1 Koningen 19:12-13
1 Koningen 19:12-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En na de aardbeving een vuur; de HEERE was ook in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte. En het geschiedde, als Elia dat hoorde, dat hij zijn aangezicht bewond met zijn mantel, en uitging, en stond in den ingang der spelonk. En ziet, een stem kwam tot hem, die zeide: Wat maakt gij hier, Elia?
1 Koningen 19:12-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
Op de aardbeving volgde een vuur, maar de HEERE was ook niet in het vuur. En na het vuur kwam het suizen van een zachte stilte. En het gebeurde, toen Elia dat hoorde, dat hij zijn gezicht met zijn mantel omwikkelde, naar buiten ging en in de ingang van de grot bleef staan. En zie, een stem kwam tot hem, die zei: Wat doet u hier, Elia?
1 Koningen 19:12-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En na de aardbeving een vuur. In het vuur was de HERE niet. En na het vuur het suizen van een zachte koelte. Zodra Elia dit hoorde, omwond hij zijn gelaat met zijn mantel, ging naar buiten en bleef in de ingang van de spelonk staan. En zie, er kwam tot hem een stem, die sprak: Wat doet gij hier, Elia?
1 Koningen 19:12-13 Het Boek (HTB)
De aardbeving werd gevolgd door een vuur, maar ook daarin was de HERE niet te bekennen. En na dat vuur volgde een zacht suizen van de wind. Toen Elia dat hoorde, verborg hij zijn gezicht in zijn mantel, ging naar buiten en bleef bij de ingang van de grot staan. En een stem zei: ‘Waarom bent u hier, Elia?’
1 Koningen 19:12-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Na de aardbeving kwam er een vuur. Maar de Heer was niet in het vuur. Na het vuur hoorde Elia het suizen van een zacht briesje. Zodra hij dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht en bleef in de ingang van de grot staan. Toen zei een stem tegen hem: "Wat doe je hier, Elia?"