2 Korinthiërs 2:11-15
2 Korinthiërs 2:11-15 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend. Voorts, als ik te Troas kwam, om het Evangelie van Christus te prediken, en als mij een deur geopend was in den Heere, zo heb ik geen rust gehad voor mijn geest, omdat ik Titus, mijn broeder, niet vond; Maar, afscheid van hen genomen hebbende, vertrok ik naar Macedonië. En Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triomferen in Christus, en den reuk Zijner kennis door ons openbaar maakt in alle plaatsen. Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus, in degenen, die zalig worden, en in degenen, die verloren gaan
2 Korinthiërs 2:11-15 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend. Toen ik nu in Troas kwam om het Evangelie van Christus te prediken, en daar een deur voor mij geopend was in de Heere, had ik geen rust voor mijn geest, omdat ik Titus, mijn broeder, niet vond, maar ik nam afscheid van hen en vertrok naar Macedonië. En God zij dank, Die ons in Christus altijd doet triomferen en door ons de geur van Zijn kennis op iedere plaats openbaar maakt. Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan
2 Korinthiërs 2:11-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend. Toen ik nu te Troas was gekomen om het evangelie van Christus te prediken, en mij een deur geopend was in de Here, heb ik geen rust gehad voor mijn geest, omdat ik mijn broeder Titus niet aantrof; doch ik nam afscheid van hen en vertrok naar Macedonië. Maar God zij gedankt, die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren en de reuk van zijn kennis allerwegen door ons verspreidt, want wij zijn voor God een geur van Christus onder hen, die gered worden, en onder hen, die verloren gaan
2 Korinthiërs 2:11-15 Het Boek (HTB)
Anders zou Satan wel eens voordeel op ons kunnen behalen, wij kennen zijn streken maar al te goed. Toen ik de stad Troas bereikte, gaf de Here mij een prachtige kans er het goede nieuws te brengen. Maar ik trof mijn broeder Titus daar niet aan en had geen rust. Ik vroeg me af waar hij kon zijn. Daarom nam ik snel weer afscheid en ging direct naar Macedonië om hem te zoeken. God zij dank, door Jezus Christus voert Hij ons mee in zijn overwinning en gebruikt Hij ons om Zich overal bekend te maken en het goede nieuws als een aangename geur te verspreiden. Wij zijn voor God een aangename geur. Het is de geur van Christus voor mensen die gered worden én voor mensen die niet gered worden.
2 Korinthiërs 2:11-15 BasisBijbel (BB)
Want we weten heel goed wat zijn bedoelingen zijn. Toen ik in Troas kwam, gaf de Heer mij grote mogelijkheden om het goede nieuws van Christus aan de mensen te vertellen. Hij had als het ware de deur wijd open gezet. Toch voelde ik me onrustig. Want ik had verwacht mijn broeder Titus daar weer te ontmoeten, maar hij was er niet. Daarom nam ik afscheid van de gelovigen in Troas en vertrok naar Macedonië. Maar prijs God dat Hij ons in Christus altijd de overwinning geeft. Door ons verspreidt Hij overal de kennis van God. Want namens God spreken wij over Christus. Het is een boodschap voor de mensen die gered worden én voor de mensen die verloren gaan.