Deuteronomium 4:19
Deuteronomium 4:19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient; dewelke de HEERE, uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld.
Deuteronomium 4:19 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wees ervoor op uw hoede dat u uw ogen niet opslaat naar de hemel, en de zon, de maan en de sterren ziet, heel het leger aan de hemel, en u laat verleiden om u voor hen neer te buigen en hen te dienen. De HEERE, uw God, heeft hen aan al de volken onder de hele hemel toebedeeld
Deuteronomium 4:19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
en dat gij ook uw ogen niet opslaat naar de hemel, en de zon, de maan en de sterren, het gehele heer des hemels, aanziet en u laat verleiden u voor die neer te buigen en hen te dienen, die de HERE, uw God, heeft toebedeeld aan alle volken onder de ganse hemel
Deuteronomium 4:19 Het Boek (HTB)
En kijk niet naar de hemel om de zon, de maan of de sterren te aanbidden, die de HERE voor alle volken op aarde heeft gemaakt.
Deuteronomium 4:19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ook mogen jullie de zon, de maan en de sterren niet als goden aanbidden. Laat je niet verleiden om die te aanbidden en te dienen. Want de Heer God heeft de zon, de maan en de sterren aan de mensen gegeven [ en het zijn dus zelf geen goden ].