1 Samuël 19:1-2
1 Samuël 19:1-2 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Derhalve sprak Saul tot zijn zoon Jonathan en tot al zijn knechten, om David te doden. Doch Jonathan, Sauls zoon, had groot welgevallen aan David. En Jonathan verkondigde het David, zeggende: Mijn vader Saul zoekt u te doden; nu dan, wacht u toch des morgens, en blijf in het verborgene, en versteek u.
1 Samuël 19:1-2 Herziene Statenvertaling (HSV)
Saul sprak er met zijn zoon Jonathan en met al zijn dienaren over om David te doden. Maar Jonathan, de zoon van Saul, was David zeer genegen. Jonathan vertelde David: Mijn vader Saul probeert je te doden; welnu, wees morgenochtend toch op je hoede, houd je verborgen en verstop je.
1 Samuël 19:1-2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Saul sprak er met zijn zoon Jonatan en met al zijn dienaren over om David te doden. Maar Jonatan, Sauls zoon, was David zeer genegen, zodat Jonatan aan David meedeelde: Mijn vader Saul tracht u te doden; nu dan, neem u toch morgenvroeg in acht, ga naar een schuilplaats en verberg u daar.
1 Samuël 19:1-2 Het Boek (HTB)
Saul begon er daarom bij zijn dienaren en bij zijn zoon Jonathan op aan te dringen dat zij David moesten vermoorden. Maar Jonathan, die een boezemvriend van David was geworden, vertelde hem wat zijn vader van plan was. ‘Morgenochtend,’ waarschuwde hij hem, ‘moet je ergens een schuilplaats zien te vinden.
1 Samuël 19:1-2 BasisBijbel (BB)
Saul zei tegen zijn zoon Jonatan en al zijn dienaren dat ze David moesten doden. Maar David was Jonatans beste vriend. Daarom vertelde Jonatan het hem. Hij zei tegen David: "Mijn vader Saul wil je doden. Zoek morgenvroeg een schuilplaats en verberg je daar. Let goed op.