Handelingen 9:19-31

Handelingen 9:19-31 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

En als hij spijze genomen had, werd hij versterkt. En Saulus was sommige dagen bij de discipelen, die te Damaskus waren. En hij predikte terstond Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is. En zij ontzetten zich allen, die het hoorden, en zeiden: Is deze niet degene, die te Jeruzalem verstoorde, wie dezen Naam aanriepen, en die daarom hier gekomen is, opdat hij dezelve gebonden zou brengen tot de overpriesters? Doch Saulus werd meer en meer bekrachtigd, en overtuigde de Joden, die te Damaskus woonden, bewijzende, dat deze de Christus is. En als vele dagen verlopen waren, zo hielden de Joden te zamen raad, om hem te doden. Maar hun lage werd Saulus bekend; en zij bewaarden de poorten, beide des daags en des nachts, opdat zij hem doden mochten. Doch de discipelen namen hem des nachts, en lieten hem neder door den muur, hem aflatende in een mand. Saulus nu, te Jeruzalem gekomen zijnde, poogde zich bij de discipelen te voegen; maar zij vreesden hem allen, niet gelovende, dat hij een discipel was. Maar Barnabas, hem tot zich nemende, leidde hem tot de apostelen, en verhaalde hun, hoe hij op den weg den Heere gezien had, en dat Hij tot hem gesproken had; en hoe hij te Damaskus vrijmoediglijk gesproken had in den Naam van Jezus. En hij was met hen ingaande en uitgaande te Jeruzalem; En vrijmoediglijk sprekende in den Naam van den Heere Jezus, sprak hij ook, en handelde tegen de Griekse Joden; maar deze trachtten hem te doden. Doch de broeders, dit verstaande geleidden hem tot Cesaréa, en zonden hem af naar Tarsen. De Gemeenten dan, door geheel Judéa, en Galiléa, en Samaria, hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreze des Heeren, en de vertroosting des Heiligen Geestes, werden vermenigvuldigd.

Handelingen 9:19-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

en toen hij voedsel genomen had, werd hij versterkt. En het geschiedde, toen Saulus enige dagen bij de discipelen te Damascus was, dat hij terstond in de synagogen verkondigde, dat Jezus de Zoon van God is. En allen, die het hoorden, stonden verbaasd en zeiden: Is dit niet de man, die te Jeruzalem uitroeide, wie deze naam aanriepen, en die hier gekomen is met het doel hen gevankelijk voor de overpriesters te brengen? Doch Saulus trad steeds krachtiger op en bracht de Joden, die te Damascus woonden, in verwarring door te bewijzen, dat deze de Christus is. En toen er verscheidene dagen verlopen waren, beraamden de Joden het plan hem te vermoorden, maar hun toeleg kwam ter kennis van Saulus. En zij hielden dag en nacht de wacht bij de poorten om hem te vermoorden; doch zijn discipelen namen hem en lieten hem des nachts in een mand over de muur zakken. En te Jeruzalem aangekomen, trachtte hij zich bij de discipelen te voegen, maar allen schuwden hem, daar zij niet konden geloven, dat hij een discipel was. Maar Barnabas trok zich zijner aan en bracht hem bij de apostelen en verhaalde hun, hoe hij onderweg de Here had gezien, en dat deze tot hem gesproken had, en hoe hij te Damascus vrijmoedig was opgetreden in de naam van Jezus. En hij bleef met hen ingaan en uitgaan te Jeruzalem, en vrijmoedig optreden in de naam des Heren, en hij sprak en redetwistte met de Grieks-sprekende Joden; maar dezen trachtten hem om te brengen. Doch toen de broeders dit te weten kwamen, brachten zij hem naar Caesarea en lieten hem vandaar naar Tarsus vertrekken. De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de heilige Geest.

Handelingen 9:19-31 Herziene Statenvertaling (HSV)

En toen hij voedsel genomen had, sterkte hij aan. En Saulus verbleef enige dagen bij de discipelen in Damascus. En meteen predikte hij Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is. En allen die het hoorden, waren buiten zichzelf en zeiden: Is dit niet degene die in Jeruzalem hen die deze Naam aanriepen, uitroeide, en die daarom hier gekomen is om hen geboeid naar de overpriesters te brengen? Maar Saulus werd meer en meer gesterkt en hij bracht de Joden die in Damascus woonden, in verwarring door aan te tonen dat Jezus de Christus is. En toen er veel dagen verlopen waren, beraadslaagden de Joden om hem te doden, maar hun samenzwering werd aan Saulus bekend. En zij bewaakten de poorten, zowel overdag als 's nachts, om hem te kunnen doden. Maar de discipelen namen hem 's nachts mee en lieten hem door een opening in de muur neer, door hem in een mand te laten zakken. Toen Saulus nu in Jeruzalem gekomen was, probeerde hij zich bij de discipelen aan te sluiten, maar zij waren allen bevreesd voor hem, want zij geloofden niet dat hij een discipel was. Maar Barnabas nam hem onder zijn hoede, bracht hem naar de apostelen en vertelde hun hoe hij onderweg de Heere gezien had, dat Hij tot hem gesproken had en hoe hij in Damascus vrijmoedig gesproken had in de Naam van Jezus. En hij ging in Jeruzalem met hen in en uit. En hij sprak vrijmoedig in de Naam van de Heere Jezus; ook sprak en redetwistte hij met de Griekssprekenden, maar die probeerden hem te doden. Maar toen de broeders dit te weten kwamen, brachten zij hem naar Caesarea en stuurden hem vandaar weg naar Tarsus. De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede en werden opgebouwd; en zij wandelden in de vreze des Heeren en de vertroosting door de Heilige Geest en namen in aantal toe.

