Efeziërs 2:14-19
Efeziërs 2:14-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren; want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot de Vader. Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods
Efeziërs 2:14-19 Het Boek (HTB)
Want Hijzelf is onze vrede. Hij heeft u en ons tot één volk gemaakt door de muur van vijandschap die tussen ons in stond, af te breken. Door voor ons te sterven, heeft Christus de wet, die de oorzaak van de scheiding was, buiten werking gesteld. Hij bracht de twee tegenstanders bij elkaar door hen tot een deel van Zichzelf te maken. Hij smeedde de twee, Jood en niet-Jood, samen tot één persoon en toen was er vrede. Nu wij tot hetzelfde lichaam behoren, is de vijandschap verdwenen, want wij zijn allebei met God verzoend. Door het kruis is er een einde aan de tegenstelling gekomen. Jezus kwam met het goede nieuws dat het vrede was, zowel voor u die ver van God was, als voor ons die dichter bij Hem leefden. Door wat Jezus heeft gedaan, mogen wij, Joden en niet-Joden, vrij bij de Vader komen, in één Geest. Voor God bent u nu geen vreemdelingen of buitenlanders meer, nee, u hebt dezelfde rechten als de Joodse christenen. U hoort nu ook bij het volk van God, bij zijn gezin.
Efeziërs 2:14-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want Hij is onze vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende; En opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende. En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en dien, die nabij waren. Want door Hem hebben wij beiden den toegang door één Geest tot den Vader. Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods
Efeziërs 2:14-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want Hij is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken, en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. En bij Zijn komst heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd aan u die veraf was, en aan hen die dichtbij waren. Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader. Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God
Efeziërs 2:14-19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Want Jezus heeft ons vrede gegeven, door Zichzelf. Hij heeft van Joden en niet-Joden één volk gemaakt. Eerst stond [ de wet van Mozes als ] een muur tussen ons in. We leefden als vijanden van elkaar. Maar Hij heeft die muur weggebroken. Hoe? Door als mens voor ons te sterven. Nu gaat het niet langer om de wet, die bestaat uit leefregels waar wij ons aan moesten houden. [ Nu gaat het om geloof in Jezus. ] Zo heeft Hij in Zichzelf de twee soorten volken [ (namelijk de één met Gods wet, de ander zonder Gods wet) ] tot één volk gemaakt. Zo heeft Hij vrede gebracht. En die twee soorten volken, die nu één volk zijn geworden, heeft Hij allebei tot vrienden van God gemaakt. Want door zijn dood aan het kruis heeft Hij een eind gemaakt aan de vijandschap. Jezus kwam vrede brengen aan jullie die ver [ van God ] waren [ (= de niet-Joden) ], en aan de mensen die dicht bij [ God ] waren [ (= de Joden) ]. Want dankzij Hem kunnen wij nu allebei door één Geest dicht bij de Vader komen. Zo zijn jullie nu dus niet langer vreemdelingen en buitenstaanders. Jullie horen nu bij het volk van God en bij het gezin van God.