Deuteronomium 11:16-25
Deuteronomium 11:16-25 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Wacht uzelven, dat ulieder hart niet verleid worde, dat gij afwijkt, en andere goden dient, en u voor die buigt; Dat de toorn des HEEREN tegen ulieden ontsteke, en Hij den hemel toesluite, dat er geen regen zij, en het aardrijk zijn gewas niet geve; en gij haastelijk omkomt van het goede land, dat u de HEERE geeft. Legt dan deze mijn woorden in uw hart, en in uw ziel, en bindt ze tot een teken op uw hand, dat zij tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen; En leert die uw kinderen, sprekende daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat; En schrijft ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten; Opdat uw dagen, en de dagen uwer kinderen, in het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft hun te geven, vermenigvuldigen, gelijk de dagen des hemels op de aarde. Want zo gij naarstiglijk houdt al deze geboden, die ik u gebiede om die te doen, den HEERE, uw God, liefhebbende, wandelende in al Zijn wegen, en Hem aanhangende; Zo zal de HEERE al deze volken voor uw aangezicht uit de bezitting verdrijven, en gij zult erfelijk bezitten groter en machtiger volken, dan gij zijt. Alle plaats, waar uw voetzool op treedt, zal de uwe zijn; van de woestijn en den Libanon, van de rivier, de rivier Frath, tot aan de achterste zee, zal uw landpale zijn. Niemand zal voor uw aangezicht bestaan; de HEERE, uw God, zal uw schrik en uw vreze geven over al het land, waarop gij treden zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft.
Deuteronomium 11:16-25 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wees op uw hoede dat uw hart niet verleid wordt, zodat u afwijkt, andere goden dient en u voor hen neerbuigt. Anders zal de toorn van de HEERE tegen u ontbranden en zal Hij de hemel sluiten, zodat er geen regen meer zal zijn, de aardbodem zijn opbrengst niet meer zal geven en u spoedig verdwenen zult zijn uit het goede land dat de HEERE u geeft. Daarom moet u deze woorden van mij in uw hart en in uw ziel prenten. Bind ze als een teken op uw hand, en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. En leer ze aan uw kinderen door erover te spreken als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat; en schrijf ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten, opdat uw dagen en de dagen van uw kinderen in het land waarvan de HEERE uw vaderen gezworen heeft het hun te geven, zo talrijk worden als de dagen dat de hemel boven de aarde staat. Want als u al deze geboden die ik u gebied, nauwlettend in acht neemt door ze te houden, door de HEERE, uw God, lief te hebben, door in al Zijn wegen te gaan en u aan Hem vast te houden, dan zal de HEERE al deze volken van voor uw ogen uit hun bezit verdrijven, en zult u het land van volken die groter en machtiger zijn dan u, in bezit nemen. Elke plaats die uw voetzool betreedt, zal van u zijn; vanaf de woestijn en de Libanon, vanaf de rivier, de rivier de Eufraat, tot aan de zee in het westen zal uw gebied zich uitstrekken. Niemand zal tegenover u standhouden; de HEERE, uw God, zal over heel het land dat u zult betreden, angst en vrees voor u geven, zoals Hij tot u gesproken heeft.
Deuteronomium 11:16-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Neemt u ervoor in acht, dat uw hart zich niet laat verlokken, zodat gij afwijkt, andere goden dient en u voor hen nederbuigt. Dan zou de toorn des HEREN tegen u ontbranden en Hij zou de hemel toesluiten, zodat er geen regen komt, de bodem zijn opbrengst niet geeft en gij weldra te gronde gaat in het goede land, dat de HERE u geven zal. Maar gij zult deze mijn woorden in uw hart en in uw ziel leggen; gij zult ze tot een teken op uw hand binden en zij zullen een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. Gij zult ze uw kinderen leren en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat; gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten, opdat gij en uw kinderen in het land, waarvan de HERE uw vaderen gezworen heeft, dat Hij het hun zou geven, zó lang leeft, als de hemel boven de aarde staat. Want indien gij heel dit gebod, dat ik u heden opleg, zeer naarstig onderhoudt, de HERE, uw God, liefhebt, in al zijn wegen gaat en Hem aanhangt, dan zal de HERE al deze volken voor u wegdrijven, zodat gij het gebied van volken, groter en machtiger dan gij, in bezit zult nemen. Elke plaats die uw voetzool betreedt, zal van u zijn; van de woestijn af tot de Libanon, van de rivier af, de rivier de Eufraat, tot de westelijke zee toe zal uw gebied zich uitstrekken. Niemand zal vóór u standhouden; de HERE, uw God, zal schrik en vrees voor u leggen op het gehele land dat gij betreedt, zoals Hij u heeft toegezegd.
