2 Kronieken 20:12-13
2 Kronieken 20:12-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Onze God, zult Gij over hen niet gericht houden? Wij immers zijn niet opgewassen tegen deze grote menigte die tegen ons is opgerukt, en wij weten niet, wat wij doen moeten, maar op U zijn onze ogen gevestigd. Geheel Juda stond voor het aangezicht des HEREN, zelfs hun kleine kinderen, hun vrouwen en hun zonen.
2 Kronieken 20:12-13 BasisBijbel (BB)
God, wilt U nu alstublieft voor ons opkomen? Want wij kunnen zelf niet tegen dit enorme leger op. We weten niet wat we moeten doen. Daarom vragen we U om ons te helpen." Zo stond het hele volk daar bij de Heer, met hun vrouwen en zonen en zelfs hun kleine kinderen.
2 Kronieken 20:12-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
O, onze God, zult Gij geen recht tegen hen oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U. En gans Juda stond voor het aangezicht des HEEREN, ook hun kinderkens, hun vrouwen en hun zonen.
2 Kronieken 20:12-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
Onze God, zult U geen gericht over hen oefenen? In ons is immers geen kracht tegen deze grote troepenmacht die op ons af komt, en wij weten niet, wat wij moeten doen, maar op U zijn onze ogen gericht. Heel Juda stond voor het aangezicht van de HEERE, ook hun kleine kinderen, hun vrouwen en hun zonen.
2 Kronieken 20:12-13 Het Boek (HTB)
O, onze God, wilt U hen veroordelen? Wij hebben immers niet de kracht het tegen dit grote leger op te nemen? Wij weten niet wat wij moeten doen, maar onze ogen zijn op U gericht.’ Terwijl de mannen uit alle delen van Juda met hun vrouwen en kinderen daar voor de HERE stonden