1 Korinthiërs 1:1-31

1 Korinthiërs 1:1-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Paulus, een geroepen apostel van Christus Jezus door de wil van God, en Sostenes, de broeder, aan de gemeente Gods te Korinte, aan de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen met allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen, hun en onze (Here): genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. Ik dank God te allen tijde over u, vanwege de genade Gods, die u in Christus Jezus geschonken is; want in elk opzicht zijt gij rijk geworden in Hem: in alle woord en alle kennis, gelijk het getuigenis aangaande Christus onder u bevestigd is, zodat gij ten aanzien van geen enkele genadegave te kort komt, terwijl gij uitziet naar de openbaring van onze Here Jezus Christus. Hij zal u ook bevestigen ten einde toe, zodat gij onberispelijk zult zijn op de dag van onze Here Jezus [Christus]. God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here. Doch ik vermaan u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest vast aaneengesloten, één van zin en één van gevoelen. Mij is namelijk omtrent u, mijn broeders, medegedeeld door de (huisgenoten) van Chloë, dat er twisten onder u zijn. Ik bedoel dit, dat ieder uwer zijn leus heeft: Ik ben van Paulus! En ík van Apollos! En ík van Kefas! En ík van Christus! Is Christus gedeeld? Is Paulus dan voor u gekruisigd, of zijt gij in de naam van Paulus gedoopt? Ik ben dankbaar, dat ik niemand uwer gedoopt heb dan Crispus en Gajus; zodat niemand kan zeggen, dat gij in mijn naam gedoopt zijt. Ook heb ik nog het gezin van Stefanas gedoopt; verder weet ik niet, dat ik nog iemand gedoopt heb. Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen, en dat niet met wijsheid van woorden, om niet het kruis van Christus tot een holle klank te maken. Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. Want er staat geschreven: Verderven zal Ik de wijsheid der wijzen, en het verstand der verstandigen zal Ik verdoen. Waar blijft de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid der wereld tot dwaasheid gemaakt? Want daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen, die geloven. Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid, maar voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, (prediken wij) Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen. Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken. Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen, opdat geen vlees zou roemen voor God. Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, opdat het zij, gelijk geschreven staat: Wie roemt, roeme in de Here.

1 Korinthiërs 1:1-31 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Paulus, een geroepen apostel van Jezus Christus, door den wil van God, en Sósthenes, de broeder, Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden in Christus Jezus, den geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onzen Heere: Genade zij u en vrede van God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de genade Gods, die u gegeven is in Christus Jezus; Dat gij in alles rijk zijt geworden in Hem, in alle rede en alle kennis; Gelijk de getuigenis van Christus bevestigd is onder u; Alzo dat het u aan gene gave ontbreekt, verwachtende de openbaring van onzen Heere Jezus Christus. Welke God u ook zal bevestigen tot het einde toe, om onstraffelijk te zijn in den dag van onzen Heere Jezus Christus. God is getrouw, door Welken gij geroepen zijt tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onzen Heere. Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in een zelfden zin, en in een zelfde gevoelen. Want mij is van u bekend gemaakt, mijn broeders, door die van het huisgezin van Chloë zijn, dat er twisten onder u zijn. En dit zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, en ik van Apollos; en ik van Cefas; en ik van Christus. Is Christus gedeeld? Is Paulus voor u gekruist? Of zijt gij in Paulus naam gedoopt? Ik dank God, dat ik niemand van ulieden gedoopt heb, dan Krispus en Gajus; Opdat niet iemand zegge, dat ik in mijn naam gedoopt heb. Doch ik heb ook het huisgezin van Stéfanus gedoopt; voorts weet ik niet, of ik iemand anders gedoopt heb. Want Christus heeft mij niet gezonden, om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld worde. Want het woord des kruises is wel dengenen, die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods; Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken. Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? Want nademaal, in de wijsheid Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven; Overmits de Joden een teken begeren, en de Grieken wijsheid zoeken; Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid; Maar hun, die geroepen zijn, beiden Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods. Want het dwaze Gods is wijzer dan de mensen; en het zwakke Gods is sterker dan de mensen. Want gij ziet uw roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen. Maar het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zou; en het zwakke der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij het sterke zou beschamen; En het onedele der wereld, en het verachte heeft God uitverkoren, en hetgeen niets is, opdat Hij hetgeen iets is, te niet zou maken; Opdat geen vlees zou roemen voor Hem. Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing; Opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere.

