2 Kronieken 32:24-26
2 Kronieken 32:24-26 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
In die dagen werd Jehizkia krank tot stervens toe, en hij bad tot den HEERE, Die sprak tot hem, en Hij gaf hem een wonderteken. Maar Jehizkia deed gene vergelding, naar de weldaad aan hem geschied, dewijl zijn hart verheven werd; daarom werd over hem, en over Juda en Jeruzalem, een grote toornigheid. Doch Jehizkia verootmoedigde zich om de verheffing zijns harten, hij en de inwoners van Jeruzalem, zodat de grote toornigheid des HEEREN over hen niet kwam in de dagen van Jehizkia.
2 Kronieken 32:24-26 Herziene Statenvertaling (HSV)
In die dagen werd Hizkia ziek, tot stervens toe. Hij bad tot de HEERE, en Die sprak tot hem en gaf hem een wonderteken. Maar Hizkia vergold niet overeenkomstig de weldaad die hem bewezen was, omdat zijn hart hoogmoedig werd. Daarom rustte er grote toorn op hem en op Juda en Jeruzalem. Hizkia vernederde zich echter om de hoogmoed van zijn hart, hij en de inwoners van Jeruzalem, zodat de grote toorn van de HEERE niet op hen kwam in de dagen van Hizkia.
2 Kronieken 32:24-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
In die dagen werd Jechizkia ten dode toe ziek. Toen bad hij tot de HERE en Hij sprak tot hem en gaf hem een wonderteken. Maar Jechizkia schoot te kort in dankbaarheid voor de weldaad, hem bewezen, want hij werd hoogmoedig, zodat er toorn kwam te rusten op hem, op Juda en op Jeruzalem. Toen verootmoedigde Jechizkia zich over zijn hoogmoed, hij en de inwoners van Jeruzalem, zodat de toorn des HEREN niet over hen kwam in de dagen van Jechizkia.
2 Kronieken 32:24-26 Het Boek (HTB)
Na die gebeurtenissen werd Hizkia ongeneeslijk ziek. Hij bad tot de HERE en God antwoordde met een wonder. Hizkia reageerde echter niet dankbaar op de vriendelijkheid van anderen, want hij was trots geworden. Daarom werd God toornig op hem en op Juda en Jeruzalem. Maar uiteindelijk vernederden Hizkia en de inwoners van Jeruzalem zich, zodat zij tijdens het leven van Hizkia niet werden getroffen door de toorn van de HERE.
2 Kronieken 32:24-26 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
In die tijd werd Hizkia ernstig ziek. Toen bad hij tot de Heer en Hij deed een wonder voor hem. Maar in plaats van de Heer daar dankbaar voor te zijn, werd Hizkia trots. Daarom werd de Heer boos op hem, op Juda en op Jeruzalem. Toen kreeg Hizkia er veel spijt van dat hij zo trots geworden was. Ook de bewoners van Jeruzalem hadden spijt over wat ze verkeerd gedaan hadden. Daarom strafte de Heer hen niet zolang Hizkia nog leefde.