1 Samuël 30:6-7
1 Samuël 30:6-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En David werd zeer bang, want het volk sprak van hem te stenigen; want de zielen van het ganse volk waren verbitterd, een iegelijk over zijn zonen en over zijn dochteren; doch David sterkte zich in den HEERE, zijn God. En David zeide tot den priester Abjathar, den zoon van Achimelech: Breng mij toch den efod hier. En Abjathar bracht den efod tot David.
1 Samuël 30:6-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
David werd zeer benauwd, want het volk sprak erover hem te stenigen. De zielen van het hele volk waren namelijk verbitterd, ieder over zijn zonen en over zijn dochters. David echter sterkte zich in de HEERE, zijn God. En David zei tegen de priester Abjathar, de zoon van Achimelech: Breng mij toch de efod. En Abjathar bracht de efod bij David.
1 Samuël 30:6-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En David geraakte zeer in het nauw, omdat het volk ervan sprak hem te stenigen, want het gehele volk was bitter gestemd, ieder om zijn zonen en dochters. Maar David sterkte zich in de HERE, zijn God. Toen beval David de priester Abjatar, de zoon van Achimelek: Breng mij de efod. En Abjatar bracht David de efod.
1 Samuël 30:6-7 Het Boek (HTB)
David werd door zijn mannen in het nauw gedreven, want door het verdriet om hun kinderen dreigden zij hem te gaan stenigen. David bleef echter op God vertrouwen. Hij beval Abjathar het priesterkleed te halen.
1 Samuël 30:6-7 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De mannen waren woedend op David en wilden hem met stenen doodgooien. Ze vonden dat het zijn schuld was dat ze hun zonen en dochters kwijt waren. David werd erg bang, maar hij vertrouwde op zijn Heer God. David zei tegen de priester Abjatar, de zoon van Achimelech: "Breng mij de borsttas met de beslissings-stenen."