2 Timotheüs 4:10-17
2 Timotheüs 4:10-17 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen, en is naar Thessalonica gereisd; Krescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië. Lukas is alleen met mij. Neem Markus mede, en breng hem met u; want hij is mij zeer nut tot den dienst. Maar Tychikus heb ik naar Efeze gezonden. Breng den reismantel mede, dien ik te Troas bij Karpus gelaten heb, als gij komt, en de boeken, inzonderheid de perkamenten. Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaads betoond; de Heere vergelde hem naar zijn werken. Van welken wacht gij u ook, want hij heeft onze woorden zeer tegengestaan. In mijn eerste verantwoording is niemand bij mij geweest, maar zij hebben mij allen verlaten. Het worde hun niet toegerekend. Maar de Heere heeft mij bijgestaan, en heeft mij bekrachtigd; opdat men door mij ten volle zou verzekerd zijn van de prediking, en alle heidenen dezelve zouden horen. En ik ben uit den muil des leeuws verlost.
2 Timotheüs 4:10-17 Het Boek (HTB)
want Demas heeft mij verlaten. Hij hield te veel van deze wereld en is naar Thessalonica gegaan. Crescens is naar Galatië gegaan en Titus naar Dalmatië. Alleen Lucas is nog bij mij. Als je komt, breng dan Marcus mee, want ik heb hem nodig. Tychikus is ook niet meer hier, want ik heb hem naar Efeze gestuurd. Als je komt, vergeet dan niet de mantel mee te brengen die ik in Troas bij Carpus heb laten liggen. Neem ook de boekrollen mee en vooral die van perkament. De kopersmid Alexander heeft mij veel kwaad gedaan. De Here zal hem zijn verdiende loon geven, maar pas wel voor hem op, want hij verzet zich fel tegen onze boodschap. De eerste keer dat ik voor de rechter moest komen, was er niemand die mij hielp. Iedereen had mij in de steek gelaten. Ik hoop dat het hun niet zal worden aangerekend. Maar de Here heeft mij altijd bijgestaan. Hij gaf mij de kracht zodat ik het goede nieuws onder alle volken heb kunnen brengen en zij het allemaal gehoord hebben. Hij heeft mij beschermd tegen de verscheurende leeuwen.
2 Timotheüs 4:10-17 BasisBijbel (BB)
Want Demas heeft me in de steek gelaten. Hij hield meer van de wereld dan van de Heer. Hij is naar Tessalonika vertrokken. Krescens is naar Galatië vertrokken. Titus naar Dalmatië. Alleen Lukas is nog bij mij. Haal Markus op en breng hem mee, want hij kan veel voor me doen. Tychikus heb ik naar Efeze gestuurd. Als je komt, wil je dan de mantel meebrengen die ik in Troas bij Karpus heb laten liggen? Breng alsjeblieft ook de boekrollen mee, en vooral de perkamenten. De kopersmid Alexander heeft mij veel kwaad gedaan. De Heer zal hem daarvoor straffen. Kijk uit voor hem, want hij heeft onze woorden van het goede nieuws heel erg tegengewerkt. Toen ik voor de eerste keer bij de keizer moest komen om mij te verdedigen, heeft niemand mij geholpen. Iedereen heeft me in de steek gelaten. Ik hoop dat de Heer het hun niet kwalijk zal nemen. Maar de Heer heeft mij geholpen en mij kracht gegeven. Daardoor heb ik het goede nieuws duidelijk aan de niet-Joodse mensen kunnen vertellen. En de Heer heeft me gered: ik ben niet in de arena voor de leeuwen gegooid.
2 Timotheüs 4:10-17 Herziene Statenvertaling (HSV)
want Demas heeft mij verlaten, omdat hij de tegenwoordige wereld heeft liefgekregen. Hij is naar Thessalonica vertrokken, Krescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië. Alleen Lukas is bij mij. Haal Markus op en breng hem met u mee, want hij is voor mij van veel nut voor de ambtelijke bediening. Maar Tychikus heb ik naar Efeze gestuurd. Breng, wanneer u komt, de reismantel mee die ik in Troas bij Karpus achtergelaten heb, en de boeken, vooral de perkamenten. Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaad aangedaan. Moge de Heere hem vergelden naar zijn werken. Wees ook zelf voor hem op uw hoede, want hij is krachtig tegen onze woorden ingegaan. Bij mijn eerste verdediging was er niemand die mij bijstond, maar zij hebben mij allen verlaten. Moge het hun niet toegerekend worden. Maar de Heere heeft mij bijgestaan en heeft mij kracht gegeven, opdat door mij de prediking volbracht zou worden en alle heidenen die zouden horen. En ik ben uit de muil van de leeuw verlost.
2 Timotheüs 4:10-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want Demas heeft mij uit liefde voor de tegenwoordige wereld verlaten. Hij is naar Tessalonica vertrokken, Crescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië. Alleen Lucas is nog bij mij. Haal Marcus af en breng hem mede, want hij is mij van veel nut voor de dienst. Tychikus heb ik naar Efeze gezonden. Als gij komt, breng dan de mantel mede, die ik te Troas bij Karpus liet liggen, en ook de boeken, vooral de perkamenten. Alexander, de koperslager, heeft mij veel kwaad berokkend: de Here zal hem vergelden naar zijn werken. Neem gij u ook voor hem in acht, want hij heeft onze woorden zeer tegengewerkt. Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, maar allen hebben mij in de steek gelaten – het worde hun niet toegerekend; doch de Here heeft mij ter zijde gestaan en kracht gegeven, zodat door mij de verkondiging tot haar recht gekomen is en al de heidenen haar hebben kunnen horen; en ik ben uit de muil van de leeuw verlost.