2 Samuël 13:19-20
2 Samuël 13:19-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen nam Thamar as op haar hoofd, en scheurde den veelvervigen rok, dien zij aanhad; en zij legde haar hand op haar hoofd, en ging vast henen en kreet. En haar broeder Absalom zeide tot haar: Is uw broeder Amnon bij u geweest? Nu dan, mijn zuster, zwijg stil, hij is uw broeder; zet uw hart niet op deze zaak. Alzo bleef Thamar en was eenzaam in het huis van haar broeder Absalom.
2 Samuël 13:19-20 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen deed Tamar as op haar hoofd, scheurde het veelkleurige gewaad dat zij aanhad, legde haar hand op haar hoofd en liep al schreeuwend weg. Haar broer Absalom zei tegen haar: Is je broertje Amnon bij je geweest? Nu dan, zus van mij, zwijg erover, hij is je broer; neem het niet al te zeer ter harte. Daarna woonde Tamar, eenzaam, in het huis van haar broer Absalom.
2 Samuël 13:19-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen strooide Tamar as op haar hoofd, scheurde het pronkgewaad dat zij droeg, legde haar hand op haar hoofd en ging al jammerend heen. En haar broeder Absalom zeide tot haar: Heeft uw broeder Amnon omgang met u gehad? Nu dan, mijn zuster, zwijg erover; hij is uw broeder, trek u dit niet te zeer aan. En Tamar ging in het huis van haar broeder Absalom wonen, als een eenzame.
2 Samuël 13:19-20 Het Boek (HTB)
Zij scheurde de jurk kapot en legde as op haar hoofd en met de handen voor haar gezicht liep zij huilend weg. Haar broer Absalom vroeg haar: ‘Is het waar dat Amnon bij je is geweest? Stil maar, gelukkig is het binnen de familie gebleven. Je hoeft je nergens zorgen over te maken.’ Zo nam Tamar als een eenzame vrouw haar intrek in Absaloms verblijven.
2 Samuël 13:19-20 BasisBijbel (BB)
Tamar strooide as op haar hoofd als teken van verdriet, scheurde haar jurk en liep met haar handen voor haar gezicht huilend weg. Haar broer Absalom zei tegen haar: "Heeft je broer Amnon je verkracht? Zeg er tegen niemand iets over, want hij is je broer. Trek het je niet te veel aan." Tamar ging in het huis van haar broer Absalom wonen. Ze leefde daar als een vrouw die door haar man is weggestuurd.