1 Samuël 16:8-13
1 Samuël 16:8-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen riep Isaï Abinadab en liet hem aan Samuël voorbijgaan, maar hij zeide: Ook deze heeft de HERE niet verkoren. Daarna liet Isaï Samma aan hem voorbijgaan, maar hij zeide: Ook deze heeft de HERE niet verkoren. En Isaï liet zijn zeven zonen aan Samuël voorbijgaan, maar Samuël zeide tot Isaï: De HERE heeft dezen niet verkoren. Hierop zeide Samuël tot Isaï: Zijn dit al de jongens? Deze antwoordde: De jongste ontbreekt nog; zie, hij weidt de schapen. Toen zeide Samuël tot Isaï: Laat hem halen, want wij zullen niet gaan aanzitten, voordat hij hier gekomen is. Daarop liet hij hem halen. Hij nu was rossig, ook had hij mooie ogen en een schoon voorkomen. Toen zeide de HERE: Sta op, zalf hem, want deze is het. Samuël nam de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broeders. Van die dag af greep de Geest des HEREN David aan. Daarna stond Samuël op en ging naar Rama.
1 Samuël 16:8-13 Het Boek (HTB)
Toen riep Isaï zijn zoon Abinadab naar voren en stuurde hem naar Samuël. Maar Samuël zei: ‘Hij is het ook niet.’ Daarna was Samma aan de beurt, maar ook nu zei Samuël: ‘Nee, dit is hem evenmin.’ Zeven zonen stelden zich aan Samuël voor maar de HERE had geen van hen uitgekozen. Samuel vroeg aan Isaï: ‘Heb ik nu al uw zonen gezien?’ ‘Nee, mijn jongste zoon is niet hier. Hij is bij de schapen in het veld,’ vertelde Isaï hem. ‘Laat hem meteen halen,’ beval Samuël, ‘want wij gaan pas eten wanneer hij hier is.’ Isaï liet hem halen. Het was een knappe jongen met rood haar en vriendelijke ogen. De HERE zei: ‘Dit is degene die Ik bedoel, sta op en zalf hem.’ En terwijl David daar tussen zijn broers stond, pakte Samuël de olie die hij had meegebracht en goot die over Davids hoofd. Op dat moment kwam de Geest van de HERE over David en vervulde hem vanaf die dag. Samuël keerde hierna terug naar Rama.
1 Samuël 16:8-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen riep Isaï Abinadab, en hij deed hem voorbij het aangezicht van Samuël gaan; doch hij zeide: Dezen heeft de HEERE ook niet verkoren. Daarna liet Isaï Samma voorbijgaan; doch hij zeide: Dezen heeft de HEERE ook niet verkoren. Alzo liet Isaï zijn zeven zonen voorbij het aangezicht van Samuël gaan; doch Samuël zeide tot Isaï: De HEERE heeft dezen niet verkoren. Voorts zeide Samuël tot Isaï: Zijn dit al de jongelingen? En hij zeide: De kleinste is nog overig, en zie, hij weidt de schapen. Samuël nu zeide tot Isaï: Zend heen en laat hem halen; want wij zullen niet rondom aanzitten, totdat hij hier zal gekomen zijn. Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien; en de HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het. Toen nam Samuël den oliehoorn, en hij zalfde hem in het midden zijner broederen. En de Geest des HEEREN werd vaardig over David van dien dag af en voortaan. Daarna stond Samuël op, en hij ging naar Rama.
1 Samuël 16:8-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen riep Isaï Abinadab en hij deed hem voorbij Samuel gaan, maar hij zei: De HEERE heeft ook deze niet uitgekozen. Daarna liet Isaï Samma voorbijgaan, maar hij zei: De HEERE heeft ook deze niet uitgekozen. Zo liet Isaï zijn zeven zonen voorbij Samuel gaan, maar Samuel zei tegen Isaï: De HEERE heeft dezen niet uitgekozen. Toen zei Samuel tegen Isaï: Zijn dit al de jongens? En hij zei: De jongste is nog achtergebleven; zie, hij weidt de schapen. Samuel zei tegen Isaï: Stuur een bode en laat hem halen, want wij zullen niet rond de tafel gaan zitten, totdat hij hier gekomen is. Toen stuurde hij een bode en bracht hem. Hij was rossig, had mooie ogen en was knap om te zien. De HEERE zei: Sta op, zalf hem, want deze is het. Toen nam Samuel de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broers. En de Geest van de HEERE werd vaardig over David vanaf die dag en voortaan. Daarna stond Samuel op en ging naar Rama.
1 Samuël 16:8-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen riep Isaï Abinadab binnen en liet hem langs Samuel lopen. Maar Samuel zei: "Ook hem heeft de Heer niet uitgekozen." Daarna liet Isaï Samma langs Samuel lopen, maar hij zei: "Ook hem heeft de Heer niet uitgekozen." Zo liet Isaï zijn zeven zonen langs Samuel lopen, maar Samuel zei tegen Isaï: "De Heer heeft hen niet uitgekozen." Toen vroeg hij: "Zijn dit al je jongens?" Isaï antwoordde: "De jongste is er nog niet. Hij is de schapen aan het hoeden." Toen zei Samuel tegen Isaï: "Laat hem halen, want we gaan niet eten voordat hij er óók is." Toen liet Isaï hem halen. De jongste zoon had rood haar, mooie ogen en zag er knap uit. Toen zei de Heer tegen Samuel: "Sta op, zalf hem. Want hij is het." Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem daar, bij zijn broers. Vanaf die dag was David vol van de Geest van God. En Samuel ging terug naar Rama.