1 Timotheüs 1:18-20
1 Timotheüs 1:18-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Dit gebod beveel ik u, mijn zoon Timotheüs, dat gij naar de profetieën, die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt; Houdende het geloof, en een goed geweten, hetwelk sommigen verstoten hebbende, van het geloof schipbreuk geleden hebben; Onder welken is Hymenéüs en Alexander, die ik den satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren.
1 Timotheüs 1:18-20 Herziene Statenvertaling (HSV)
Dit gebod leg ik u op, mijn zoon Timotheüs, in overeenstemming met de profetieën die voorheen over u uitgesproken zijn, opdat u in deze dingen de goede strijd strijdt. En behoud het geloof en een goed geweten. Sommigen hebben dit verworpen en hebben in het geloof schipbreuk geleden. Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren.
1 Timotheüs 1:18-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Deze opdracht vertrouw ik u toe, mijn kind Timoteüs, overeenkomstig de profetieën, die vroeger aangaande u zijn uitgesproken, opdat gij, u daarnaar richtend, de goede strijd strijdt met geloof en met een goed geweten. Omdat sommigen dit hebben verworpen, heeft hun geloof schipbreuk geleden. Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan heb overgegeven, opdat hun het lasteren worde afgeleerd.
1 Timotheüs 1:18-20 Het Boek (HTB)
Timotheüs, mijn zoon, ik geef je deze instructie overeenkomstig hetgeen de profeten over je gezegd hebben: neem deel aan de goede strijd voor de Here. Laat het geloof in Christus niet los en houd altijd een zuiver geweten. Want sommige mensen hebben hun geweten geweld aangedaan door, hoewel zij de goede weg kenden, slechte dingen te doen. Daardoor zijn zij het geloof in Christus kwijtgeraakt. Hymeneüs en Alexander zijn daar een voorbeeld van. Ik moest hen aan Satan overleveren om hun te leren dat zij niet ongestraft met Christus kunnen spotten.
1 Timotheüs 1:18-20 BasisBijbel (BB)
Mijn zoon Timoteüs, vroeger is er over je geprofeteerd. Nu ik je deze taak gegeven heb, zeg ik je: vergeet die profetieën niet. Dat zal je helpen om met een vast geloof en een goed geweten de goede strijd te voeren. Omdat sommige mensen niet goed naar hun geweten hebben geluisterd, zijn ze hun geloof kwijtgeraakt. Hymeneüs en Alexander zijn zulke mensen. Ik heb hen overgegeven aan de duivel, zodat ze het zullen afleren om slechte dingen over God te zeggen.