1 Korinthiërs 1:1-31 Herziene Statenvertaling (HSV)

Paulus, een geroepen apostel van Jezus Christus door de wil van God, en Sosthenes, de broeder, aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere: genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. Ik dank mijn God altijd voor u, vanwege de genade van God die u gegeven is in Christus Jezus. U bent namelijk in alles rijk geworden in Hem, in alle spreken en alle kennis, naarmate het getuigenis van Christus bevestigd is onder u, zodat het u aan geen genadegave ontbreekt, terwijl u de openbaring van onze Heere Jezus Christus verwacht. God zal u ook bevestigen tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus. God is getrouw, door Wie u geroepen bent tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere. Maar ik roep u ertoe op, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u allen eensgezind bent in uw spreken, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat u hecht aaneengesmeed bent, één van denken en één van gevoelen. Want mij is over u bekendgemaakt, mijn broeders, door de huisgenoten van Chloë, dat er ruzies onder u zijn. Ik bedoel dit, dat ieder van u zegt: Ik ben van Paulus, ík van Apollos, ík van Kefas, en ík van Christus. Is Christus verdeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd? Of bent u in de naam van Paulus gedoopt? Ik dank God dat ik niemand van u gedoopt heb dan Crispus en Gajus, zodat niemand kan zeggen dat ik in mijn naam gedoopt heb. Ik heb echter ook nog het huisgezin van Stefanas gedoopt. Verder weet ik niet of ik nog iemand anders gedoopt heb. Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen, niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus zijn inhoud niet verliest. Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan wel dwaasheid, maar voor ons die behouden worden, is het een kracht van God. Want er staat geschreven: Ik zal de wijsheid van de wijzen verloren doen gaan en het verstand van de verstandigen zal Ik tenietdoen. Waar is de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze wereld? Heeft God niet de wijsheid van deze wereld dwaas gemaakt? Want omdat, in de wijsheid van God, de wereld door haar wijsheid God niet heeft leren kennen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken hen die geloven. Immers, de Joden vragen om een teken en de Grieken zoeken wijsheid; wij echter prediken Christus, de Gekruisigde, voor de Joden een struikelblok en voor de Grieken een dwaasheid. Maar voor hen die geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, prediken wij Christus, de kracht van God en de wijsheid van God. Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen. Let namelijk op uw roeping, broeders: er zijn onder u niet veel wijzen naar het vlees, niet veel machtigen, niet veel aanzienlijken. Maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen. En het onaanzienlijke van de wereld en het verachte heeft God uitverkoren, en wat niets is, om wat iets is teniet te doen, opdat geen vlees voor Hem zou roemen. Maar uit Hem bent u in Christus Jezus, Die voor ons is geworden wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: Wie roemt, laat hij roemen in de Heere.

1 Korinthiërs 1:1-31 Het Boek (HTB)

Van: Paulus, die door God geroepen is om een apostel, een reizend gezant van Christus Jezus te zijn en van broeder Sosthenes. Aan: Gods gemeente in Korinthe, die voor Jezus Christus is afgezonderd. U hoort bij Hem omdat Hij u heeft geroepen, net als alle gelovigen over de hele wereld. Hij is zowel hun Here als de onze. Ik wens u de genade en de vrede van God, onze Vader, en van onze Here Jezus Christus toe. Ik dank God telkens weer voor u omdat Hij u door Jezus Christus zijn genade heeft gegeven. Door uw verbondenheid met Christus heeft Hij uw leven in alle opzichten verrijkt, bij alles wat u zegt en met uw volledige begrip van de waarheid. Want wat wij u over Christus hebben verteld, is ook in uw leven bevestigd, zozeer dat het u aan geen enkele gave ontbreekt. Daarbij kijkt u ook met spanning uit naar de terugkomst van de Here Jezus Christus. Hij zal u tot het einde toe staande houden, zodat er op zijn grote dag niets op u zal zijn aan te merken. God is trouw. Hij heeft u geroepen om samen een te zijn met zijn Zoon, onze Here Jezus Christus. Maar, broeders en zusters, in de naam van de Here Jezus Christus smeek ik u eensgezind te zijn. Maak het met elkaar in orde, zodat u weer een van hart en ziel bent. Ik heb namelijk van de huisgenoten van Chloë gehoord dat u het niet met elkaar kunt vinden. De een zegt: ‘Ik hoor bij Paulus.’ De ander: ‘Ik bij Apollos.’ Weer een ander: ‘Maar ik bij Petrus.’ Sommigen zeggen zelfs: ‘Wij zijn de echte volgelingen van Jezus Christus!’ Is Christus dan in stukken verdeeld? Ben ík soms voor u aan het kruis gestorven of bent u in mijn naam gedoopt? Ik ben dankbaar dat ik niemand van u gedoopt heb, behalve Crispus en Gajus. Nu kan dus niemand zeggen dat hij in mijn naam gedoopt is en bij mij hoort. O ja, ik heb ook nog het gezin van Stefanas gedoopt. Maar ik kan me niet herinneren verder nog iemand gedoopt te hebben. Christus heeft mij niet de opdracht gegeven om te dopen, maar om het goede nieuws te vertellen en dat zonder hoogdravende woorden, omdat ik daarmee zou afdoen van Christusʼ dood aan het kruis. Het bericht dat Christus voor ons aan het kruis gestorven is, klinkt de mensen die verloren gaan als onzin in de oren. Maar voor ons die gered worden, is het de kracht van God. Want er staat in de Boeken: ‘Ik zal de wijsheid van de wijze mensen en het inzicht van de verstandigen vernietigen.’ Waar blijven dan de grote denkers, de godsdienstige leiders en de beroemde redenaars van deze tijd? Heeft God niet alle wijsheid van deze wereld als dwaasheid aan de kaak gesteld? In zijn grote wijsheid wist God dat de wereld Hem door haar eigen wijsheid niet kan vinden en besloot Hij die mensen te redden die de ‘onzinnige boodschap’ geloven dat Christus voor hen aan het kruis is gestorven. Al vragen Joden wonderen als bewijs en zoeken Grieken naar wijsheid, wij vertellen over Christus, die voor ons aan het kruis gestorven is! De Joden ergeren zich daaraan en de andere volken vinden dat een grote dwaasheid. Maar voor degenen die door God geroepen zijn, is Christus de kracht en de wijsheid van God. Want het ‘dwaze’ van God is wijzer dan wat mensen kunnen bedenken, en het ‘zwakke’ van God heeft meer kracht dan de mensen. Kijk maar eens naar uzelf, vrienden. Naar de mens gesproken zijn er onder u niet veel grote denkers, niet veel invloedrijke en vooraanstaande personen. Toch heeft God u geroepen. God heeft juist wat voor de wereld dwaas is, uitgekozen om hen die zichzelf zo wijs vinden, terecht te wijzen. Hij heeft de zwakken van de wereld uitgekozen om de sterken te beschamen. God heeft het onaanzienlijke en verachtelijke van de wereld uitgekozen. Dat gebruikt Hij om wat in de wereld belangrijk is, buitenspel te zetten. Dus zal geen mens zich ooit voor God op iets kunnen beroemen. Dankzij God hebt u nu uw leven in Christus Jezus. Daardoor is Christus zelf wijsheid voor u geworden: door Hem staat u rechtvaardig tegenover God en Hij heeft u apart gezet en bevrijd. Zo staat het ook in de Boeken: ‘Als iemand zich toch op iets wil beroemen, laat hij zich dan beroemen op de Here!’

1 Korinthiërs 1:1-31 BasisBijbel (BB)

Deze brief is van Paulus en van onze broeder Sostenes. Ik, Paulus, heb van God de taak gekregen om het goede nieuws van Jezus Christus aan de mensen te vertellen. We schrijven deze brief aan de gemeente van God in Korinte. Dankzij Jezus Christus horen jullie bij God. Want God heeft jullie geroepen om bij Hem te horen, samen met alle andere mensen die in andere plaatsen de Heer Jezus Christus aanbidden. Hij is hún Heer en ónze Heer. Ik bid dat onze God en Vader in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede van God de Vader en van de Heer Jezus Christus. God heeft dankzij Jezus Christus zo ontzettend goed voor jullie kunnen zijn. Daar dank ik mijn God aldoor voor. Hij heeft jullie zóveel gegeven! Dat is ook duidelijk te merken aan de manier waarop jullie spreken. We merken dat jullie Hem heel goed hebben leren kennen. Wat we jullie over Christus hebben verteld, heeft een vaste plaats in jullie leven gevonden. Daardoor kon God in zijn liefdevolle goedheid jullie zijn gaven geven. Elk van die gaven is ruim in jullie aanwezig. En jullie kijken vol verwachting uit naar de komst van Jezus Christus. God zal ervoor zorgen dat jullie je geloof tot op die dag zullen vasthouden. Dan zal God op die dag niets op jullie aan te merken hebben. God zal jullie nooit in de steek laten. Hij heeft jullie geroepen om één te zijn met zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus. Ik moedig jullie aan, broeders en zusters, om één te zijn met elkaar. Dat zeg ik jullie namens onze Heer Jezus Christus. Zorg ervoor dat jullie geen ruzie met elkaar maken. Wees één en streef naar hetzelfde doel. Ik zeg dit, omdat ik van de huisgenoten van Kloë heb gehoord dat jullie ruzie maken met elkaar. Ik bedoel dat bij jullie de één zegt: "Ík hoor bij Paulus!" En een ander: "Ík bij Apollos!" En weer een ander: "Ík bij Petrus!" En nog weer anderen: "Ík bij Christus!" Maar is Christus dan in stukken verdeeld? Of is Paulus voor jullie gekruisigd? Of zijn jullie in de naam van Paulus gedoopt? Ik dank God dat ik bij jullie alleen Krispus en Gajus gedoopt heb. Zo kan niemand van jullie zeggen dat hij is gedoopt in míjn naam. O ja, ook het gezin van Stefanas heb ik gedoopt. Maar verder niemand, geloof ik. Want Christus heeft mij niet gestuurd om te dopen, maar om het goede nieuws te vertellen. En dat doe ik, niet met veel mooie woorden, maar zo gewoon mogelijk. Want het gaat niet om mooie woorden, maar om de gekruisigde Christus. Dat is het belangrijkste. De mensen die verloren gaan, vinden het een belachelijk verhaal dat Jezus ons gered heeft door aan het kruis voor ons te sterven. Maar voor ons die gered zijn, is het de kracht van God. Want in de Boeken staat: "Ik zal laten zien dat de wijsheid van wijze en geleerde mensen niets voorstelt. Hun hele manier van denken is maar dwaas." Waar blijven nu de wijzen, de geleerden en de filosofen van deze tijd? Wat zij als ongelovige mensen wijs vinden, vindt God maar dwaas. Want met al hun wijsheid hebben ze Hem niet leren kennen. Daarom besloot God mensen te redden door het 'belachelijke' verhaal van het kruis. Want de mensen die het geloven, worden daardoor gered. Joden willen wonderen zien. Grieken willen wijsheid horen. Maar wij vertellen over een gekruisigde Christus. De Joden willen het niet geloven. De Grieken vinden het belachelijk. Maar voor de mensen die door God zijn geroepen, is Christus de kracht van God en de wijsheid van God. Het maakt niet uit of ze Jood zijn of Griek. Wat de mensen een belachelijk idee vinden van God, is wijzer dan de wijsheid van mensen. En wat de mensen zwak vinden van God, heeft meer kracht dan mensen. Kijk maar eens, broeders en zusters, wat jullie zelf voor mensen waren toen God jullie riep. Niet veel van jullie waren heel wijs of belangrijk op de menselijke manier. Nee, jullie waren maar heel gewone mensen. Want wat de ongelovige mensen belachelijk vinden, gebruikt God juist om te laten zien dat je niets hebt aan de wijsheid van mensen. En wat de ongelovige mensen zwak vinden, gebruikt God juist om te laten zien dat je niets hebt aan wat de mensen sterk vinden. En de dingen die de ongelovige mensen onbelangrijk en waardeloos vinden, gebruikt God juist om te laten zien dat je niets hebt aan de dingen die de mensen zo belangrijk vinden. Zo kan dus niemand bij God over zichzelf opscheppen. Want alles wat we nu zijn, hebben we alleen aan Hem te danken. Want alleen door Jezus Christus hebben we nu Gods wijsheid. En alleen dankzij Hem zijn we vrijgesproken van schuld en zijn we gered. Alleen door Hem horen we nu bij God. Daardoor is het waar wat er in de Boeken staat: "Als iemand zo graag trots wil zijn, laat hij dan trots zijn op de Heer en niet op zichzelf." (lees verder)

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid