1 Kronieken 29:10-14
1 Kronieken 29:10-14 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Daarom loofde David den HEERE voor de ogen der ganse gemeente; en David zeide: Geloofd zijt Gij, HEERE, God van onzen vader Israël, van eeuwigheid tot in eeuwigheid! Uw, o HEERE, is de grootheid, en de macht, en de heerlijkheid, en de overwinning, en de majesteit; want alles, wat in den hemel en op aarde is, is Uw: Uw, o HEERE, is het Koninkrijk, en Gij hebt U verhoogd tot een Hoofd boven alles. En rijkdom en eer zijn voor Uw aangezicht, en Gij heerst over alles; en in Uw hand is kracht en macht; ook staat het in Uw hand alles groot te maken en sterk te maken. Nu dan, onze God, wij danken U, en loven den Naam Uwer heerlijkheid. Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de macht zouden verkregen hebben, om vrijwillig te geven als dit is? Want het is alles van U, en wij geven het U uit Uw hand.
1 Kronieken 29:10-14 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen loofde David de HEERE voor de ogen van heel de gemeente. David zei: Geloofd zij U, HEERE, God van onze vader Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Van U, HEERE, is de grootheid, de macht, de luister, de kracht en de majesteit. Want alles wat in de hemel en op de aarde is, is van U. Van U, HEERE, is het Koninkrijk, en U hebt Zich verheven tot een Hoofd boven alles. Rijkdom en eer komen van voor Uw aangezicht, en U heerst over alles. In Uw hand is kracht en macht, in Uw hand is het om ieder groot te maken en sterk te maken. Nu dan, o onze God, wij loven U en prijzen Uw luisterrijke Naam. Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven.
1 Kronieken 29:10-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen prees David de HERE ten aanschouwen van de gehele gemeente, en David zeide: Geprezen zijt Gij, HERE, God van onze vader Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Van U, o HERE, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o HERE, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven. Want rijkdom en eer komen van U, en Gij heerst over alles; in uw hand is sterkte en kracht, en Gij hebt het in uw macht een ieder groot en sterk te maken. Thans loven wij U, o onze God, en prijzen wij uw heerlijke naam. Wie toch ben ik, en wat is mijn volk, dat wij in staat zouden zijn zulke vrijwillige gaven te schenken? Want het komt alles van U, en wij geven het U uit uw hand.
1 Kronieken 29:10-14 Het Boek (HTB)
In het bijzijn van de hele vergadering drukte David zijn dankbaarheid jegens de HERE met de volgende woorden uit: ‘O Oppermachtige HERE, God van onze vader Israël, uw naam zij voor altijd en eeuwig geprezen! Van U is al de macht, de glorie, de overwinning en de majesteit. Alles in de hemel en op aarde is van U, HERE. En dit is uw koninkrijk. Wij vereren U als degene die alles in handen heeft. Rijkdom en eer komt van U alleen en U bent de Heerser over de hele wereld, uw hand heeft de macht en de kracht en op uw bevel worden mensen groot en ontvangen zij kracht. O, onze God, wij danken U en prijzen uw heerlijke naam. Want wie ben ik en wie zijn mijn onderdanen, dat zij iets aan U zouden mogen geven? Alles wat wij bezitten, is immers van U afkomstig en wij kunnen U alleen dat geven, wat allang van U is!
1 Kronieken 29:10-14 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Hij prees de Heer en zei: "Ik prijs U, Heer, God van onze vader Israël, voor altijd. Want U bent groot en machtig. U bent een machtig Koning. Alles in de hemel en op de aarde is van U. U bent de allerhoogste Koning. Als iemand rijk en machtig is, heeft U hem dat gegeven. Want U heerst over alles. U bent oppermachtig. U kan mensen groot en machtig maken. Nu danken en prijzen we U, onze God. Hoe zouden ik en mijn volk U deze prachtige geschenken kunnen geven? Want het is allemaal al van U. We hebben het van U gekregen en we geven het weer aan U.