1 Korinthiërs 13:8-13
1 Korinthiërs 13:8-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben. Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.
1 Korinthiërs 13:8-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De liefde vergaat nimmermeer; maar hetzij profetieën, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden. Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele; Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was. Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben. En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van deze is de liefde.
1 Korinthiërs 13:8-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden. Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, overlegde ik als een kind, maar nu ik een man geworden ben, heb ik het kinderlijke tenietgedaan. Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben. En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.
1 Korinthiërs 13:8-13 Het Boek (HTB)
Aan de liefde komt nooit een einde. Het spreken namens God zal eens niet meer nodig zijn, het spreken in klanktalen zal ophouden, kennis zal dan niet meer worden gevraagd. Want wat wij weten, is onvolledig, en wat wij namens God zeggen, is gebrekkig. Maar wanneer het blijvende en volmaakte komt, is dat het einde van het gebrekkige en onvolmaakte. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind en redeneerde ik als een kind. Maar nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke voorgoed achter mij gelaten. Nu hebben wij nog geen heldere kijk op Christus, maar later zullen wij oog in oog met Hem staan. Ik ken Hem nu nog niet volkomen, maar dan zal ik Hem volledig kennen, zoals Hij mij door en door kent. Kortom, er zijn drie dingen die blijven: geloof, hoop en liefde. Maar de liefde is het voornaamste.
1 Korinthiërs 13:8-13 BasisBijbel (BB)
De liefde schiet nooit tekort en verdwijnt nooit. Maar profetieën zullen op een dag niet meer nodig zijn. Talen van de Geest zullen er niet meer zijn. Kennis zal onbelangrijk worden. Want nu zijn onze kennis en ons profeteren nog onvolmaakt. Maar als het volmaakte gekomen zal zijn, worden alle onvolmaakte dingen weggedaan. Je kan het hiermee vergelijken: Toen ik nog een kind was, praatte ik als een kind, reageerde ik als een kind, dacht ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik de kinderlijke manieren van doen weggedaan. Nu is het nog net alsof we in een beslagen spiegel kijken en niet precies weten wat we zien. Maar straks zullen we God in de ogen kijken. Nu ken ik God nog niet echt. Maar dan zal ik God werkelijk kennen, net zoals Hij mij werkelijk kent. We hebben dus deze drie dingen: geloof, hoop en liefde. Maar de belangrijkste van deze drie is de liefde.