Handelingen 9:19-31 Het Boek (HTB)

Daarna liet hij zich dopen en ging wat eten om op krachten te komen. Saulus bleef een paar dagen bij de volgelingen van Jezus in Damascus en ging zelfs naar de verschillende synagogen en vertelde daar openlijk dat Jezus Gods Zoon is. Allen die hem hoorden, waren hoogst verbaasd. ‘Dit is toch de man die in Jeruzalem de aanhangers van Jezus heeft uitgeroeid? Hij kwam hier toch om mensen van dat geloof gevangen te nemen en naar de leidende priesters in Jeruzalem te brengen?’ Maar Saulus sprak met steeds meer overtuiging en bracht de Joden in Damascus in verwarring door aan te tonen dat Jezus de Christus is. Enkele dagen later besloten de Joodse leiders hem te doden. Dag en nacht bewaakten zij de poorten van de stad om hem te vermoorden. Maar Saulus hoorde van hun plannen. Toen het donker was, lieten zijn leerlingen hem vanaf de stadsmuur in een mand naar beneden zakken. Toen Saulus in Jeruzalem aankwam, probeerde hij zich bij de andere leerlingen van Jezus aan te sluiten. Maar die waren allemaal bang voor hem, omdat zij niet konden geloven dat hij ook een leerling van Jezus was geworden. Maar Barnabas nam het voor hem op en bracht hem bij de apostelen. Hij vertelde hun hoe Saulus op weg naar Damascus de Here had gezien en wat Hij tegen hem had gezegd. Barnabas vertelde ook dat Saulus in Damascus vrijmoedig over Jezus had gesproken. Saulus werd in de groep opgenomen. Hij bewoog zich vrij in Jeruzalem en sprak openlijk over Jezus. De Griekstalige Joden waren hem niet goedgezind. Na enkele verhitte gesprekken met hem, probeerden zij hem te doden. Toen zijn vrienden dat hoorden, brachten zij Saulus naar Caesarea en stuurden hem vandaar naar Tarsus. De volgelingen van Jezus in Judea, Galilea en Samaria hadden een tijd van rust en konden in vrede bij elkaar komen. Hun geloof werd sterker en zij gehoorzaamden de Here. De Heilige Geest bemoedigde hen en steeds meer mensen sloten zich bij hen aan.

Handelingen 9:19-31 BasisBijbel (BB)

Toen hij gegeten had, voelde hij zich beter. Saulus bleef een paar dagen bij de leerlingen in Damaskus. Hij ging onmiddellijk in de synagoge staan vertellen dat Jezus de Zoon van God is. Iedereen die het hoorde, was stomverbaasd. Ze zeiden: "Dat is toch die man die in Jeruzalem iedereen vermoordde die die naam aanbad? Hij is toch hierheen gekomen om mensen gevangen te nemen en naar de leiders van de priesters in Jeruzalem te brengen?" Maar Saulus vertelde het goede nieuws steeds krachtiger. Hij bewees de Joden in Damaskus dat Jezus de Messias is. Na een paar dagen besloten de Joden om hem te vermoorden. Ze lieten dag en nacht de poorten bewaken. Ze wilden hem vermoorden als hij uit de stad vertrok. Maar Saulus kwam het te weten. Toen lieten de leerlingen hem 's nachts in een mand over de muur zakken. Saulus ging naar Jeruzalem terug. Daar probeerde hij zich bij de leerlingen aan te sluiten. Maar ze waren bang voor hem. Ze konden niet geloven dat hij nu een leerling van Jezus was. Maar Barnabas kreeg medelijden met hem en bracht hem bij de apostelen. Hij vertelde hun dat Saulus onderweg de Heer had gezien en dat de Heer tegen hem had gesproken. Ook dat Saulus in Damaskus vol geloof en zonder vrees over Jezus had verteld. Toen bleef Saulus een poos met hen optrekken in Jeruzalem. Hij bleef vol geloof en zonder vrees over de Heer Jezus spreken. Hij sprak en redeneerde ook met de Griekse Joden. Maar zij probeerden hem te vermoorden. Toen de broeders dat te weten kwamen, brachten ze hem naar de stad Cesarea. Van daar reisde hij verder naar Tarsus. Toen had de hele gemeente in Judea, Galilea en Samaria rust. De gemeente werd opgebouwd in het geloof en leefde in diep ontzag voor de Heer. En door de hulp van de Heilige Geest werd de gemeente steeds groter.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid