2 Korinthiërs 2:10-11
2 Korinthiërs 2:10-11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want zo ik ook iets vergeven heb, dien ik vergeven heb, heb ik het vergeven om uwentwil, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan over ons geen voordeel krijge; Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend.
2 Korinthiërs 2:10-11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Degene wie u nu iets vergeeft, die vergeef ik ook; want ook ik heb, als ik al iets te vergeven heb, het hem vergeven omwille van u, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan op ons geen voordeel zou behalen. Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend.
2 Korinthiërs 2:10-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wie gij nu iets vergeeft, die vergeef ik het ook; want heb ik iets vergeven, gesteld dat ik iets vergeven heb, dan was het om uwentwil voor het aangezicht van Christus, opdat de satan op ons geen voordeel mocht behalen. Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend.
2 Korinthiërs 2:10-11 Het Boek (HTB)
En nu, wanneer u iemand vergeeft, doe ik het ook. Als ik iemand iets vergeef, vooropgesteld dat ik iets te vergeven heb, doe ik dat als vertegenwoordiger van Christus, ter wille van u. Anders zou Satan wel eens voordeel op ons kunnen behalen, wij kennen zijn streken maar al te goed.
2 Korinthiërs 2:10-11 BasisBijbel (BB)
Als júllie iemand iets vergeven, doe ík het ook. Want als ik iemand iets moest vergeven, had ik dat al lang gedaan. Christus zou ook willen dat ik dat deed. Ik zou dat gedaan hebben voor júllie. Want op die manier krijgt de duivel bij ons geen kans. Want we weten heel goed wat zijn bedoelingen zijn.