2 Korinthiërs 8:1-4
2 Korinthiërs 8:1-4 Het Boek (HTB)
Nu wil ik u vertellen, broeders en zusters, wat God in zijn genade voor de gemeenten in Macedonië heeft gedaan. Hoe meer zij door zware moeilijkheden op de proef werden gesteld, hoe groter ook hun blijdschap werd. Hoewel zij zelf in armoede verkeerden, hebben zij heel veel voor anderen gedaan. Zij gaven meer weg dan ze konden missen. En ik kan getuigen dat ze het niet deden omdat wij het vroegen, maar omdat zij het zelf wilden. Zij drongen er bij ons op aan het geld mee te nemen, want zij vonden het een voorrecht de gelovigen in Jeruzalem te kunnen helpen.
2 Korinthiërs 8:1-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
Verder maken wij u bekend, broeders, de genade van God die in de gemeenten van Macedonië gegeven is, namelijk dat, te midden van veel beproeving door verdrukking, de overvloed van hun blijdschap en hun buitengewoon diepe armoede in overvloedige mate geleid hebben tot de rijkdom van hun vrijgevigheid. Want, zo getuig ik, zij gaven naar vermogen, ja, boven vermogen, en uit eigen beweging; en zij smeekten ons met veel aandrang dat wij hun genadegave en aandeel in het dienstbetoon aan de heiligen zouden aannemen.
2 Korinthiërs 8:1-4 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Voorts maken wij u bekend, broeders, de genade van God, die in de Gemeenten van Macedonië gegeven is. Dat in vele beproeving der verdrukking de overvloed hunner blijdschap, en hun zeer diepe armoede overvloedig geweest is tot den rijkdom hunner goeddadigheid. Want zij zijn naar vermogen (ik betuig het), ja, boven vermogen gewillig geweest; Ons met vele vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave en de gemeenschap dezer bediening, die voor de heiligen geschiedt.
2 Korinthiërs 8:1-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
Verder maken wij u bekend, broeders, de genade van God die in de gemeenten van Macedonië gegeven is, namelijk dat, te midden van veel beproeving door verdrukking, de overvloed van hun blijdschap en hun buitengewoon diepe armoede in overvloedige mate geleid hebben tot de rijkdom van hun vrijgevigheid. Want, zo getuig ik, zij gaven naar vermogen, ja, boven vermogen, en uit eigen beweging; en zij smeekten ons met veel aandrang dat wij hun genadegave en aandeel in het dienstbetoon aan de heiligen zouden aannemen.
2 Korinthiërs 8:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wij maken u de genade Gods bekend, broeders, die aan de gemeenten van Macedonië geschonken is. Want, doordat zij beproefd zijn gebleken in veel verdrukking, hebben hun overvloedige blijdschap en diepe armoede nog overvloedig de rijkdom van hun mildheid bevorderd; want (zij deden), dat getuig ik, wat zij konden, ja meer dan dat, en zij vroegen, met alle aandrang, uit eigen beweging van ons de gunst, deel te mogen nemen aan het dienstbetoon voor de heiligen
2 Korinthiërs 8:1-4 Het Boek (HTB)
Nu wil ik u vertellen, broeders en zusters, wat God in zijn genade voor de gemeenten in Macedonië heeft gedaan. Hoe meer zij door zware moeilijkheden op de proef werden gesteld, hoe groter ook hun blijdschap werd. Hoewel zij zelf in armoede verkeerden, hebben zij heel veel voor anderen gedaan. Zij gaven meer weg dan ze konden missen. En ik kan getuigen dat ze het niet deden omdat wij het vroegen, maar omdat zij het zelf wilden. Zij drongen er bij ons op aan het geld mee te nemen, want zij vonden het een voorrecht de gelovigen in Jeruzalem te kunnen helpen.
2 Korinthiërs 8:1-4 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Broeders en zusters, verder willen we jullie vertellen hoe goed God voor de gemeenten in Macedonië is geweest. De gemeenten daar worden erg vervolgd. Toch zijn ze heel erg blij. Daardoor hebben ze heel veel gegeven, ook al zijn ze erg arm. Want geloof me, ze hebben zoveel gegeven als ze konden. Zelfs meer dan ze konden missen. Ze wilden heel erg graag dat we een geschenk van hen zouden meenemen voor de gelovigen [ in Jeruzalem ].