1 Korinthiërs 13:9-12
1 Korinthiërs 13:9-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele; Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was. Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben.
1 Korinthiërs 13:9-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, overlegde ik als een kind, maar nu ik een man geworden ben, heb ik het kinderlijke tenietgedaan. Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.
1 Korinthiërs 13:9-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.
1 Korinthiërs 13:9-12 Het Boek (HTB)
Want wat wij weten, is onvolledig, en wat wij namens God zeggen, is gebrekkig. Maar wanneer het blijvende en volmaakte komt, is dat het einde van het gebrekkige en onvolmaakte. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind en redeneerde ik als een kind. Maar nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke voorgoed achter mij gelaten. Nu hebben wij nog geen heldere kijk op Christus, maar later zullen wij oog in oog met Hem staan. Ik ken Hem nu nog niet volkomen, maar dan zal ik Hem volledig kennen, zoals Hij mij door en door kent.
1 Korinthiërs 13:9-12 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Want nu zijn onze kennis en ons profeteren nog onvolmaakt. Maar als het volmaakte gekomen zal zijn, worden alle onvolmaakte dingen weggedaan. Je kan het hiermee vergelijken: Toen ik nog een kind was, praatte ik als een kind, reageerde ik als een kind, dacht ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik de kinderlijke manieren van doen weggedaan. Nu is het nog net alsof we in een beslagen spiegel kijken en niet precies weten wat we zien. Maar straks zullen we God in de ogen kijken. Nu ken ik God nog niet echt. Maar dan zal ik God werkelijk kennen, net zoals Hij mij werkelijk kent.