Handelingen 10:3-5
Handelingen 10:3-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Deze zag in een gezicht klaarlijk, omtrent de negende ure des daags, een engel Gods tot hem inkomen, en tot hem zeggende: Cornelius! En hij, de ogen op hem houdende, en zeer bevreesd geworden zijnde, zeide: Wat is het Heere? En hij zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn tot gedachtenis opgekomen voor God. En nu, zend mannen naar Joppe, en ontbied Simon, die toegenaamd wordt Petrus.
Handelingen 10:3-5 Het Boek (HTB)
Op een middag, om een uur of drie, kreeg hij een visioen. Hij zag duidelijk een engel binnenkomen die voor hem ging staan en zei: ‘Cornelius!’ Cornelius keek hem met grote ogen aan en begon bang te worden. ‘Ja, heer,’ stamelde hij. ‘Wat is er?’ De engel zei: ‘God heeft uw gebeden gehoord en Hij heeft gezien wat u voor de armen hebt gedaan. Stuur een paar mannen naar Joppe om een zekere Petrus te zoeken en hem te vragen naar uw huis te komen.
Handelingen 10:3-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hij zag in een visioen duidelijk, ongeveer op het negende uur van de dag, dat er een engel van God bij hem binnenkwam, die tegen hem zei: Cornelius! En hij hield de ogen op hem gericht en werd zeer bevreesd, en hij zei: Wat is er, heer? En de engel zei tegen hem: Uw gebeden en uw liefdegaven zijn als gedachtenis opgestegen naar God. Stuur nu mannen naar Joppe en ontbied Simon, die ook Petrus genoemd wordt.
Handelingen 10:3-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hij zag in een gezicht, omstreeks het negende uur van de dag, duidelijk een engel Gods bij zich binnenkomen en tot hem zeggen: Cornelius! Hij staarde hem aan en werd zeer bevreesd en zeide: Wat is er, heer! En hij zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn voor God in gedachtenis gekomen. En nu, zend mannen naar Joppe en nodig een zekere Simon uit, die bijgenaamd wordt Petrus
Handelingen 10:3-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Op een dag was hij om ongeveer drie uur 's middags aan het bidden. Toen zag hij duidelijk een engel van God binnen komen. De engel zei tegen hem: "Cornelius!" Hevig geschrokken staarde hij de engel aan. Hij zei: "Wat is er, heer?" De engel zei tegen hem: "God heeft gezien dat je bidt en geld geeft aan de arme mensen. Stuur nu een paar mannen naar Joppe. Laat hen daar naar een man gaan die Simon heet. Hij wordt ook wel Petrus genoemd. Vraag hem om naar je toe te komen.