Handelingen 7:9-16
Handelingen 7:9-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En de aartsvaders verkochten uit naijver Jozef naar Egypte, maar God was met hem, en verloste hem uit al zijn verdrukkingen en gaf hem genade en wijsheid tegenover Farao, de koning van Egypte, die hem aanstelde tot hoofd over Egypte en over zijn gehele huis. En er kwam hongersnood over geheel Egypte en Kanaän en grote verdrukking, en onze vaderen vonden geen voedsel. Maar toen Jakob hoorde, dat er koren was in Egypte, zond hij onze vaderen de eerste maal daarheen; en bij de tweede maal maakte Jozef zich aan zijn broeders bekend en Jozefs afkomst werd aan Farao openbaar. En Jozef zond heen om zijn vader Jakob te laten komen en al zijn bloedverwanten, vijfenzeventig zielen. En Jakob trok af naar Egypte, en hijzelf stierf, en onze vaderen; en zij werden overgebracht naar Sichem en bijgezet in het graf, dat Abraham voor een som gelds van de zonen van Hemor te Sichem gekocht had.
Handelingen 7:9-16 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En de patriarchen, nijdig zijnde, verkochten Jozef, om naar Egypte gebracht te worden; en God was met hem, En verloste hem uit al zijn verdrukkingen, en gaf hem genade en wijsheid voor Farao, den koning van Egypteland; en hij stelde hem tot een overste over Egypte, en zijn gehele huis. En er kwam een hongersnood over het gehele land van Egypte en Kanaän, en grote benauwdheid; en onze vaders vonden geen spijs. Maar als Jakob hoorde, dat in Egypte koren was, zond hij onze vaders de eerste maal uit. En in de tweede reize werd Jozef zijn broederen bekend; en het geslacht van Jozef werd aan Farao openbaar. En Jozef zond heen, en ontbood zijn vader Jakob, en al zijn geslacht, bestaande in vijf en zeventig zielen. En Jakob kwam af in Egypte, en stierf, hijzelf en onze vaders. En zij werden overgebracht naar Sichem, en gelegd in het graf, hetwelk Abraham gekocht had voor een som gelds, van de zonen van Emmor, den vader van Sichem.
Handelingen 7:9-16 Herziene Statenvertaling (HSV)
En de aartsvaders, die jaloers waren, verkochten Jozef zodat hij naar Egypte gebracht werd. Maar God was met hem en verloste hem uit al zijn verdrukkingen, en Hij gaf hem genade en wijsheid tegenover de farao, de koning van Egypte; en die stelde hem aan als bestuurder over Egypte en over heel zijn huis. Er kwam echter een hongersnood over heel het land Egypte en Kanaän en grote benauwdheid; en onze vaderen vonden geen voedsel. Maar toen Jakob hoorde dat er in Egypte koren was, stuurde hij onze vaderen er de eerste keer opuit. En bij de tweede keer werd Jozef door zijn broers herkend; en de afkomst van Jozef werd bij de farao bekend. En Jozef stuurde hen terug en liet zijn vader Jakob halen en heel zijn familie, die uit vijfenzeventig zielen bestond. En Jakob kwam in Egypte en hij stierf, hijzelf en onze vaderen, en zij werden overgebracht naar Sichem en in het graf gelegd dat Abraham voor een geldbedrag van de zonen van Hemor, de vader van Sichem, gekocht had.
Handelingen 7:9-16 Het Boek (HTB)
Een van Jakobs zonen, Jozef, werd door zijn broers als slaaf verkocht, omdat ze jaloers waren. Jozef kwam in Egypte terecht, maar God liet hem niet aan zijn lot over. Hij haalde hem telkens weer uit de moeilijkheden en gaf hem veel wijsheid. Daardoor kwam Jozef in de gunst bij de farao, de koning van Egypte, die hem aanstelde als gouverneur. Jozef kreeg het bestuur over heel Egypte en over de hofhouding van de farao. In die tijd brak er in Egypte en Kanaän een zware hongersnood uit, zodat Jakob en zijn familie niets meer te eten hadden. Jakob hoorde dat er in Egypte nog wel voedsel was te krijgen en stuurde zijn zonen er naar toe. Later stuurde hij hen nog eens. Bij deze tweede keer vertelde Jozef dat hij hun broer was en hij stelde hen voor aan de farao. Daarna liet Jozef zijn oude vader Jakob en zijn hele familie overkomen, bij elkaar vijfenzeventig mensen. Jakob bleef in Egypte wonen en is daar ook gestorven. Ook zijn zonen hebben er tot hun dood gewoond. Hun lichamen werden naar Sichem overgebracht en in het graf gelegd dat Abraham voor veel geld van de familie van Chamor had gekocht.
Handelingen 7:9-16 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De stamvaders verkochten hun broer Jozef naar Egypte, omdat ze jaloers op hem waren. Maar God zorgde voor Jozef. Hij redde hem uit al zijn moeilijkheden. Hij gaf Jozef wijsheid. En Hij zorgde ervoor dat de farao, de koning van Egypte, goed voor hem was. Daardoor maakte de farao hem tot hoofd van Egypte en van zijn hele paleis. Toen kwam er een zware hongersnood in heel Egypte en in Kanaän. Onze voorouders hadden geen eten meer. Maar Jakob hoorde dat er in Egypte graan was. Daarom stuurde hij onze stamvaders daarheen. Toen ze voor de tweede keer in Egypte graan gingen halen, vertelde Jozef aan zijn broers wie hij was. Toen hoorde ook de farao uit welk volk en welke familie Jozef kwam. Jozef stuurde hen naar huis om zijn vader en alle familieleden op te halen. Dat waren 75 mensen. En Jakob reisde naar Egypte. Daar stierf hij uiteindelijk. Ook de stamvaders stierven daar. Hun lichamen werden naar Sichem gebracht. Daar werden ze begraven in het graf dat Abraham van de zonen van Hemor in Sichem had gekocht.