2 Koningen 13:15-19
2 Koningen 13:15-19 Het Boek (HTB)
Elisa zei tegen hem: ‘Pak een boog en een paar pijlen.’ Joas deed dat en Elisa zei: ‘Open dat oostelijke raam.’ Daarna zei hij de koning de boog te spannen en hij legde zijn eigen handen op de handen van de koning. ‘Schiet!’ beval Elisa en de koning liet de pees van de boog los. Toen zei Elisa: ‘Dit is een pijl van verlossing door de HERE, een pijl van overwinning op Syrië. U zult de Syriërs bij Afek namelijk volledig verslaan. Pak nu die andere pijlen en sla ermee op de vloer.’ De koning pakte ze op en sloeg er driemaal mee op de vloer. De profeet werd boos op hem. ‘U had vijf- of zesmaal op de vloer moeten slaan,’ riep hij, ‘want dan had u Syrië echt vernietigend verslagen, nu zult u slechts driemaal de overwinning behalen!’
2 Koningen 13:15-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Elisa zeide tot hem: Neem een boog en pijlen. En hij nam tot zich een boog en pijlen. En hij zeide tot den koning van Israël: Leg uw hand aan den boog, en hij legde zijn hand daaraan; en Elisa legde zijn handen op des konings handen. En hij zeide: Doe het venster open tegen het oosten. En hij deed het open. Toen zeide Elisa: Schiet. En hij schoot. En hij zeide: Het is een pijl der verlossing des HEEREN, en een pijl der verlossing tegen de Syriërs; want gij zult de Syriërs slaan in Afek, tot verdoens toe. Daarna zeide hij: Neem de pijlen. En hij nam ze. Toen zeide hij tot den koning van Israël: Sla tegen de aarde. En hij sloeg driemaal; daarna stond hij stil. Toen werd de man Gods zeer toornig op hem, en zeide: Gij zoudt vijf- of zesmaal geslagen hebben; dan zoudt gij de Syriërs tot verdoens toe geslagen hebben; doch nu zult gij de Syriërs driemaal slaan.
2 Koningen 13:15-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Elisa zei tegen hem: Neem een boog en pijlen, en hij bracht hem een boog en pijlen. Hij zei tegen de koning van Israël: Leg uw hand aan de boog. Toen legde hij zijn hand daaraan, en Elisa legde zijn handen op de handen van de koning. En hij zei: Doe het venster naar het oosten open. En hij deed het open. Toen zei Elisa: Schiet! En hij schoot. Hij zei: Het is een pijl van verlossing door de HEERE, en een pijl van verlossing van de Syriërs, want u zult de Syriërs in Afek verslaan, tot vernietiging toe. Daarna zei hij: Neem de pijlen. En hij nam ze. Toen zei hij tegen de koning van Israël: Sla op de grond. En hij sloeg driemaal en hield toen op. Toen werd de man Gods heel kwaad op hem en zei: U had vijf- of zesmaal moeten slaan; dan zou u de Syriërs tot vernietiging toe verslagen hebben. Maar nu zult u de Syriërs slechts driemaal verslaan.
2 Koningen 13:15-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Elisa zeide tot hem: Haal boog en pijlen. En toen hij voor hem boog en pijlen gehaald had, zeide hij tot de koning van Israël: Leg uw hand aan de boog. En hij legde er zijn hand aan. Toen legde Elisa zijn handen op die van de koning. Daarna beval hij: Open het venster naar het oosten. En toen hij het geopend had, zeide Elisa: Schiet. En hij schoot. Toen zeide hij: Een pijl der overwinning van de HERE, ja, een pijl der overwinning op Aram. Gij zult Aram bij Afek tot vernietiging toe verslaan. Daarna zeide hij: Neem de pijlen. Toen hij ze genomen had, zeide hij tot de koning van Israël: Sla op de grond. Hij sloeg driemaal en hield toen op. En de man Gods werd toornig op hem en zeide: Gij hadt vijf- of zesmaal moeten slaan, dan hadt gij Aram verslagen tot vernietiging toe. Maar nu zult gij Aram driemaal verslaan.
2 Koningen 13:15-19 BasisBijbel (BB)
Elisa zei tegen hem: "Haal een boog en pijlen." Joas kwam terug met een boog en pijlen. Elisa zei tegen hem: "Leg een pijl op de boog." Toen legde Elisa zijn handen op de handen van de koning en zei: "Doe het raam open dat op het oosten uitkijkt." Toen de koning het raam had opengedaan, zei Elisa: "Schiet!" De koning schoot. Elisa zei: "Dat was een pijl van de overwinning van de Heer. U zal de koning van Aram in Afek overwinnen en vernietigen." Daarna zei hij: "Pak de pijlen." Toen de koning ze in zijn hand had, zei hij tegen de koning: "Sla ermee op de grond." De koning sloeg er drie keer mee op de grond en hield toen op. De profeet werd kwaad en zei: "U had er vijf of zes keer mee moeten slaan! Dan zou u Aram verslagen hebben tot het helemaal vernietigd was. Maar nu zult u Aram maar drie keer verslaan."