2 Kronieken 2:5-6
2 Kronieken 2:5-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En het huis, dat ik zal bouwen, zal groot zijn; want onze God is groter dan alle goden. Doch wie zou de kracht hebben, om voor Hem een huis te bouwen, dewijl de hemelen, ja, de hemel der hemelen, Hem niet bevatten zouden? En wie ben ik, dat ik voor Hem een huis zou bouwen, ten ware om reukwerk voor Zijn aangezicht aan te steken?
2 Kronieken 2:5-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het huis dat ik ga bouwen, zal groot zijn, want onze God is groter dan alle goden. Wie zou echter kracht hebben om voor Hem een huis te bouwen? Voorzeker, de hemel, ja, de allerhoogste hemel, kan Hem niet bevatten! En wie ben ik, dat ik voor Hem een huis zou bouwen, als het niet was om reukoffers voor Zijn aangezicht te brengen?
2 Kronieken 2:5-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Het huis, dat ik ga bouwen, zal groot zijn, want onze God is groter dan alle goden. Wie zou in staat zijn voor Hem een huis te bouwen, want de hemel, zelfs de hemel der hemelen, kan Hem niet bevatten. Wie ben ik dan, dat ik voor Hem een huis zou bouwen, indien het niet was om voor zijn aangezicht offers te ontsteken?
2 Kronieken 2:5-6 Het Boek (HTB)
Het wordt een prachtige tempel, want onze God is groter dan alle andere goden. Maar wie kan ooit een huis bouwen dat Hem waardig is? Zelfs de hoogste hemel zou nog niet zijn huis kunnen zijn. En wie ben ik dat ik een tempel voor God mag bouwen waar de mensen Hem kunnen aanbidden?
2 Kronieken 2:5-6 BasisBijbel (BB)
Ik ga een heel grote tempel voor Hem bouwen. Want onze God is groter en machtiger dan alle andere goden. Eigenlijk kan niemand een tempel voor Hem bouwen, want de hemel, zelfs de allerhoogste hemel, is nog te klein voor Hem. Hij heeft het helemaal niet nodig dat ik een tempel voor Hem bouw. Maar ik wil dat doen om Hem offers te kunnen brengen.