1 Korinthiërs 15:9-11
1 Korinthiërs 15:9-11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden, daarom dat ik de Gemeente Gods vervolgd heb. Doch door de genade Gods ben ik, dat ik ben; en Zijn genade, die aan mij bewezen is, is niet ijdel geweest, maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen; doch niet ik, maar de genade Gods, Die met mij is. Hetzij dan ik, hetzij zijlieden, alzo prediken wij, en alzo hebt gij geloofd.
1 Korinthiërs 15:9-11 Het Boek (HTB)
Ik ben de minste van alle apostelen en zou niet eens apostel mogen worden genoemd, omdat ik de Gemeente van God vervolgd heb. Maar wat ik ben, ben ik omdat God zo goed voor mij is geweest. En dat was niet tevergeefs, want ik heb harder gewerkt dan de andere apostelen. Toch heb ik dat niet zelf gedaan, maar God deed het door zijn genade. En het gaat niet om hen of mij. Waar het om gaat, is dat wij allemaal hetzelfde goede nieuws hebben gebracht en dat u het hebt aangenomen.
1 Korinthiërs 15:9-11 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Want van alle boodschappers van God ben ik het minste waard. Eigenlijk ben ik het niet eens waard om een boodschapper van God genoemd te worden. Want ik heb de gemeente van God vervolgd. Maar dankzij Gods liefde voor mij ben ik geworden wat ik nu ben. En Hij is niet voor niets zo goed voor mij geweest. Want ik heb harder gewerkt dan alle anderen. Toch was dat niet mijn eigen werk, maar het werk van God door mij heen. Maar goed, het maakt niet uit of ík het goede nieuws vertel of dat ánderen dat doen. We vertellen allemaal hetzelfde goede nieuws. En jullie hebben dat goede nieuws geloofd.
1 Korinthiërs 15:9-11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik immers ben de minste van de apostelen – ik die het niet waard ben een apostel genoemd te worden, omdat ik de gemeente van God vervolgd heb. Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade voor mij is niet tevergeefs geweest. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; niet ik echter, maar de genade van God, die met mij is. Of ik het dan ben of zij, zó prediken wij en zó hebt u geloofd.
1 Korinthiërs 15:9-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want ik ben de geringste der apostelen, niet waard een apostel te heten, omdat ik de gemeente Gods vervolgd heb. Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is. Daarom dan, ik of zij, zó prediken wij, en zó zijt gij tot het geloof gekomen.