet dwars en haatdragend worden. Voed ze zo op dat ze de Here leren volgen en liefhebben. Slaven, gehoorzaam uw aardse meesters met eerbied en ontzag. Dien hen met heel uw hart, zoals u Christus dient. Werk niet alleen goed als uw meester toekijkt, maar ook als hij u alleen laat. Doe uw werk als een dienaar van Christus, die van ganser harte wil doen wat God vraagt. U weet toch dat de Here u zal belonen voor alle goede dingen die u gedaan hebt, of u nu slaaf bent of vrij man. Slaveneigenaars, u moet op uw beurt uw slaven goed behandelen. Spreek hen niet dreigend toe. U moet niet vergeten dat u zelf slaven van Christus bent. U hebt dezelfde Meester als zij en voor Hem bent u elkaars gelijken. Ten slotte nog dit: word sterk door één met de Here te zijn en zijn grote kracht in u te laten werken. Bewapen u met alle wapens die God ons geeft. Dan zal de duivel met zijn slinkse streken u geen kwaad kunnen doen. Want wij vechten niet tegen mensen, maar tegen onzichtbare wezens: de duivelse heersers en machten die deze donkere wereld tiranniseren, boosaardige geesten in de onzichtbare wereld om ons heen.
Efeziërs 6:1-12 BasisBijbel (BB)
Kinderen, wees in de Heer gehoorzaam aan jullie ouders, want dat is zoals het hoort. Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen. Want dat is de eerste leefregel van de Tien Leefregels waar God een belofte bij heeft gegeven. Die belofte is: "Als jullie dat doen, zal het goed met jullie gaan en zullen jullie lang leven op aarde." Vaders, maak jullie kinderen niet boos en irriteer ze niet. Voed hen op Gods manier op en vertel hun over Hem. Slaven, gehoorzaam jullie aardse meesters met respect. Dien hen zoals jullie Christus zouden dienen. Werk niet alleen hard om een goede indruk op hen te maken. Maar doe van harte wat God van jullie vraagt, als slaven van Christus. Dien je meester met je hele hart, alsof je de Heer dient in plaats van een mens. Want jullie weten dat iedereen van de Heer een beloning zal krijgen voor alle goede dingen die hij heeft gedaan. Het maakt voor Hem niet uit of je een slaaf bent of een vrij mens. Meesters, wees goed voor jullie slaven. Bedreig hen niet. Want jullie dienen dezelfde Heer in de hemel als zij, en voor Hem zijn alle mensen gelijk. Tenslotte, broeders en zusters: wees sterk in de kracht van de Heer. Doe de hele wapenrusting van God aan. Dan kan de duivel jullie met zijn sluwe streken geen kwaad doen. Want we strijden niet tegen mensen, maar tegen de onzichtbare leiders, machten en heersers van deze donkere wereld. Dus tegen de duivelse geesten in de geestelijke wereld.