Deuteronomium 5:23-33

Deuteronomium 5:23-33 Herziene Statenvertaling (HSV)

En het gebeurde, toen u die stem vanuit het midden van de duisternis hoorde en de berg van vuur brandde, dat u naar voren kwam, naar mij toe, al uw stamhoofden en uw oudsten. En u zei: Zie, de HEERE, onze God, heeft ons Zijn heerlijkheid en Zijn grootheid laten zien en wij hebben Zijn stem gehoord vanuit het midden van het vuur; vandaag hebben wij gezien dat God met de mens spreekt en dat deze in leven blijft. Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zou ons verteren; als wij de stem van de HEERE, onze God, nog langer zouden horen, zouden wij sterven. Want wie is er van alle vlees, die de stem van de levende God heeft horen spreken vanuit het midden van het vuur, zoals wij, en in leven is gebleven? Gaat u naar voren, en luister naar alles wat de HEERE, onze God, zal zeggen. U moet dan alles wat de HEERE, onze God, tegen u zal zeggen, tegen ons zeggen, en wij zullen ernaar luisteren en het doen. Toen de HEERE uw woorden hoorde, toen u tot mij sprak, zei de HEERE tegen mij: Ik heb de woorden van dit volk, die zij tot u gesproken hebben, gehoord; alles wat zij gezegd hebben, is goed. Och, hadden zij maar zo'n hart, om Mij te vrezen en Mijn geboden alle dagen in acht te nemen, opdat het hun en hun kinderen voor eeuwig goed zou gaan! Ga, zeg hun: Keer terug naar uw tenten. Maar blijft u hier bij Mij staan. Dan zal Ik tot u spreken alle geboden, verordeningen en bepalingen die u hun moet leren en die zij moeten doen in het land dat Ik hun geven zal om het in bezit te nemen. U moet dus nauwlettend handelen zoals de HEERE, uw God, u geboden heeft; wijk niet af, naar rechts of naar links. Heel de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft, moet u gaan, opdat u leeft, en het u goed gaat, en u uw dagen verlengt in het land dat u in bezit zult nemen.

Deuteronomium 5:23-33 BasisBijbel (BB)

Jullie hoorden dus de stem uit de donkere wolk en zagen het vuur op de berg. Toen kwamen jullie leiders naar mij toe en zeiden: 'Onze Heer God heeft ons zijn hemelse macht en majesteit laten zien. We hebben zijn stem uit het vuur gehoord. Vandaag hebben we gezien dat God met een mens spreekt en dat die mens toch in leven blijft. Maar toch zijn we bang dat we zullen sterven! Want dit grote vuur zal ons nog verbranden. Als we nog langer de stem van onze Heer God horen, zullen we erdoor worden gedood. Want hoe kan een mens de stem van de levende God uit het vuur horen spreken en in leven blijven? Wil jij alsjeblieft naar Hem toe gaan om te horen wat onze Heer God te zeggen heeft. Vertel ons daarna wat Hij tegen jou heeft gezegd. Dan zullen wij naar je luisteren en het doen.' De Heer hoorde wat jullie tegen mij zeiden. Hij zei tegen mij: 'Ik heb gehoord wat dit volk tegen je heeft gezegd, en het is goed. Ik wilde wel dat ze altíjd zoveel ontzag voor Mij en voor mijn wetten zouden hebben. Dan zou het voor altijd goed gaan met hen en hun kinderen. Ga en zeg tegen hen dat ze naar hun tenten terug moeten gaan. Maar jij moet hier bij Mij blijven. Want Ik ga jou alle wetten en leefregels geven die jij hen moet leren. Daar moeten ze zich aan houden in het land dat Ik hun ga geven.' Doe dan nu ijverig je best om je daaraan te houden, zoals jullie Heer God heeft bevolen. Wijk er op geen enkele manier van af. Doe alles wat jullie Heer God heeft gezegd. Dan zal het goed met jullie gaan in het land dat jullie gaan veroveren.

