Daniël 1:1-2
Daniël 1:1-2 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
In het derde jaar des koninkrijks van Jojakim, den koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, te Jeruzalem, en belegerde haar. En de Heere gaf Jojakim, den koning van Juda, in zijn hand, en een deel der vaten van het huis Gods; en hij bracht ze in het land van Sinear, in het huis zijns gods; en de vaten bracht hij in het schathuis zijns gods.
Daniël 1:1-2 Herziene Statenvertaling (HSV)
In het derde jaar van de regering van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en belegerde het. En de Heere gaf Jojakim, de koning van Juda, in zijn hand, en een deel van de voorwerpen van het huis van God. Hij bracht die naar het land Sinear, naar het huis van zijn god. Hij bracht de voorwerpen naar de schatkamer van zijn god.
Daniël 1:1-2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
In het derde jaar der regering van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnessar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en belegerde het; en de Here gaf Jojakim, de koning van Juda, in zijn macht, benevens een deel van het gerei van het huis Gods, en hij bracht ze naar het land Sinear, in de tempel van zijn god; het gerei bracht hij in de schatkamer van zijn god.
Daniël 1:1-2 Het Boek (HTB)
Drie jaar na de troonsbestijging van koning Jojakim van Juda voerde koning Nebukadnezar van Babel een aanval uit op Jeruzalem en de HERE schonk hem de overwinning op Jojakim. Bij zijn terugkeer nam Nebukadnezar uit de tempel van God een deel van de heilige voorwerpen mee. Hij zette deze in de schatkamer van de tempel van zijn eigen god in Babylon.
Daniël 1:1-2 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen Jojakim drie jaar koning van Juda was, kwam koning Nebukadnezar van Babel met zijn leger bij Jeruzalem aan. Hij omsingelde en veroverde de stad. De Heer leverde koning Jojakim aan hem uit. Nebukadnezar nam hem mee naar Babel. Ook nam hij de voorwerpen uit de tempel van God mee naar Babel. Daar borg hij ze op in de schatkamer van de tempel van zijn god.