Deuteronomium 11:16-25 Het Boek (HTB)
Maar pas ervoor op dat uw harten zich niet van God afkeren om andere goden te aanbidden. Want als u dat doet, zal de toorn van de HERE zich tegen u keren en Hij zal de hemelen sluiten, er zullen geen regens en oogsten zijn en u zult spoedig omkomen in het goede land dat de HERE u heeft gegeven. Houd deze geboden daarom goed in gedachten. Bind ze aan uw hand om u eraan te herinneren dat u ze moet gehoorzamen en draag ze op uw voorhoofd, tussen uw ogen! Leer ze aan uw kinderen. Spreek over die geboden wanneer u thuis zit en wanneer u buiten loopt, wanneer u naar bed gaat en weer opstaat! Schrijf ze op de deuren van uw huis en op uw poorten. Zodat, zolang er een hemel boven de aarde is, u en uw kinderen van een lang leven zullen genieten in het land dat de HERE u heeft beloofd. Als u de geboden die ik u geef, zorgvuldig naleeft en de HERE, uw God liefhebt en op zijn wegen wandelt, zal de HERE alle volken uit uw land verdrijven, ook al zijn zij groter en sterker dan u. Waar u ook gaat, het land is van u. Uw grenzen zullen zich uitstrekken van de zuidelijke Negev tot de Libanon en van de Eufraat tot de Middellandse Zee. Niemand zal tegen u kunnen standhouden, want de HERE, uw God, zal schrik en angst voor u uit sturen, waar u ook gaat, precies zoals Hij heeft beloofd.
Deuteronomium 11:16-25 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Maar denk erom dat jullie geen andere goden gaan aanbidden en dienen. Want dan zal de Heer vreselijk boos op jullie worden. Hij zal jullie straffen en het niet meer laten regenen. Daardoor zal er niets meer groeien en zullen er geen oogsten zijn. Dan zal het heel snel met jullie afgelopen zijn in het prachtige land dat de Heer jullie gaat geven. Bewaar daarom deze woorden in je hart en in je ziel. Ze moeten in je hart gebrand staan. Ze moeten zijn als een teken op je hand of op je voorhoofd. Iets wat jullie nooit zullen vergeten. Leer ze aan jullie kinderen en praat er met hen over als jullie thuis zijn en als jullie onderweg zijn, als jullie naar bed gaan en als jullie opstaan. Schrijf ze op de deurposten van jullie huizen en op de poorten van jullie steden. Want dan zullen jullie en jullie kinderen lang leven in het land dat de Heer aan jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft beloofd. Jullie zullen daar leven zo lang als de hemel boven de aarde staat. Houd je ijverig aan deze hele wet die ik jullie nu geef. Houd van de Heer God, gehoorzaam Hem en wees trouw aan Hem. Dan zal de Heer al deze volken voor jullie uit dit land wegjagen. Dan zullen jullie het gebied kunnen veroveren van volken die groter en machtiger zijn dan jullie. Elke plek waar jullie je voeten zullen neerzetten, zal van jullie zijn. Het hele gebied vanaf de woestijn [ in het zuiden ] tot aan de Libanon [ in het noorden ], en vanaf de rivier de Eufraat [ in het oosten ] tot aan de zee [ in het westen ] zal van jullie zijn. Niemand zal jullie kunnen verslaan. Want de Heer God zal ervoor zorgen dat overal waar jullie komen iedereen bang voor jullie is, zoals Hij jullie heeft beloofd.