2 Korinthiërs 1:12-22

2 Korinthiërs 1:12-22 Het Boek (HTB)

Wij kunnen eerlijk zeggen dat wij altijd zuiver en oprecht geweest zijn. Wij hebben rustig op de Here vertrouwd en niet op ons eigen kunnen. Dat geldt in het bijzonder voor onze omgang met u. Mijn brieven zijn rechttoe, rechtaan geweest. Er is niets onduidelijks bij. Ik zou het fijn vinden als u begreep, zoals u ten dele ook doet, dat u trots op ons kunt zijn, net zoals wij op u trots zullen zijn op de grote dag als onze Here Jezus terugkomt. Omdat ik zo zeker was van uw begrip en vertrouwen, had ik besloten op weg naar Macedonië bij u langs te komen en op de terugweg nog eens. Dan kon ik u twee keer tot zegen zijn en zou u mij kunnen voorthelpen op mijn reis naar Judea. U zult zich wel afvragen waarom ik van gedachten veranderd ben. Weet ik soms niet wat ik wil? Of ben ik onbetrouwbaar en zeg ik ja, maar doe ik nee? Zeker niet! Net zoals God betrouwbaar is, is ook mijn woord betrouwbaar. Timotheüs, Silvanus en ik hebben u verteld over Jezus Christus, de Zoon van God. Hij zegt niet ja als Hij nee bedoelt. Wat Hij zegt, doet Hij. Hij maakt al Gods beloften waar, hoeveel het er ook zijn. En omdat Hij Gods ‘ja’ is, worden wij gedrongen daar ‘amen’ op te zeggen, tot eer van God. God heeft u en ons door Christus vaste grond onder de voeten gegeven en wij, als apostelen, zijn door Hem aangesteld. Hij heeft zijn stempel op ons gezet door ons zijn Heilige Geest in het hart te geven. Daardoor zijn wij verzekerd dat wij bij Hem horen.

2 Korinthiërs 1:12-22 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

We zijn er trots op dat we een zuiver geweten hebben. Want we zijn altijd tegen iedereen eerlijk en oprecht geweest. Vooral tegen jullie. Niet doordat wij zelf zo wijs zijn, maar door de kracht van God. Alles wat we jullie schrijven is helemaal zonder oneerlijke bedoelingen. Ik hoop dat jullie dat weten. En ik hoop dan ook dat jullie net zo blij met ons zullen zijn als wij met jullie, op de dag dat onze Heer Jezus terugkomt. Omdat ik daarop vertrouw, had ik al eerder het plan om naar jullie toe te komen. Want ik wilde een tweede keer een zegen voor jullie zijn. Ik had via Korinte naar Macedonië willen reizen. En dan van Macedonië terug naar jullie. Dan hadden jullie mij daarna kunnen helpen met mijn reis naar Judea. Maar ik heb mijn plannen moeten veranderen. Vinden jullie daarom dat ik niet te vertrouwen ben? Denken jullie dat ik net zo onbetrouwbaar ben als de ongelovige mensen? Dat ik 'ja' zeg als ik 'nee' bedoel? Maar ik zeg geen 'ja' als ik 'nee' bedoel! God weet dat ik zo niet ben. Want Gods Zoon Jezus Christus, over wie Silvanus, Timoteüs en ik jullie hebben verteld, zegt ook geen 'ja' als Hij 'nee' bedoelt. Hij is altijd 'ja'. Want alles wat God heeft beloofd, heeft Hij door Jezus ook gedaan. Jezus is Gods 'ja'. Daarom zeggen we ook door Hem 'Amen! Zo is het!' En dat eert God. God zorgt ervoor dat we samen met jullie stevig zullen blijven staan in ons geloof in Christus. Hij heeft ons met zijn Geest gezalfd. Daarmee heeft Hij als het ware zijn eigendomsstempel op ons gezet als teken dat we van Hem zijn. Want Hij heeft ons zijn Geest in ons hart gegeven. Zijn Geest is de voorproef en het bewijs van wat nog komen zal.

2 Korinthiërs 1:12-22 Herziene Statenvertaling (HSV)

Want dit is onze roem: het getuigenis van ons geweten dat wij ons in eenvoud en oprechtheid voor God, niet in vleselijke wijsheid, maar in genade van God gedragen hebben in de wereld, en in het bijzonder ten opzichte van u. Wij schrijven u immers niets anders dan wat u leest of ook begrijpt. En ik hoop dat u het ook tot het einde toe zult begrijpen, zoals u ook van ons ten dele begrepen hebt, dat wij uw roem zijn, zoals ook u onze roem bent op de dag van de Heere Jezus. En in dit vertrouwen had ik mij eerder voorgenomen naar u toe te komen, opdat u een tweede genade zou hebben. Ik wilde namelijk door uw stad naar Macedonië doorreizen, en weer van Macedonië naar u toe komen, om door u op weg geholpen te worden naar Judea. Ik heb toch niet lichtvaardig gehandeld door mij dit voor te nemen? Of zijn de dingen die ik me voorneem, voornemens naar het vlees, zodat het bij mij zou zijn: ja, ja en tegelijk nee, nee? Maar God is getrouw: ons woord tot u is niet ja en nee geweest. Want de Zoon van God, Jezus Christus, Die onder u gepredikt is door ons, namelijk door mij, Silvanus en Timotheüs, was niet ja en nee, maar is in Hem ja geweest. Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons. En Hij Die ons met u bevestigt in Christus en ons gezalfd heeft, is God, Die ons ook verzegeld heeft en het onderpand van de Geest in onze harten gegeven heeft.

2 Korinthiërs 1:12-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Want dit is onze roem, het getuigenis van ons geweten, dat wij in heiligheid en reinheid Gods, niet in vleselijke wijsheid, maar in de genade Gods, in de wereld verkeerd hebben, in het bijzonder ten opzichte van u. Want wij schrijven u niets anders dan wat gij leest of ook begrijpt, ja, ik hoop, dat gij het volkomen zult begrijpen, gelijk gij reeds ten dele van ons hebt begrepen: dat wij uw roem zijn, evenals gij de onze op de dag van onze Here Jezus. En in dit vertrouwen had ik mij voorgenomen (reeds) vroeger tot u te komen, opdat gij andermaal een genadegift mocht ontvangen, en ik had over uw stad naar Macedonië willen gaan, om van Macedonië weder tot u te komen en door u voortgeholpen te worden voor mijn reis naar Judea. Heb ik dan door mij dit voor te nemen in lichtvaardigheid gehandeld? Of, indien ik plannen maak, doe ik dit dan naar het vlees, zodat het bij mij tegelijk is: ja ja, en neen neen? Bij de trouw van God: ons spreken tot u is niet: ja en neen! Immers, de Zoon van God, Christus Jezus, die in uw midden verkondigd is door ons, door mij, door Silvanus en door Timoteüs, was niet: ja en neen, maar in Hem was het: Ja. Want hoevele beloften Gods er ook zijn, in Hem is het: Ja; daarom is ook door Hem het: Amen, tot eer van God door ons. Hij nu, die ons met u bevestigt in de Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God, die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.