1 Samuël 30:1-4
1 Samuël 30:1-4 Het Boek (HTB)
Drie dagen later kwamen David en zijn mannen terug bij hun stad Ziklag en merkten tot hun ontzetting dat de Amalekieten in hun afwezigheid de stad hadden overvallen en platgebrand. Bovendien hadden zij de vrouwen, jong en oud, gevangen weggevoerd zonder iemand van hen te doden, en hun tocht vervolgd. Toen David en zijn mannen over de rokende puinhopen uitkeken en beseften wat met hun familieleden was gebeurd, huilden zij tot zij geen tranen meer hadden.
1 Samuël 30:1-4 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Het geschiedde nu, als David en zijn mannen den derden dag te Ziklag kwamen, dat de Amalekieten in het zuiden en te Ziklag ingevallen waren, en Ziklag geslagen, en dezelve met vuur verbrand hadden; En dat zij de vrouwen, die daarin waren, gevankelijk weggevoerd hadden; doch zij hadden niemand doodgeslagen, van den kleinste tot den grootste, maar hadden ze weggevoerd en waren huns weegs gegaan. En David en zijn mannen kwamen aan de stad, en ziet, zij was met vuur verbrand; en hun vrouwen, en hun zonen en hun dochteren waren gevankelijk weggevoerd. Toen hief David en het volk, dat bij hem was, hun stem op, en weenden, tot dat er geen kracht meer in hen was om te wenen.
1 Samuël 30:1-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het gebeurde echter toen David en zijn mannen op de derde dag in Ziklag aankwamen, dat de Amalekieten een inval gedaan hadden in het Zuiderland en in Ziklag. Zij hadden Ziklag verslagen en met vuur verbrand, en de vrouwen die er waren, van de kleinste tot de grootste, als gevangenen weggevoerd. Zij hadden niemand gedood, maar hadden hen weggevoerd en waren huns weegs gegaan. David en zijn mannen kwamen bij de stad, en zie, die was met vuur verbrand; en hun vrouwen, hun zonen en hun dochters waren als gevangenen meegevoerd. Toen begonnen David en het volk dat bij hem was, luid te huilen, totdat er geen kracht meer in hen was om te huilen.
1 Samuël 30:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen David met zijn mannen op de derde dag in Siklag kwam, hadden de Amalekieten een inval gedaan in het Zuiderland en Siklag overvallen; Siklag hadden zij veroverd en met vuur verbrand. En de vrouwen die daar waren, jong en oud, hadden zij gevangengenomen, zonder iemand te doden; zij dreven ze weg en gingen huns weegs. David kwam met zijn mannen bij de stad en zie, zij was met vuur verbrand, en hun vrouwen, zonen en dochters waren gevangengenomen. Toen verhieven David en het volk dat bij hem was, hun stem en weenden, tot zij niet meer wenen konden.
1 Samuël 30:1-4 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Drie dagen later kwam David met zijn mannen in Ziklag aan. Ze ontdekten dat de Amalekieten het Zuiderland hadden aangevallen. Ze hadden Ziklag veroverd en in brand gestoken. Alle vrouwen, jong en oud, hadden ze gevangen genomen. Ze hadden niemand gedood. Daarna waren ze weer vertrokken. David kwam met zijn mannen bij de stad en zag dat die in brand gestoken was. Al hun vrouwen, zonen en dochters waren gevangen meegenomen. David en de mannen die bij hem waren, huilden tot ze geen tranen meer over hadden.