Handelingen 7:44-53
Handelingen 7:44-53 Het Boek (HTB)
In de woestijn hadden onze voorouders de tabernakel met daarin Gods wetten. Mozes had die tabernakel in opdracht van God gemaakt, volgens het voorbeeld dat hij had gezien. Later werd die tent door ons volk hier gebracht. Dat gebeurde toen het onder leiding van Jozua het land had ingenomen en alle inwoners eruit had verjaagd. Ons volk heeft de tent bij zich gehad tot in de dagen van David, een man die bij God in de gunst stond. David vroeg of hij voor God een huis mocht bouwen, een vast onderdak te midden van het volk van Israël. Zijn zoon Salomo bouwde een huis voor God, maar de Allerhoogste God woont niet in een gebouw dat door mensen gemaakt is. Door de profeet Jesaja zei Hij: “De hemel is mijn troon en de aarde is mijn voetenbank. Wat voor tempel kunt u dan voor Mij bouwen die Mij tot een huis zou kunnen zijn om daarin te wonen? Ik heb de hele wereld gemaakt!” Halsstarrige heidenen! U verzet zich altijd tegen de Heilige Geest. U bent geen haar beter dan uw voorouders. Welke profeet werd door hen niet vervolgd? Zij hebben de mannen gedood die de komst van de Christus aankondigden. En nu is de Christus door u verraden en vermoord, door u die Gods wet uit de hand van de engel hebt ontvangen, maar u er niet aan gehouden hebt.’
Handelingen 7:44-53 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De tabernakel der getuigenis was onder onze vaderen in de woestijn, gelijk geordineerd had Hij, Die tot Mozes zeide, dat hij denzelven maken zou naar de afbeelding, die hij gezien had. Welken ook onze vaders ontvangen hebbende, met Jozua gebracht hebben in het land, dat de heidenen bezaten, die God verdreven heeft van het aangezicht onzer vaderen, tot de dagen van David toe; Dewelke voor God genade gevonden heeft, en begeerd heeft te vinden een woonstede voor den God Jakobs. En Salomo bouwde Hem een huis. Maar de Allerhoogste woont niet in tempelen met handen gemaakt; gelijk de profeet zegt: De hemel is Mij een troon, en de aarde een voetbank Mijner voeten. Hoedanig huis zult gij Mij bouwen, zegt de Heere, of welke is de plaats Mijner ruste? Heeft niet Mijn hand al deze dingen gemaakt? Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij. Wien van de profeten hebben uw vaders niet vervolgd? En zij hebben gedood degenen, die te voren verkondigd hebben de komst des Rechtvaardigen, van Welken gijlieden nu verraders en moordenaars geworden zijt. Gij, die de wet ontvangen hebt door bestellingen der engelen, en hebt ze niet gehouden!
Handelingen 7:44-53 Herziene Statenvertaling (HSV)
Bij onze vaderen in de woestijn was de tent van de getuigenis, zoals Hij Die tot Mozes sprak, hem had opgedragen deze te maken overeenkomstig de afbeelding die hij gezien had. Ook brachten onze vaderen die, nadat zij hem ontvangen hadden, met Jozua in het land dat de heidenen bezaten die God voor onze vaderen uit verdreven heeft. Zo bleef het tot de dagen van David toe, die genade vond in de ogen van God en verlangde een woonplaats te vinden voor de God van Jakob. Maar Salomo bouwde voor Hem een huis. De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn, zoals de profeet zegt: De hemel is voor Mij een troon en de aarde een voetbank voor Mijn voeten. Wat voor huis zult u dan voor Mij bouwen, zegt de Heere, of wat is de plaats van Mijn rust? Heeft Mijn hand niet al deze dingen gemaakt? Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, u verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaderen deden, zo doet u ook. Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood die de komst van de Rechtvaardige aankondigden, van Wie u nu verraders en moordenaars geworden bent. U, die de wet ontvangen hebt door de dienst van engelen, hebt die niet in acht genomen!
Handelingen 7:44-53 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De tent der getuigenis hadden onze vaderen in de woestijn, zoals Hij het geboden had, die tot Mozes zeide, dat hij haar moest maken naar het voorbeeld, dat hij gezien had. Onze vaderen namen die over en met Jozua brachten zij haar verder, bij de onderwerping van de heidenen, welke God heeft verdreven voor onze vaderen, (in het land), tot de dagen van David. Deze heeft genade gevonden bij God en gevraagd een woonstede te mogen vinden voor het huis van Jakob. Maar (eerst) Salomo bouwde Hem een huis. De Allerhoogste echter woont niet in wat men met handen maakt, zoals de profeet zegt: De hemel is Mij ten troon, en de aarde een voetbank mijner voeten. Wat voor huis zult gij Mij bouwen, zegt de Here, of wat is de plaats mijner rust? Heeft niet mijn hand dit alles gemaakt? Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij. Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood, die geprofeteerd hebben van de komst van de Rechtvaardige, van wie gij nu verraders en moordenaars geworden zijt, gij, die de wet ontvangen hebt op beschikking van engelen, doch haar niet hebt gehouden.
Handelingen 7:44-53 BasisBijbel (BB)
Onze voorouders hadden in de woestijn de tent van Gods verbond. Mozes had die op bevel van God laten maken. Hij had hem gemaakt naar het voorbeeld dat God hem had laten zien. Onze voorouders brachten die tent met zich mee, toen ze met Jozua het land veroverden van de volken die God voor hen wegjoeg. Zo was die tent hier, tot de tijd dat David koning werd. God hield veel van David. David wilde graag voor God een tempel bouwen, een plek waar de God van Jakob zou kunnen wonen. Maar pas zijn zoon Salomo bouwde die tempel. Maar de Allerhoogste God woont niet in een tempel die door mensen is gemaakt. Dat zegt de profeet Jesaja: 'De hemel is mijn troon en de aarde is mijn voetenbankje. Hoe zou iemand dan voor Mij een huis kunnen bouwen, een huis waarin Ik kan wonen? Ik heb immers alles gemaakt?' Jullie zijn koppig en ongehoorzaam! Jullie verzetten je altijd tegen de Heilige Geest. Jullie zijn net als jullie voorouders. Welke profeet is níet door hen vervolgd? Ze hebben zelfs de profeten gedood die hebben geprofeteerd over de komst van de Rechtvaardige. En jullie hebben Hem verraden en vermoord. Jullie hebben van engelen de wet gekregen. Maar jullie hebben je nooit aan die wet gehouden!"