1 Koningen 19:9-11
1 Koningen 19:9-11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En hij kwam aldaar in een spelonk, en vernachtte aldaar; en ziet, het woord des HEEREN geschiedde tot hem, en zeide tot hem: Wat maakt gij hier, Elia? En hij zeide: Ik heb zeer geijverd voor den HEERE, den God der heirscharen; want de kinderen Israëls hebben Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten met het zwaard gedood; en ik alleen ben overgebleven, en zij zoeken mijn ziel, om die weg te nemen. En Hij zeide: Ga uit, en sta op dezen berg, voor het aangezicht des HEEREN. En ziet, de HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, scheurende de bergen, en brekende de steenrotsen, voor den HEERE henen; doch de HEERE was in den wind niet; en na dezen wind een aardbeving; de HEERE was ook in de aardbeving niet
1 Koningen 19:9-11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hij ging daar een grot in en overnachtte er. En zie, het woord van de HEERE kwam tot hem, en Hij zei tegen hem: Wat doet u hier, Elia? Hij zei: Ik heb mij zeer voor de HEERE, de God van de legermachten, ingezet. De Israëlieten hebben immers Uw verbond verlaten, Uw altaren omvergehaald en Uw profeten met het zwaard gedood. Ik alleen ben overgebleven, en zij staan mij naar het leven om het mij te benemen. Maar Hij zei: Ga naar buiten en ga op de berg staan, voor het aangezicht van de HEERE. En zie, de HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, die bergen spleet en rotsen in stukken brak, voor het aangezicht van de HEERE uit. Maar de HEERE was niet in de wind. Na deze wind kwam er een aardbeving, maar de HEERE was ook niet in de aardbeving.
1 Koningen 19:9-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hij kwam daar bij een spelonk, waar hij overnachtte. En zie, het woord des HEREN kwam tot hem en Hij zeide tot hem: Wat doet gij hier, Elia? Daarop zeide hij: Ik heb zeer geijverd voor de HERE, de God der heerscharen, want de Israëlieten hebben uw verbond verlaten, uw altaren omvergehaald en uw profeten met het zwaard gedood, zodat ik alleen ben overgebleven, en zij trachten mij het leven te benemen. Daarop zeide Hij: Treed naar buiten en ga op de berg staan voor het aangezicht des HEREN. En zie, toen de HERE juist zou voorbijgaan, was er een geweldige en sterke wind, die bergen verscheurde en rotsen verbrijzelde, die voor de HERE uitging. In de wind was de HERE niet. En na de wind een aardbeving. In de aardbeving was de HERE niet.
1 Koningen 19:9-11 Het Boek (HTB)
Daar zocht hij onderdak in een grot. Maar de HERE zei tegen hem: ‘Wat doet u hier, Elia?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb met grote ijver gewerkt voor de HERE, de God van de hemelse legers, maar de Israëlieten hebben hun verbond met U verbroken, uw altaren vernield en uw profeten gedood. Alleen ik ben nog over en nu willen zij mij ook doden.’ ‘Ga naar buiten en kom vóór Mij staan op de berg,’ droeg de HERE hem op. En toen Elia daar stond, zou de HERE voorbijgaan, maar een vreselijke windstoot schoot over de berghelling, deze was zo hard dat enkele bergen uiteen scheurden en stukken rots losraakten. De HERE Zelf was echter niet in die windstoot aanwezig. Op de windstoot volgde een aardbeving, maar ook daarin was de HERE niet aanwezig.
1 Koningen 19:9-11 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Daar vond hij een grot waar hij die nacht bleef slapen. Toen vroeg de Heer hem: "Wat doe je hier, Elia?"Elia zei: "Ik heb heel erg mijn best gedaan voor U, de God van de hemelse legers. Maar de Israëlieten hebben zich niet meer aan uw verbond gehouden. Ze hebben uw altaren afgebroken en uw profeten gedood. Daardoor ben ik alleen overgebleven. En nu proberen ze mij óók te doden." De Heer zei: "Ga naar buiten en kom bij Mij op de berg staan." Vlak voordat de Heer voorbij zou gaan, begon het geweldig hard te stormen. De wind die voor de Heer uit ging, verscheurde bergen en brak rotsen stuk. Maar de Heer was niet in de storm. Na de wind kwam er een aardbeving. Maar de Heer was niet in de aardbeving.