2 Koningen 6:4-5
2 Koningen 6:4-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zo ging hij met hen. Als zij nu aan de Jordaan gekomen waren, hieuwen zij hout af. En het geschiedde, als een het timmerhout velde, dat het ijzer in het water viel; en hij riep, en zeide: Ach, mijn heer, want het was geleend.
2 Koningen 6:4-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zo ging hij met hen mee. Toen zij nu bij de Jordaan gekomen waren, hakten zij bomen om. En het gebeurde, toen een van hen een boomstam aan het vellen was, dat het ijzer in het water viel. Hij schreeuwde het uit: Ach, mijn heer, het was nog wel geleend!
2 Koningen 6:4-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En hij ging met hen mee. Als zij bij de Jordaan gekomen waren, velden zij bomen. En, terwijl een van hen een stam velde, viel het ijzer in het water; en hij slaakte een kreet en riep: Ach, mijn heer, het was geleend!
2 Koningen 6:4-5 Het Boek (HTB)
Bij de Jordaan aangekomen, begonnen zij bomen om te hakken. Maar terwijl een van hen uithaalde voor een flinke slag, vloog het blad van de bijl van de steel en viel in de rivier. ‘Och heer,’ schreeuwde hij, ‘wat nu, ik had die bijl geleend!’
2 Koningen 6:4-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Elisa ging met hen mee. Toen ze bij de Jordaan waren gekomen, hakten ze daar bomen om. Toen één van hen zo met zijn bijl aan het hakken was, schoot het ijzer los van de steel en viel in het water. Hij slaakte een kreet en riep: "Mijn heer, dat is heel erg, want ik had de bijl geleend!"