2 Korinthiërs 5:1-5
2 Korinthiërs 5:1-5 Het Boek (HTB)
Wij weten dat als ons lichaam sterft, wij een nieuw huis in de hemel krijgen, waar wij altijd mogen wonen. Dat is een huis door God gemaakt en niet door mensen. Wij ervaren nu nog wel allerlei moeilijkheden, maar kijken met verlangen uit naar de dag dat wij een hemels lichaam krijgen en dat zullen aantrekken zoals je nieuwe kleren aantrekt. Wanneer we ons aardse lichaam hebben afgelegd, zullen wij niet geheel zonder lichaam zijn. In ons aardse lichaam hebben wij het vaak moeilijk, maar wij zouden het vreselijk vinden om geen lichaam meer te hebben. Wij willen vanuit ons oude lichaam in ons nieuwe lichaam overgaan, zodat het sterfelijke door het leven wordt opgeslokt. Daarvoor heeft God ons juist gemaakt en als onderpand heeft Hij ons de Heilige Geest gegeven.
2 Korinthiërs 5:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want wij weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. Want ook in dezen zuchten wij, verlangende met onze woonstede, die uit den hemel is, overkleed te worden. Zo wij ook bekleed en niet naakt zullen gevonden worden. Want ook wij, die in dezen tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; nademaal wij niet willen ontkleed, maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van het leven verslonden worde. Die ons nu tot ditzelfde bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes gegeven heeft.
2 Korinthiërs 5:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. Want in deze tent zuchten wij ook, en verlangen wij er vurig naar met onze woning die uit de hemel is, overkleed te worden, als wij maar bekleed en niet naakt zullen bevonden worden. Want ook wij, die in deze tent zijn, zuchten terwijl we het zwaar te verduren hebben; wij willen immers niet ontkleed, maar overkleed worden, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden. Hij nu Die ons hiervoor heeft gereedgemaakt, is God, Die ons ook het onderpand van de Geest gegeven heeft.
2 Korinthiërs 5:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis. Want hierom zuchten wij: wij haken ernaar met onze woonstede uit de hemel overkleed te worden, als wij maar bekleed, en niet naakt, zullen bevonden worden. Want wij, die nog in een tent wonen, zuchten bezwaard, omdat wij niet ontkleed, doch overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven worde verslonden. God is het, die ons juist dáártoe bereid heeft en die ons de Geest tot onderpand gegeven heeft.
2 Korinthiërs 5:1-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Want we weten dat we maar tijdelijk in dit lichaam wonen. Net zoals je maar tijdelijk woont in een tent. Die aardse tent (= ons lichaam) zal op een dag worden afgebroken. Maar daarna geeft God ons in de hemel een eeuwig huis, dat niet door mensen is gemaakt (= ons hemelse lichaam). En we verlangen er heel erg naar om dat hemelse lichaam als een stel nieuwe kleren aan te trekken. Want we willen niet een geest zonder lichaam zijn. Zolang we nog in dit aardse lichaam wonen, hebben we veel te lijden. Toch verlangen we er niet naar zonder lichaam te leven. Maar we verlangen ernaar in een béter lichaam te wonen. We willen graag ons nieuwe hemelse lichaam aantrekken. Want dan wordt het sterfelijke (de tijdelijke tent, ons lichaam) vervangen door het leven (het eeuwige huis, ons hemelse lichaam). Dat is waar God ons voor heeft gemaakt. Daarvoor heeft Hij ons ook zijn Geest gegeven. Want de Geest is de voorproef en het bewijs van wat nog zal komen.