1 Korinthiërs 9:21-27
1 Korinthiërs 9:21-27 Het Boek (HTB)
Als ik bij mensen ben die niet volgens de wet van Mozes leven, houd ik mij er ook niet aan, omdat ik hen voor Christus wil winnen. Maar dat wil niet zeggen dat ik zonder Gods wet leef. Voor mij geldt de wet van Christus. Als ik bij zwakke mensen ben, laat ik niet merken dat ik sterk ben, om hen voor Christus te winnen. Ik heb mij aan al die mensen aangepast om in ieder geval enkelen van hen te redden. Ik doe het allemaal ter wille van het goede nieuws, ik wil samen met vele anderen de zegen ervan hebben. Op de wedstrijdbaan doen alle hardlopers hun best om te winnen en toch is er maar één die de prijs krijgt. Doe uw best dan ook de prijs te krijgen. Wie voor een wedstrijd traint, ontzegt zich van alles: een sportman voor een erekrans die verwelkt, maar een gelovige voor een erekrans die nooit verwelkt. Daarom loop ik niet zomaar wat in het wilde weg en ik sta ook niet in de lucht te boksen. Nee, ik hard mijn lichaam en dwing het te doen wat ik wil, anders zou het wel eens kunnen gebeuren dat ik, na anderen voor de wedstrijd te hebben opgeroepen, zelf wordt gediskwalificeerd.
1 Korinthiërs 9:21-27 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Degenen, die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet zijnde (Gode nochtans zijnde niet zonder de wet, maar voor Christus onder de wet), opdat ik degenen, die zonder de wet zijn, winnen zou. Ik ben den zwakken geworden als een zwakke, opdat ik de zwakken winnen zou; allen ben ik alles geworden, opdat ik immers enigen behouden zou. En dit doe ik om des Evangelies wil, opdat ik hetzelve mede deelachtig zou worden. Weet gijlieden niet, dat die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat één den prijs ontvangt? Loopt alzo, dat gij dien moogt verkrijgen. En een iegelijk, die om prijs strijdt, onthoudt zich in alles. Dezen dan doen wel dit, opdat zij een verderfelijke kroon zouden ontvangen, maar wij een onverderfelijke. Ik loop dan alzo, niet als op het onzekere; ik kamp alzo, niet als de lucht slaande; Maar ik bedwing mijn lichaam, en breng het tot dienstbaarheid, opdat ik niet enigszins, daar ik anderen gepredikt heb, zelf verwerpelijk worde.
1 Korinthiërs 9:21-27 Herziene Statenvertaling (HSV)
Voor hen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn. Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden. En dit doe ik ter wille van het Evangelie, opdat ik daarvan ook zelf deelgenoot zou worden. Weet u niet dat zij die in de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt. En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen. Ik loop daarom niet zonder duidelijk doel en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla. Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.
1 Korinthiërs 9:21-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen, die zonder wet zijn, te winnen. Ik ben voor de zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden. Alles doe ik ter wille van het evangelie, om er zelf ook deel aan te verkrijgen. Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één de prijs kan ontvangen? Loopt dan zó, dat gij die behaalt! En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. Ik loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden.
1 Korinthiërs 9:21-27 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Bij de mensen die de wet van Mozes niet kennen, leefde ik zelf ook niet volgens de wet van Mozes. (Maar natuurlijk leef ik voor God niet zonder de wet, want ik houd me aan de wet van Christus.) Zo hoopte ik die mensen voor Christus te winnen. Bij zwakke mensen heb ik geleefd alsof ik ook zwak was, om die zwakke mensen voor de Heer te winnen. Ik heb mij altijd aan alle mensen aangepast. Zo hoopte ik er in ieder geval een paar te kunnen redden. Ik heb alles over voor het goede nieuws. Alleen zó kan ik er ook zelf van genieten. Jullie weten wel dat álle mensen die aan een hardloopwedstrijd meedoen, moeten rennen. Toch kan er maar één de prijs winnen. Leef dan alsof jullie een wedstrijd moeten winnen! En mensen die aan een sportwedstrijd meedoen, kunnen niet maar doen waar ze zin in hebben. Ze moeten hard trainen. Zíj doen dat om een aardse prijs te winnen. Maar wíj werken voor een eeuwige prijs! Ik ren als een hardloper op mijn doel af. Een hardloper loopt immers ook niet zomaar ergens heen. En een bokser slaat ook niet in het wilde weg in de lucht. En een sporter traint zijn lichaam en is er streng voor. Anders wordt hij afgekeurd voor de wedstrijd. Net als een sporter ben ook ik streng voor mezelf. Want anders word ik zelf ongeschikt voor de wedstrijd waar ik andere mensen voor opgeroepen heb!