Deuteronomium 5:23-33 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

En het geschiedde, als gij die stem uit het midden der duisternis hoordet, en de berg van vuur brandde, zo naderdet gij tot mij, alle hoofden uwer stammen, en uw oudsten, En zeidet: Zie, de HEERE, onze God, heeft ons Zijn heerlijkheid en Zijn grootheid laten zien, en wij hebben Zijn stem gehoord uit het midden des vuurs; dezen dag hebben wij gezien, dat God met den mens spreekt, en dat hij levend blijft. Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zou ons verteren; indien wij voortvoeren de stem des HEEREN, onzes Gods, langer te horen, zo zouden wij sterven. Want wie is er van alle vlees, die de stem des levenden Gods, sprekende uit het midden des vuurs, gehoord heeft gelijk wij, en is levend gebleven? Nader gij, en hoor alles, wat de HEERE, onze God, zeggen zal; en spreek gij tot ons al wat de HEERE, onze God, tot u spreken zal, en wij zullen het horen en doen. Als nu de HEERE de stem uwer woorden hoorde, toen gij tot mij spraakt, zo zeide de HEERE tot mij: Ik heb gehoord de stem der woorden van dit volk, die zij tot u gesproken hebben; het is altemaal goed, dat zij gesproken hebben. Och, dat zij zulk een hart hadden, om Mij te vrezen, en al Mijn geboden te allen dage te onderhouden; opdat het hun en hun kinderen welging in eeuwigheid! Ga, zeg hun: Keert weder naar uw tenten. Maar gij, sta hier bij Mij, dat Ik tot u spreke al de geboden, en inzettingen, en rechten, die gij hun leren zult, dat zij ze doen in het land, hetwelk Ik hun geven zal, om dat te erven. Neemt dan waar, dat gij doet, gelijk als de HEERE, uw God, u geboden heeft; en wijkt niet af ter rechter-, noch ter linkerhand. In al den weg, dien de HEERE, uw God, u gebiedt, zult gij gaan; opdat gij leeft, en dat het u welga, en gij de dagen verlengt in het land, dat gij erven zult.

Deuteronomium 5:23-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Toen gij nu de stem hoordet uit het midden van de duisternis, terwijl de berg stond in een brand van vuur, naderdet gij tot mij, al de hoofden uwer stammen en uw oudsten, en gij zeidet: Zie, de HERE, onze God, heeft ons zijn heerlijkheid en zijn grootheid getoond, en zijn stem hebben wij gehoord uit het midden van het vuur; op deze dag hebben wij gezien, dat God spreekt met een mens, en dat deze toch in leven blijft. Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zal ons verteren; als wij nog langer de stem van de HERE, onze God, horen, zullen wij sterven. Want welke sterveling is er, die de stem van de levende God heeft horen spreken uit het midden van het vuur, zoals wij, en die in leven is gebleven? Nader gij en hoor alles wat de HERE, onze God, zegt, en breng gij dan alles aan ons over wat de HERE, onze God, tot u spreekt; dan zullen wij het horen en doen. Toen de HERE uw woorden hoorde, terwijl gij tot mij spraakt, zeide de HERE tot mij: Ik heb de woorden van dit volk gehoord, die zij tot u spraken; het is goed, alles wat zij gezegd hebben. Och, hadden zij steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden, opdat het hun en hun kinderen voor altoos wèl mocht gaan! Ga, zeg tot hen: Keert naar uw tenten terug. Maar sta gij hier bij Mij, opdat Ik u mededele heel het gebod, al de inzettingen en verordeningen, die gij hun moet leren, opdat zij die nakomen in het land, dat Ik hun geven zal om het in bezit te nemen. Onderhoudt ze naarstig, zoals de HERE, uw God, u geboden heeft; wijkt niet af, naar rechts noch naar links. Heel de weg, die de HERE, uw God, u geboden heeft, zult gij gaan, opdat gij leeft en het u wèl ga en gij lang woont in het land, dat gij in bezit zult nemen.

Deuteronomium 5:23-33 Het Boek (HTB)

Maar toen u de luide stem vanuit de duisternis hoorde en het verschrikkelijke vuur op de top van de berg zag, kwamen al uw stamhoofden naar mij toe en smeekten: “Vandaag heeft de HERE, onze God, ons zijn grootheid en glorie getoond, wij hebben zelfs zijn stem uit het midden van het vuur gehoord. Vandaag zagen wij dat een mens met God kan spreken en toch in leven kan blijven. Maar wij zullen zeker sterven als Hij nog een keer tegen ons spreekt. Dat vreselijke vuur zal ons verteren. Want wie kan, zoals wij, de stem van de levende God vanuit het midden van het vuur horen en toch blijven leven? Gaat u maar en luister naar wat God zegt en kom dan terug en vertel het ons, dan zullen wij luisteren en gehoorzamen.” De HERE willigde uw verzoek in en zei tegen mij: “Ik heb gehoord wat het volk tegen u zei en Ik ga daarmee akkoord. Och, hadden zij maar altijd zoʼn hart voor Mij en wilden zij maar altijd zo graag mijn geboden gehoorzamen. Dan zou het hun en hun kinderen en alle toekomstige generaties goed gaan! Ga naar hen toe en zeg dat zij naar hun tenten moeten teruggaan. Kom daarna terug en ga hier bij Mij staan, dan zal Ik u al mijn geboden geven en u zult ze aan het volk leren. Dan zullen ze die geboden gehoorzamen in het land dat Ik hun ga geven”.’ Zo vertelde Mozes de Israëlieten: ‘U moet alle geboden van de HERE gehoorzamen. Al zijn aanwijzingen moet u precies opvolgen en zo zult u de weg gaan die Hij voor u heeft bepaald. Alleen op die manier zult u lang en voorspoedig leven in het land dat u binnenkort zult binnentrekken en in bezit nemen.’

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid