Deuteronomium 28:38-48

Deuteronomium 28:38-48 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Gij zult veel zaads op den akker uitbrengen, maar gij zult weinig inzamelen; want de sprinkhaan zal het verteren. Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets vergaderen; want de worm zal het afeten. Olijfbomen zult gij hebben in al uw landpalen, maar gij zult u met olie niet zalven; want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen. Zonen en dochteren zult gij gewinnen, maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis gaan. Al uw geboomte, en de vrucht uws lands zal het boos gewormte erfelijk bezitten. De vreemdeling, die in het midden van u is, zal hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult laag, laag nederdalen. Hij zal u lenen, maar gij zult hem niet lenen; hij zal tot een hoofd zijn, en gij zult tot een staart zijn. En al deze vloeken zullen over u komen, en u vervolgen, en u treffen, totdat gij verdelgd wordt; omdat gij der stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam zult geweest zijn, om te houden Zijn geboden en Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft. En zij zullen onder u tot een teken, en tot een wonder zijn, ja, onder uw zaad tot in eeuwigheid. Omdat gij den HEERE, uw God, niet gediend zult hebben met vrolijkheid en goedheid des harten, vanwege de veelheid van alles; Zo zult gij uw vijanden, die de HEERE onder u zenden zal, dienen, in honger en in dorst, en in naaktheid, en in gebrek van alles; en Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, totdat Hij u verdelge.

Deuteronomium 28:38-48 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

Jullie zullen veel zaad in de akkers zaaien, maar weinig oogsten. Want de sprinkhanen zullen de oogst opvreten. Jullie zullen wijngaarden planten en bewerken, maar geen wijn drinken of druiven plukken. Want de wormen zullen alles kaalvreten. Jullie zullen in het hele land olijfbomen hebben, maar jullie zullen je niet met olie zalven. Want de olijven zullen afvallen. Jullie zullen zonen en dochters krijgen, maar niet van hen genieten. Want ze zullen als buit meegenomen worden. Alle bomen en akkers zullen door ongedierte worden kaalgevreten. De vreemdelingen die bij jullie wonen, zullen steeds machtiger worden dan jullie, terwijl er van jullie niets overblijft. Zij zullen aan jullie uitlenen, maar jullie niet aan hen. Zij zullen de leiding hebben, zoals een hoofd, en jullie zullen achteraan komen, zoals een staart. Als jullie niet luisteren naar de Heer God en jullie je niet aan de wetten en leefregels houden die Hij jullie heeft gegeven, zullen al deze vervloekingen over jullie komen. Ze zullen jullie achtervolgen, totdat jullie helemaal zijn vernietigd. Al die rampen zullen voor altijd een bewijs zijn voor jullie en voor jullie familie ná jullie dat jullie God verlaten hebben. Want toen het goed met jullie ging, wilden jullie je Heer God niet met blijdschap dienen. Daarom zullen jullie de vijanden dienen die de Heer op jullie af zal sturen. Jullie zullen honger en dorst hebben, gebrek aan kleren en gebrek aan alles. Hij zal jullie zwaar onderdrukken, totdat Hij jullie heeft vernietigd.