2 Koningen 25:2-5
2 Koningen 25:2-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zo kwam de stad in belegering, tot in het elfde jaar van den koning Zedekia. Op den negenden der vierde maand, als de honger in de stad sterk werd, en het volk des lands geen brood had, Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden des nachts door den weg der poort, tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeën nu waren tegen de stad rondom), en de koning trok door den weg des vlakken velds. Doch het heir der Chaldeën jaagde den koning na, en zij achterhaalden hem in de vlakke velden van Jericho, en al zijn heir werd van bij hem verstrooid.
2 Koningen 25:2-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zo werd de stad belegerd, tot het elfde jaar van koning Zedekia. Op de negende van de vierde maand, toen de hongersnood in de stad zo sterk geworden was dat de bevolking van het land geen brood meer had, werd de stad opengebroken. Alle strijdbare mannen vluchtten en trokken 's nachts de stad uit via de poort tussen de twee muren, die zich bij de tuin van de koning bevond, terwijl de Chaldeeën rondom voor de stad lagen. En de koning ging in de richting van de Vlakte. Maar het leger van de Chaldeeën achtervolgde de koning en zij haalden hem in op de vlakten van Jericho. Heel zijn leger werd van hem gescheiden en verspreid.
2 Koningen 25:2-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Zo werd de stad belegerd tot het elfde jaar van koning Sedekia. Op de negende van de (vierde) maand, toen de hongersnood in de stad zwaar geworden was en er geen brood meer was voor het volk des lands, werd een bres in de stadsmuur geslagen; en al de krijgslieden (vluchtten) des nachts door de poort tussen de beide muren bij de koninklijke tuin – de Chaldeeën nu lagen rondom tegen de stad –, en sloegen de weg in naar de Vlakte. Maar het leger der Chaldeeën zette de koning na en achterhaalde hem in de vlakte van Jericho; zijn gehele leger werd van hem gescheiden en verstrooid.
2 Koningen 25:2-5 Het Boek (HTB)
Het beleg duurde bijna twee jaar. Toen raakte het laatste voedsel in de stad op. In de nacht van de negende dag van de vierde maand maakten de belegeraars een gat in de stadsmuur. Toen de koning en zijn soldaten dat zagen, vluchtten zij de vlakte op door een poort tussen de dubbele muren bij de tuin van de koning. De Babyloniërs zetten de achtervolging in en kregen hem op de vlakten van Jericho te pakken. Daar werden zijn troepen volledig uit elkaar geslagen.
2 Koningen 25:2-5 BasisBijbel (BB)
Dat duurde tot Zedekia elf jaar koning was. Er ontstond een grote hongersnood in de stad. Tenslotte was er niets meer te eten. Op de negende dag van de vierde maand wist het leger van Babel 's nachts een gat in de stadsmuur te maken. Toen vluchtte koning Zedekia met zijn leger door de poort in de dubbele muur bij de paleistuin. Ze namen de weg naar de vlakte. Het leger van de Babyloniërs dat rond de stad lag, zette de achtervolging in. Bij de vlakte van Jericho haalden ze koning Zedekia in. Zijn leger werd verjaagd.