Prediker 1:7-11
Prediker 1:7-11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Al de beken gaan in de zee, nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats, waar de beken heengaan, derwaarts gaande keren zij weder. Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het oor wordt niet vervuld van horen. Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon. Is er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: Ziet dat, het is nieuw? Het is alreeds geweest in de eeuwen, die voor ons geweest zijn. Er is geen gedachtenis van de voorgaande dingen; en van de navolgende dingen, die zijn zullen, van dezelve zal ook geen gedachtenis zijn bij degenen, die namaals wezen zullen.
Prediker 1:7-11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Alle rivieren gaan naar de zee, toch raakt de zee niet vol. Naar de plaats vanwaar de rivieren kwamen, daarheen keren zij terug, om vandaar weer te gaan stromen. Alle dingen zijn zo vermoeiend, dat niemand het kan uitspreken. Het oog wordt niet verzadigd van zien, het oor wordt niet vol van horen. Wat er geweest is, dat zal er weer zijn. Wat er plaatsvindt, dat zal weer plaatsvinden. Er is niets nieuws onder de zon. Is er iets waarvan men kan zeggen: Kijk eens, dat is nieuw? In de eeuwen die voor ons geweest zijn, is het er al geweest. Er is geen herinnering aan de vroegere dingen. Ook aan latere dingen, die nog komen, zal geen herinnering zijn bij hen die daarna komen.
Prediker 1:7-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Alle beken stromen naar de zee, nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats waarheen de beken stromen, daarheen stromen zij altijd weer. Alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeiend; het oog wordt niet verzadigd van zien, en het oor wordt niet vervuld van horen. Wat geweest is, dat zal er zijn, en wat gedaan is, dat zal gedaan worden; er is niets nieuws onder de zon. Is er iets, waarvan men zegt: Ziehier, dat is nieuw – het was er al in verre tijden, die vóór ons waren. Er is geen heugenis van de vorige tijden, en ook van de latere, die er zullen zijn, zal er geen heugenis wezen bij hen die nog later leven zullen.
Prediker 1:7-11 Het Boek (HTB)
De rivieren monden uit in de zee, maar de zee raakt nooit vol. Het water keert weer terug naar de rivieren en vloeit weer naar de zee. Alles is onuitsprekelijk vermoeiend. Hoeveel wij ook zien, het is nooit genoeg. Hoeveel wij ook horen, tevreden zijn wij nooit. De geschiedenis herhaalt zich steeds weer. Niets is werkelijk nieuw, alles is al eens gezegd of gedaan. Kunt u iets nieuws aanwijzen? Hoe weet u of het eeuwen geleden ook al niet bestond? Wij kunnen niet meer achterhalen wat in vroeger tijden gebeurde en toekomstige generaties zullen zich niet meer herinneren wat wij in onze tijd hebben gedaan.
Prediker 1:7-11 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Alle rivieren stromen naar de zee, maar toch raakt de zee niet vol. Aldoor keert het water terug naar de bronnen van waaruit de rivieren ontstaan. Alles is verschrikkelijk vermoeiend. De ogen zijn nooit klaar met kijken, de oren zijn nooit klaar met horen. Alles wat er gebeurd is, zal steeds weer gebeuren. En alles wat er gedaan is, zal weer worden gedaan. Er is nooit iets nieuws onder de zon. Soms gebeurt er iets waarvan de mensen zeggen: "Kijk, dit is iets nieuws." Maar dan is het lang geleden ook al gebeurd, voordat wij er waren. De mensen weten niets meer van wat er lang geleden gebeurde. En ook van wat er later gebeuren zal, zullen de mensen die nóg weer later leven, niets meer weten.