Deuteronomium 8:1-3
Deuteronomium 8:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Alle geboden, die ik u heden gebiede, zult gij waarnemen om te doen, opdat gij leeft, en vermenigvuldigt, en inkomt, en het land erft, dat de HEERE aan uw vaderen gezworen heeft. En gij zult gedenken aan al den weg, dien u de HEERE, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft; opdat Hij u verootmoedige, om u te verzoeken, om te weten, wat in uw hart was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet. En Hij verootmoedigde u, en liet u hongeren, en spijsde u met het Man, dat gij niet kendet, noch uw vaderen gekend hadden; opdat Hij u bekend maakte, dat de mens niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft van alles, wat uit des HEEREN mond uitgaat.
Deuteronomium 8:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
U moet alle geboden die ik u heden gebied, nauwlettend in acht nemen, opdat u leeft, talrijk wordt en het land dat de HEERE uw vaderen onder ede beloofd heeft, binnengaat en in bezit neemt. Ook moet u heel de weg in gedachten houden waarop de HEERE, uw God, u deze veertig jaar in de woestijn geleid heeft, opdat Hij u zou verootmoedigen, en u op de proef zou stellen om te weten wat er in uw hart was, of u Zijn geboden in acht zou nemen of niet. Hij verootmoedigde u, Hij liet u hongerlijden en Hij liet u het manna eten, dat u niet kende en ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te laten weten dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van de HEERE komt.
Deuteronomium 8:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Heel het gebod, dat ik u heden opleg, zult gij naarstig onderhouden, opdat gij moogt leven en talrijk worden en het land binnengaan en in bezit nemen, dat de HERE uw vaderen onder ede beloofd heeft. Gedenk dan heel de weg, waarop de HERE, uw God, u deze veertig jaar in de woestijn heeft geleid, om u te verootmoedigen en u op de proef te stellen ten einde te weten, wat er in uw hart was: of gij al dan niet zijn geboden zoudt onderhouden. Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des HEREN uitgaat.
Deuteronomium 8:1-3 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jullie moeten je aan de hele wet houden die ik jullie nu geef, want dan zal het goed met jullie gaan. Dan zullen jullie een groot volk worden. En dan zullen jullie het land veroveren dat de Heer aan jullie voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob heeft beloofd. Denk aan alles wat jullie Heer God in deze 40 jaar in de woestijn voor jullie heeft gedaan. Hij wilde dat jullie ontzag voor Hem zouden leren hebben. Daarom heeft Hij jullie getest. Hij wilde weten hoe jullie hart was. Hij wilde weten of jullie je aan al zijn wetten en leefregels zouden houden of niet. Hij wilde dat jullie ontzag voor Hem zouden leren hebben. Daarom liet Hij jullie honger lijden. Toen gaf Hij jullie manna, iets wat jullie en jullie voorouders nog nooit hadden gezien. Want Hij wilde dat jullie zouden begrijpen dat een mens niet alleen van brood leeft. Een mens leeft óók van elk woord dat God spreekt.
Deuteronomium 8:1-3 Het Boek (HTB)
‘U moet alle geboden die ik u vandaag geef, gehoorzamen. Als u dat doet, zult u niet alleen leven, maar u ook vermenigvuldigen en het land dat de HERE uw vaders beloofde, binnentrekken en veroveren. Herinnert u zich hoe de HERE u veertig jaar lang door de woestijn leidde? Hij maakte u nederig en stelde u op de proef om te zien hoe u zou reageren en of u Hem werkelijk zou gehoorzamen. Ja, Hij maakte u nederig door u honger te laten lijden en daarna manna te eten te geven, voedsel dat u en uw voorouders voor die tijd niet kenden. Hij deed dat om u te laten weten dat eten niet het belangrijkste is, maar dat de mens ook leeft van ieder woord dat God spreekt.